De prins van Koninginnedag
Zet vier verslaggevers op de hoeken van een groot kruispunt en laat ze ieder voor zich opschrijven wat zich op een gegeven moment daar midden op de kruising afspeelt....
De verslaggever van de Volkskrant die op Koninginnedag het bezoek volgde van de koninklijke familie aan Houten en Utrecht, weet ook nu nog niet zeker wat hij die dag eigenlijk heeft waargenomen.
Wat hij zag, en wat hij ook beschreef, was enerzijds een prins die zijn eigen gang ging, die zich - net als zijn schoonmoeder prinses Juliana altijd graag deed - aan het protocol onttrok. Anderzijds zag hij ook de licht in de war lijkende prins. Hij maakte op de verslaggever soms de indruk van iemand die afwezig in het niets leek te kijken, wat zo kenmerkend is voor de ziekte van Parkinson waar Claus aan lijdt. Maar dan stapte de prins weer doelgericht of -bewust op iemand achter de dranghekken af om een praatje te maken.
Misschien blijkt die onzekerheid van de verslaggever wel het sterkst uit de wat dubbelzinnige manier waarop hij de slotzinnen formuleerde: 'Prins Claus zal toch niet? Nee, prins Claus lijkt even afwezig.'
Een aantal lezers heeft zich aan de reportage gestoord. De toonzetting en de manier waarop over prins Claus werd geschreven, kwamen op hen anders over; ze vonden die denigrerend. Andere kwalificaties luidden: 'een aantal bijeengeraapte zinnen, die een subjectieve mening ten beste geven' en 'met een dergelijk artikel is de objectiviteit van een krant in het geding'.
Volgens een lezeres uit Breda had de hoofdredactie dit stuk moeten tegenhouden. Van de Volkskrant ben ik gewend dat er een oordeel wordt geveld over de kwaliteiten van een persoon, schrijft ze, maar niet over iemands persoonlijke gedrag of het ontbreken daarvan.
'Ik was helemaal niet van plan om speciaal op prins Claus te gaan letten', zegt de verslaggever. Maar het frappeerde hem hoe de prins optrad, eigenlijk direct al na de aankomst van de koninklijke trein in Houten. Als je wilt, kun je het stuk inderdaad op twee manieren lezen, erkent hij, maar de eerste manier - die van de eigenzinnige, niet-protocollaire prins - heeft zijn voorkeur.
Een Rijswijkse lezer heeft nog een ander probleem met het verslag. Wie de reportage op de televisie heeft gezien, heeft een totaal andere indruk gekregen van de festiviteiten dan degenen die alleen de Volkskrant hebben gelezen, schrijft hij.
Dat klopt, zegt de verslaggever. 'Anders dan de televisiecamera's hebben wij - de journalisten die het koninklijke gezelschap op enige afstand volgden - een aantal spectaculaire voorvallen rond de prins niet gezien. Wij moesten van de Rijksvoorlichtingsdienst bij Beatrix blijven.' Claus sloot zich, wederom buiten het draaiboek om, aan bij de fietstocht die voor de jonge prinsen was georganiseerd.
Pas 's avonds, toen de verslaggever zijn verslag al op de redactie had ingeleverd, zag hij stukken van de televisie-uitzending met daarin onder andere de liftster achterop de fiets. 'Dat hebben wij 's ochtends niet kunnen zien.'
Ook al zou hij het wel hebben kunnen volgen, dan nog zou de teneur van het stuk niet anders zijn geworden, zegt hij. De prins op de televisie kwam hem minder authentiek voor dan hij zelf had beschreven; Claus leek een beetje te reageren op de camera, zegt hij, verwijzend naar het 'mallotige dansje' met Pieter van Vollenhoven.
En als hij alles nog eens op een rijtje zet, vindt de verslaggever 'zijn' prins aardiger dan de televisie-prins. De 'zijne' was een eigenzinnige, min of meer geïsoleerd opererende prins die charmant reageerde op de mensen aan de kant. 'Ik heb in het stuk echt niet meer willen leggen dan dat.'