De week van de Palestijnse omwenteling

Het Midden-Oosten heeft wel iets weg van een kameleon die geruime tijd onbestemd ligt te wezen en dan ineens razendsnel van kleur verandert....

door Paul Brill

Dat is vorig jaar begonnen met het besluit van premier Ariel Sharon om de Israëlische bezetting van de Gaza-strook eenzijdig te beëindigen. Hoewel in eerste instantie scherp bekritiseerd als strijdig met de internationale 'routekaart naar de vrede', bleek dit een stap die aan het vredesproces een nieuwe dynamiek gaf. Zeker toen Sharon vervolgens brak met de Likud en met de oprichting van een nieuwe partij het Israëlische politieke speelveld aanzienlijk verbreedde.

Maar de vreugde daarover was van korte duur. Een zware beroerte maakte begin deze maand een einde aan de politieke carrière van de man die als geen ander het vertrouwen van de Israëli's genoot. En nu is er de monsterzege van Hamas bij de Palestijnse verkiezingen, die het politieke landschap in het Midden-Oosten weer een geheel ander aanzien geeft.

Getuige de reacties komt dit verkiezingsresultaat voor velen als een donderslag bij heldere hemel, wat nogal merkwaardig is, want het heeft de afgelopen tijd bepaald niet ontbroken aan signalen dat de Palestijnse bevolking de onbekwaamheid en corruptie van de Fatah-bestuurders meer dan beu was. Maar als verzachtende omstandigheid mag gelden dat de leiders van Hamas zelf kennelijk ook enigszins zijn overrompeld door de omvang van de overwinning. Een enkeling zei het met zoveel woorden, andere woordvoerders haastten zich om hun voorkeur uit te spreken voor een coalitie met Fatah. Zelfs is de veronderstelling gewettigd dat de top van de islamitische beweging niet onverdeeld gelukkig is met de nu verworven absolute meerderheid in het Palestijnse parlement. Want deze zadelt Hamas op met een verantwoordelijkheid die haar veel kwetsbaarder maakt en voor een aantal dilemma's plaatst die intern vrijwel zeker tot ernstige aanvaringen zullen leiden. Was ze als junior partner in de regering gekomen met een overwegend sociaal-economisch takenpakket, dan had ze ook macht veroverd en zich toch goeddeels uit de wind kunnen houden.

Optimisten rekenen erop dat Hamas in haar nieuwe rol wel zal moeten bijdraaien. Ze putten hoop uit het feit dat de beweging zich in de aanloop naar de verkiezingen al enigszins heeft gematigd en sinds de met president Mahmoud Abbas overeengekomen hudna (periode van kalmte) geen aanslagen op Israël heeft gepleegd (anders dan de Islamitische Jihad). Uit onderzoek is bovendien gebleken dat een meerderheid van de Palestijnen de wapenstilstand het liefst zou continueren. Ten slotte is er het voorbeeld van de PLO van Yasser Arafat: ook een geharnaste tegenstander, die uiteindelijk het pad van het vredesoverleg is opgegaan en Israël heeft erkend.

Wie wil niet graag optimist zijn en dit scenario onderschrijven? Helaas zijn er nogal wat valkuilen. Om te beginnen is het al een ontmoedigende gedachte dat de bekering van de PLO nog eens moet worden overgedaan: gerekend vanaf het Palestijnse Handvest uit 1968 heeft deze een kwart eeuw geduurd. Belangrijker nog is dat Hamas haar bestaansrecht voor een belangrijk deel ontleent aan fundamentele kritiek op het vredesproces waaraan Arafat en de zijnen zich hadden gecommitteerd middels de Akkoorden van Oslo (1993). Vergeleken met het charter van Hamas is het vroegere PLO-handvest een fijnzinnig humanistisch werkje. De gewapende strijd tegen Israël wordt door Hamas een heilige plicht van iedere rechtgeaarde moslim genoemd, de joodse staat moet worden uitgeroeid. Aan de hand van de Protocollen van de Wijzen van Zion, een welbekend nepdocument dat door antisemieten in omloop is gebracht, worden de joden verantwoordelijk gesteld voor de Franse revolutie, de communistische revolutie en de beide wereldoorlogen.

Zelfs deze rabiate denkbeelden kunnen wellicht verdampen. Maar de gehoopte transformatie speelt zich niet af in een vacuüm. Israëlische aspiraties en angstvisioenen doen zich evenzeer gelden, temeer daar de Israëli's over twee maanden op hun beurt naar de stembus gaan. Dat gebeurt onder een gesternte dat in korte tijd aanmerkelijk ongunstiger is geworden. Hamas is nu de dominante kracht in de Palestijnse gebieden. In Libanon heerst instabiliteit. Syrië staat onder druk en vertoont soms het gedrag van een kat in het nauw. Iran toont zich ongevoelig voor westerse druk en geeft zijn nucleaire ambities extra reliëf door de anti-Israëlische retoriek van president Ahmadinejad (voor zijn 'moed' onlangs nog geprezen door Hamas-leider Khaled Mashaal).

Dit alles is natuurlijk allesbehalve bevorderlijk voor de bereidheid om de nodige concessies te doen, zelfs als Abbas nog steeds de Palestijnse geprekspartner zou zijn. Waarnemend premier Ehud Olmert zinspeelde dinsdag nog op een gedeeltelijke terugtrekking uit de Westoever. Dat zal hij niet snel weer doen. Zelfs de Arbeidspartij, die tot nu toe een duidelijke voorkeur heeft uitgesproken voor onderhandelingen boven eenzijdige stappen, zegt dat sinds de zege van Hamas niet meer zo zeker te weten. Partijleider Amir Peretz ziet de bui hangen: hij heeft het meest te verliezen.

Anderzijds is het een geluk bij een ongeluk dat de Israëlische verkiezingen voor een soort afkoelingsperiode zorgen: tot die tijd lijkt iedereen gebaat bij het maken van een pas op de plaats. Tenzij de kameleon eens te meer een andere, verraderlijke kleur aanneemt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden