De spijt van Bolkestein

VVD-prominent Frits Bolkestein was vanaf het begin somber over de euro.

PETER DE WAARD

Dat Nederland in 1999 tot de eurozone toetrad, was geen historische vanzelfsprekendheid. Het was een zwaar bevochten politiek compromis dat anders had kunnen uitvallen als VVD-fractieleider Frits Bolkestein niet op het allerlaatste moment overstag was gegaan onder druk van premier Kok en minister Zalm van Financiën. Die hadden op hun beurt via geheime onderhandelingen de Duitse kanselier Kohl bereid gevonden hardere voorwaarden aan Italië te stellen.

In 2005 zou Bolkestein verklaren hiervan spijt te hebben gehad. In een interview met het blad Forum voorspelde hij 'dat de euro geen stand houdt, omdat een aantal landen sjoemelt met de criteria die de munt waardevast moeten houden. Als ik toen wist wat ik nu weet, had ik mijn partij misschien niet aanbevolen om voor de muntunie te stemmen.' Dat was drie jaar voor de kredietcrisis en vijf jaar voor de eurocrisis.

Bolkestein werd in 1990 fractieleider van de VVD. Tot die tijd stond de VVD bekend als de partij waarvoor Europese eenwording niet snel genoeg kon gaan. Hij zag als een van de eersten de ontluikende spanningen en onvrede in de maatschappij over de massale immigratie en de Brusselse bureaucratie. In oktober 1991 riep hij dat het kabinet met een 'federaal Europa een schim najaagt'. In de Internationale Spectator van september 1992 noemde Bolkestein het verkeerd dat de regeringsleiders met de Economische & Monetaire Unie (EMU) een 'onomkeerbaar proces' hadden ingezet. Het duurde tot 1996 voordat hij bijval kreeg.

Er kwam een Groei- en Stabiliteitspact dat eurolanden verplichtte hun begrotingstekort onder de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te houden en de staatsschuld onder de 60 procent, op straffe van een boete. Hierdoor zou macro-economische stabiliteit in de hele Economische en Monetaire Unie (EMU) worden gegarandeerd.

Op 13 december 1996 tornden de EU-leiders voor het eerst aan de criteria van het Groei- en Stabiliteitspact. Ze besloten dat overtreders de boete konden ontlopen als ze werden getroffen door 'buitengewone omstandigheden' als een zware recessie. De aanpassing leidde direct tot de aanmelding van Italië voor deelname aan de nieuwe EMU. Bolkestein was verbolgen dat de paarse coalitie en met name zijn partijgenoot Gerrit Zalm zich hier zo snel bij hadden neergelegd. Hij voorspelde dat bij een plotselinge recessie of olieprijsstijging landen in problemen zouden komen. 'Een van de reacties op zo'n schok is een depreciatie van de wisselkoers van het getroffen land. Die mogelijkheid wordt ons met de muntunie uit handen geslagen.'

In een interview met NRC Handelsblad legde Bolkestein een tijdbom onder de Nederlandse deelname. 'Het begrotingstekort van een lidstaat mag niet hoger zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product, de staatsschuld niet meer dan 60 procent. Als landen worden toegelaten die zich hier niet aan houden, zal de VVD zich keren tegen de EMU.'

Bolkestein kreeg steeds meer steun. Jan Marijnissen van de SP eiste een referendum over toetreding tot de EMU. In een ingezonden stuk in de Volkskrant verklaarden zeventig Nederlandse economen dat de EMU berustte op 'dubieuze economische veronderstellingen'. Zij 'gaat gepaard met hoge werkloosheid, oplopende sociale spanningen en milieudegradatie'. Tot de groep behoorden hoogleraren als Emmerij, Klamer en Kleinknecht. Zelfs intellectuelen binnen de PvdA als Paul Kalma, Paul Scheffer en Bart Tromp kwamen met bezwaren tegen de snelheid van de verdere integratie. In de opiniepeilingen schoot de VVD omhoog: de partij van Bolkestein stond op tien zetels winst. Uit een NIPO-enquête bleek dat 56 procent van de bevolking een referendum over invoering van de euro wilde. Bij de VVD- en Groen Links-stemmers was dat zelfs meer dan 60 procent, bij D66 - de meest eurofiele partij - nog altijd ruim 50 procent. Daarnaast dacht 30 procent van de Nederlanders dat de euro zou leiden tot een verslechtering van de economie en maar 12 procent tot een verbetering.

Plots was de kans op een Nederlandse alleingang in politiek Den Haag een zo heet hangijzer geworden dat Helmut Kohl 's avonds zelf met Wim Kok belde voor nadere uitleg. Kok probeerde Bolkestein telkens te verzekeren dat landen die niet aan de criteria voldeden ook niet zouden kunnen toetreden. 'Bolkestein zou toch moeten weten dat een land met een excessief tekort de muntunie niet in kan gaan. Drie procent is drie procent.' Bolkestein verklaarde hem eraan te zullen houden. Op de vraag of de VVD zou tegenstemmen als er lidstaten tot de EMU zouden worden toegelaten met een begrotingstekort van meer dan 3 procent, zelfs een promille meer, antwoordde hij: 'Zeker'.

Bolkestein werd beschuldigd van Micawber-retoriek door het verschil tussen 3 en 3,2 procent zo te benadrukken. Zalm en de rest van het paarse kabinet speelden de nationale kaart uit: 'De euro is van belang voor Nederland'. Maar dat neemt niet weg dat premier Kok en minister Zalm achter de schermen wel degelijk dachten over uitstel van de EMU en hierover met onder anderen bondskanselier Kohl gesprekken voerden. 'Zelfs als de Italianen hun nieuwe schulden met 1,7 procent terugbrengen, zijn we er nog op tegen dat ze meedoen.' In de verkiezingsstrijd is ook Zalm kritisch over een ongeclausuleerd Italiaans lidmaatschap van de EMU. Uiteindelijk bleek Duitsland bereid harde voorwaarden aan Italië te stellen. Italië stemde in en Bolkestein bond in. Nederland zou op 1 januari 1999 meedoen aan de EMU.

Dit is een bewerkte versie van een hoofdstuk uit het boek Wat als... Pim Fortuyn niet was vermoord, dat 7 juni bij Meulenhoff verschijnt.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden