Nieuws
De Stint mag (onder voorwaarden) weer de weg op
De Stint kan, onder een aantal strenge voorwaarden, komend schooljaar weer de weg op. Dat schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) woensdag aan de Tweede Kamer.
Daarmee is de terugkeer van de elektrische bolderkarren die vooral worden gebruikt door kinderdagverblijven, weer een stap dichterbij.
Met de kinderopvangsector heeft Van Nieuwenhuizen de afgelopen maanden uitvoerig gesproken over deze voorwaarden, die in een convenant zijn vastgelegd. Ze wilde het pakket afspraken vorige week al bekendmaken, maar stelde dit uit nadat het Openbaar Ministerie informatie naar buiten bracht over het onderzoek naar het dodelijke ongeval met de Stint in Oss, vorig jaar september. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven en raakten de bestuurder en een kind zwaargewond.
Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
Tien kinderen
Op het ministerie leeft de gedachte een rijbewijs verplicht te stellen voor bestuurders van de Stint. Maar met het rijbewijs dat het dichtst in de buurt kwam, rijbewijs B, mogen zonder de bestuurder hooguit acht personen tegelijk worden vervoerd. Van Nieuwenhuizen hoopt uiterlijk volgend jaar een definitief toelatingskader voor bijzondere bromfietsen, zoals de Stint, rond te hebben. Tot die tijd mogen er in elk geval tien kinderen mee worden vervoerd, zoals ook het geval was bij de ‘oude’ Stint.
Voor de kinderopvang is een maximum van acht kinderen een brug te ver. Het zou betekenen dat er extra Stints en extra begeleiders nodig zijn om kinderen van en naar de opvang te brengen. ‘En we willen juist het aantal vervoersbewegingen met kinderen beperken’, zegt voorzitter Felix Rottenberg van de Brancheorganisatie Kinderopvang. ‘Het afgelopen schooljaar moesten we taxibusjes inzetten en was er een optocht van kinderen op fietsen achter elektrische bakfietsen te zien. Het is er door het ontbreken van de Stint niet veiliger op geworden.’
Voor de nieuwe Stint kan terugkeren op de weg, moet het voertuig eerst nog worden goedgekeurd door de RDW en – opnieuw – worden aangewezen als bijzondere bromfiets. Sinds oktober vorig jaar, kort na het ongeval in Oss, staan de drieduizend Stints op last van Van Nieuwenhuizen stil. Er lopen en liepen meerdere onderzoeken naar de Stint. Het OM zei vorige week nog altijd niet te weten wat het dodelijke ongeluk in Oss heeft veroorzaakt en sluit zelfs niet uit dat de oorzaak nooit zal worden achterhaald.
Rijvaardigheidstraining
Bestuurders van de Stint moeten voortaan 18 jaar of ouder zijn en een rijvaardigheidstraining hebben afgelegd. De buitenschoolse opvangplekken (bso’s) dienen vooraf vast te leggen welke ‘standaard veilige routes’ ze nemen met de Stint, bijvoorbeeld naar school of het zwembad. Daarin moet, zo is nu afgesproken, ‘maximaal’ gebruik worden gemaakt van fietspaden die zijn gescheiden van wegen voor het snelverkeer, wegen met een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en kruisingen voorzien van verkeersregelinstallaties.
Voorzitter Gjalt Jellesma van de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang (Boink) spreekt van een stevig akkoord, waaraan ‘pittige’ onderhandelingen met de minister vooraf zijn gegaan. ‘We komen van ver. De Tweede Kamer riep dat de Stint nooit meer de weg op zou mogen. En de minister is een tough cookie: zij zat heel erg op de lijn van ‘dit mag nooit meer gebeuren’. Wij hebben altijd gevonden dat de Stint een veilige manier van vervoeren is. Veel ouders laten weten dat ze dat net zo zien. Natuurlijk twijfelen ze ook, maar alle alternatieven van vervoer zijn minder veilig.’
Steekproeven
Een onafhankelijke commissie, bestaande uit drie experts op het gebied van verkeersveiligheid, handhaving en kinderopvang, moet erop toezien dat de opvanglocaties zich aan de regels houden. Ook komen er steekproeven, die moeten uitwijzen of bso’s zich aan de veilige routes houden. Het Waarborgfonds Kinderopvang wordt hiervoor verantwoordelijk.
Als bso’s de regels te vaak overtreden, kan Van Nieuwenhuizen een streep door het convenant zetten. ‘Dat zou dan betekenen dat de Stint alsnog bij het grofvuil belandt’, zegt Jellesma. ‘Maar zo ver gaat het niet komen, daar ben ik van overtuigd. We gaan oudercommissies aansporen om ervoor te helpen zorgen dat bso’s zich aan de regels houden. Dat is in ieders belang.’
Het einde van de Stint, en terugkeer van de elektrische bolderkar
Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat stelt strengere veiligheidseisen aan de Stint. De elektrische bolderkar moet voortaan over een extra rem beschikken en mag maximaal acht passagiers vervoeren. De zitplaatsen moeten worden voorzien van veiligheidsgordels. Daarnaast verhoogt Van Nieuwenhuizen het toezicht op de fabrikant, met risicogerichte controles en een extra jaarlijkse inspectie.
In oktober vorig jaar vroeg het bedrijf achter de Stint faillissement aan. Een reconstructie van de weken na het dodelijke ongeval met zo’n elektrische bolderkar in Oss, dat de onderneming in een vrije val deed belanden.
Op 20 september 2018 werd een Stint met kinderen van een kinderdagverblijf aangereden door een trein bij station Oss-West. Vier kinderen kwamen om. Oss rouwde om het spoordrama: ‘Dit snijdt door je ziel’
