De transformatie van het rijksmuseum
Het lege, onttakelde Rijksmuseum oogt op de foto's van Wijnanda Deroo eerder als een spookhuis dan als een gebouw dat zwanger is van geschiedenis.
Wijnanda Deroo: Rijksmuseum
nai010 Uitgevers; 192 pagina's; euro 29,50.
Collector's edition in beperkte oplage: euro 1.500,-.
Fotograaf Wijnanda Deroo volgde tien jaar de transformatie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Jaarlijks maakte zij haar fotorondes door het gebouw waar alles kraakte, kruide en veranderde.
Vandaag wordt de neerslag van die bezoeken, het boek Rijksmuseum, aangeboden aan koningin Beatrix, bij de opening van het museum. Het is geen chronologisch beeldverslag van een verbouwing geworden, maar een serie confrontaties van deze kunstenaar-fotograaf met een gebouw dat bezig is aan een wedergeboorte.
De Nederlandse Deroo (1955) woont en werkt in de Verenigde Staten. Zij heeft naam gemaakt met foto's van interieurs. Mensen zijn op die beelden niet te zien, maar de gebruiksporen zijn de stille getuigen van het menselijk bestaan. Die sporen vertellen een afstandelijk, soms ontroerend verhaal van het leven dat die plek passeerde.
Ook in Rijksmuseum ontbreken mensen. Slechts op enkele plaatsen zijn bouwvakkers te zien, als kabouters in een groot decor. Menselijke sporen genoeg, van kabelgoten tot steigerwerk, maar nergens dringt de hectiek van de bouw door in de foto's. Ergens ligt een bouwvakkersjack over een shawl van ADO Den Haag, veel intiemer wordt het niet. Het veranderende Rijks krijgt zo op veel foto's eerder de trekken van een spookhuis dan van een gebouw dat zwanger is van geschiedenis.
In eerder werk, bijvoorbeeld over verlaten synagoges in New York, lag in zulke opnamen veel stil drama verscholen. Deroo werkt vaak in gebouwen en huizen waarmee het weleens slecht zou kunnen aflopen. Na het overlijden van prinses Juliana en prins Bernhard kreeg ze bijvoorbeeld toegang tot paleis Soestdijk, een woonpaleis waarvan de toekomst nog steeds ongewis was. Het Rijksmuseum stevende af op een happy end. De fotografe trof een gebouw waaruit het bestaan niet aan het wegebben was, maar waaraan juist steeds meer leven werd toegevoegd.
Misschien dat dat gegeven Deroo dwars is gaan zitten in het boek. Haar methode lijkt meer gebaat bij vergankelijkheid dan bij voorspoed. Rijksmuseum ontbeert iets van de lading die eerder werk wel heeft.
De foto's worden gepresenteerd zonder logische volgorde. De kijker springt van 2004 naar 2012 naar 2006 en weer terug. Ook worden de beelden niet gegroepeerd naar de zaal of gang waar ze zijn genomen. Daarmee dwingt het boek - vormgeving Irma Boom, die ook het nieuwe logo van het Rijks Museum ontwierp - de foto's individueel te bekijken. Een aantal daarvan is monumentaal en indringend. Maar de pagina's met een overvloed aan kleine foto's (geen details, maar net als de andere beelden steeds op afstand genomen) lijken afbreuk te doen aan die grootsheid.
Slechts hier en daar, in grote uitvouwbladen, is iets zien van de eindfase van de verbouwing; bijvoorbeeld zalen met in plastic verpakte kunstwerken, klaar om te worden opgehangen. Daarmee laat Deroo de voltooiing van het Grand Travail aan het Museumplein niet zien. Dat laat zij over aan Jaap Huisman, de auteur van het andere boek over het Rijks, Het Nieuwe Rijksmuseum - Cruz y Ortiz Architects, dat ook vandaag moet verschijnen.
BOUWGELD VOOR KUNST
Ter gelegenheid van de verBOUWinG van hEt Rijksmuseum kregen fotografe Wijnanda Deroo en een aantaL anDere kunstenaars een opdracht VOOR een KUNSTwerk. Dit gebeurde op grond van een regeling die voorschrijft dat een percentage van de bouwsom moet worden besteed aan kunst. Andere kunstenaars zijn Fiona Tan, Simon Starling, Bik van der Pol, Germaine Kruip, Richard Wright en Lara Almarcegui. Job Koelewijn organiseert zondag om 15 uur en om 15.30 uur een grootschalige performance op het Museumplein. Penny Jones, internationaal bekend van haar openingsceremonies bij de Olympische Spelen en de Afrika Cup heeft de regie.