De valse zekerheid van sparen

Met alle ellende op de aandelenbeurzen kiezen Nederlanders weer massaal voor de zekerheid van een ouderwetse spaarrekening. Een schijnzekerheid, want ook hun spaargeld zal, uitgaande van de huidige situatie, over 25 jaar nog maar de helft waard zijn....

door Hanno Bakkeren

Onlangs publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek twee opvallende cijfers. Allereerst was er de melding dat de eerste acht maanden van dit jaar per saldo 28,9 miljard gulden op spaarrekeningen is bijgeschreven, bijna dertien keer zoveel als in dezelfde periode vorig jaar. Vrijdag volgden de inflatiecijfers voor september: 4,7 procent volgens de Nederlandse, en 5,4 procent volgens de Europese norm.

Dat veel consumenten, gezien de huidige onzekerheid op de beurs, voor het relatief veilige sparen kiezen, zal niemand verbazen. Veel levert dat echter ook niet op, want een rondgang langs een aantal banken laat rentepercentages zien die variëren van 3,2 tot 4,7 procent. Uitgaande van een gemiddelde van 4 procent en rekening houdend met het nieuwe belastingstelsel - waarin 30 procent van die 4 procent, ofwel 1,2 procent, direct naar de fiscus gaat - hou je daar netto slechts 2,8 procent van over.

Dat zou nog niet zo erg zijn als de inflatie niet zo hoog was. Volgens de - bredere - Europese norm is ons geld nu 5,4 procent minder waard dan een jaar geleden.

In plaats van meer, wordt ons spaargeld per saldo dus minder waard en wel 2,6 procent per jaar. Als deze lijn zich voortzet, is die duizend gulden die u vandaag op een spaarrekening stort, over 25 jaar, inclusief de ontvangen rente, omgerekend nog maar iets meer dan vijfhonderd gulden waard.

Uiteraard zouden veel beleggers hun handen dit jaar dichtknijpen met een verlies van slechts 2,6 procent, maar daar staat ten minste een aantal aanzienlijk vettere voorgaande jaren, en de hoop op een opleving tegenover. Historisch gezien leveren aandelen nog altijd een gemiddeld rendement van 8 procent per jaar. Bij gelijkblijvende omstandigheden is de zekerheid waar een spaarder nu voor kiest, er een van gegarandeerd verlies.

Er moet voor spaarders dus wat veranderen. Of de inflatie moet omlaag, óf de rente omhoog en het liefst allebei. Volgens een befaamde club rekenaars, het Centraal Plan Bureau, gloort er licht aan het eind van de tunnel. Zij verwachten komend jaar een aanzienlijk lagere inflatie van 2 à 2,5 procent. Het feit dat de inflatie dit jaar zo hoog is, werd met name veroorzaakt door de hogere ecotax en de verhoging van de BTW. Dit effect zal volgend jaar zijn uitgewerkt. Een andere belangrijke factor is de hoogconjunctuur waar we ons tot voor kort in bevonden. De spanning op de arbeidsmarkt leidde tot hogere lonen en daarmee tot een hogere inflatie. Nu het economisch minder gaat, zal ook dat effect verminderen.

Er zijn echter nogal wat onzekere factoren die roet in het eten kunnen gooien. Zo is in berekeningen uitgegaan van een lagere olieprijs. Deze zou, indien de situatie in het Midden-Oosten escaleert, evengoed explosief kunnen stijgen.

Een andere factor is het eerder genoemde loonniveau. Het kabinet wringt zich in allerlei bochten om de sociale partners ervan te overtuigen dat de salarissen gematigd moeten worden, maar ziet zich tegelijkertijd geconfronteerd met die enorme inflatie. Een soort kip-of-ei-verhaal, want hoe hoger de inflatie, hoe minder de werknemers en hun vakbonden geneigd zullen zijn genoegen te nemen met een gelijkblijvend of minimaal verhoogd loon. Ook de voorstellen van minister Borst voor een fikse verhoging van de accijnzen op alcohol en tabak zullen de inflatie geen goed doen.

Op een hogere rente hoeven spaarders voorlopig evenmin te rekenen. De trend is eerder omgekeerd; in de Verenigde Staten is de rente dit jaar al negen keer verlaagd in een poging de bestedingen aan te zwengelen en daarmee een recessie te voorkomen. De belangrijkste reden dat de Europese Centrale Bank (ECB) dit voorbeeld maar mondjesmaat heeft gevolgd, is juist gelegen in een angst voor een nog hogere inflatie. Een lagere rente maakt geld lenen namelijk goedkoper en hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie.

Het feit dat de ECB de monetaire touwtjes nu in handen heeft, maakt het arsenaal aan mogelijkheden dat de Nederlandse regering nu heeft om de inflatie te beteugelen sowieso beperkt. Op de rente heeft Nederland geen greep, maar het zou er in geval van nood bijvoorbeeld wel voor kunnen kiezen de BTW en/of de benzineaccijnzen te verlagen. Dit ligt echter niet in de lijn der verwachting, omdat minister Zalm er geen voorstander van is deze tarieven te sterk van kortetermijn-ontwikkelingen te laten afhangen.

Een ander middel om de inflatie in te dammen is een verlaging van de overheidsbestedingen, maar deze zullen volgens de plannen die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd, juist stijgen.

Hoewel menig belegger zijn buik inmiddels vol heeft van aandelen, is er voorlopig dus weinig reden om meteen juichend naar de bank te hollen en een spaarrekening te openen. De kortetermijn-vooruitzichten zijn in beide kampen simpelweg vrij somber. Uiteraard zullen beleggers het, indien het tot een werkelijke recessie komt, wederom zwaarder voor de kiezen krijgen dan spaarders, maar zij kunnen nog hopen op een drastische ommezwaai. De vraag die iedereen die iets met zijn geld wil doen zich moet stellen, is en blijft: 'Hoe lang kan ik het missen?'

Wie zijn of haar spaargeld op korte termijn, dus binnen drie tot vijf jaar, wil aanspreken, kan zich beter verre houden van de aandelenbeurzen en het geld op een spaarrekening storten. Het afgelopen beursjaar heeft geleerd dat iemand z'n geld op de beurs zo weer kwijt kan raken. Wie wat meer geduld heeft, doet er historisch gezien nog steeds het beste aan zijn geld wel in aandelen te steken, maar 'in het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst'.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden