Reportage

De prijs van expats, die inderdaad goed zijn voor onze economie

Expats in Eindhoven spelen hun overwinning na een potje cricket in een park. 
 Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Expats in Eindhoven spelen hun overwinning na een potje cricket in een park.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Het kabinet zet voorzichtig het mes in het belastingvoordeel voor expats. Dat gebeurt veel minder ingrijpend dan eerder door het bedrijfsleven werd gevreesd. Wat maakt kenniswerkers zo belangrijk? Een kijkje in de Eindhovense wijk Meerhoven, waar de helft van de inwoners expat is.

Marieke de Ruiter

Er is haast geen Hollandser plek denkbaar dan ‘Silicon Valley aan de Dommel’. In de nieuwbouwwijk Meerhoven, onder de rook van Eindhoven Airport, werpt een waterige najaarszon schaduwen op dezelfde rode bakstenen flats als die in elke vinexwijk staan. In het park grazen grauwe ganzen en wilde eenden. Niets verraadt, kortom, dat dit het internationale hightech-epicentrum van Nederland is.

Tot over het grasveld de doffe klap klinkt van een bal tegen een cricketbat. Gevolgd door gejoel: ‘Nice shot, batting boys!’

Hier wordt zaterdagmiddag cricket gespeeld. Of eigenlijk: beleden. Want cricket is voor de aanwezige kenniswerkers uit India geen sport, ‘maar de enige religie die wij in Zuidoost-Azië wél delen’. Dat hun gebedshuis dit voorjaar in de Eindhovense nieuwbouwwijk verrees, heeft alles te maken met de bedrijven die hier op een steenworp afstand zitten: ASML, Philips, NXP, Signify. Het zijn de werkgevers van software-ingenieurs als Dean, die naar eigen zeggen het Indiase Kochi verruilde voor Nederland om twee redenen: ‘De werk-privébalans en geld.’

Het had weinig gescheeld of dat tweede argument had aan kracht ingeboet. In de zoektocht naar miljarden om de koopkracht mee te stutten, lekte dit voorjaar uit dat het kabinet het mes wilde zetten in het fiscale voordeel voor kenniswerkers: de expatregeling. Deze bepaalt dat expats gedurende vijf jaar geen belasting hoeven te betalen over 30 procent van hun inkomen. Het douceurtje kost de schatkist jaarlijks een miljard, geld dat het kabinet goed kan gebruiken voor bijvoorbeeld de energietoeslag.

Maar nog voor er een voorstel lag, stonden werkgeversorganisaties al op hun achterste benen. Twintig techbedrijven, waaronder Booking en Adyen, stuurden een open brief waarin zij ‘met klem’ vroegen de regeling ongemoeid te laten. Het zou ‘een essentieel instrument’ zijn om internationaal talent naar Nederland te halen. Volgens werkgeversvoorzitter Ingrid Thijssen was het zelfs ‘het enige dat Nederland enigszins aantrekkelijk maakt voor buitenlands talent’. De universiteiten repten in een open brief eveneens van een ‘randvoorwaarde’.

Knappe koppen en gouden handen

Het bleek niet aan dovemansoren gericht: in de miljoenennota staat weliswaar een versobering van de regeling, maar deze blijft zeer beperkt. Alleen expats die meer verdienen dan de balkenendenorm (216 duizend euro) kunnen geen aanspraak meer maken op het belastingvoordeel. Dat gold vorig jaar voor 6,5 procent van de 64 duizend gebruikers van de regeling. Het levert een besparing op van 88 miljoen. Een opluchting voor het bedrijfsleven. Maar hoe belangrijk zijn kenniswerkers eigenlijk voor de economie?

De expatregeling dateert uit de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Voor de wederopbouw van Nederland was dringend kennis uit het buitenland nodig. Het belastingvoordeel, van toen nog 40 procent, moest vooral Amerikanen en Amerikaanse bedrijven verleiden de Atlantische Oceaan over te steken. Nog altijd dient de expatregeling het vestigingsklimaat van Nederland te versterken en werknemers aan te trekken met een expertise die schaars is. Om te beoordelen of van die deskundigheid sprake is, hanteert de Belastingdienst een inkomenseis van minimaal 39.467 euro bruto per jaar. Zo onderscheidt de fiscus de beter betaalde expat van de slecht betaalde arbeidsmigrant.

Inmiddels wordt de grootste groep kenniswerkers gevormd door ict’ers uit India, gevolgd door Chinezen en Turken. Het zijn de ‘knappe koppen’ en ‘gouden handen’ die zaterdags te vinden zijn op het cricketveld in Meerhoven, waar expats inmiddels de helft van de bevolking uitmaken. Mannen zoals Rajesh, die zonnepanelen maakt. En ingenieur Randhir, die zich bij ASML buigt over fotolithografie.

Waar de Amerikanen broodnodig waren om onze naoorlogse economie uit het slop te trekken, zijn de huidige kenniswerkers volgens de Eindhovense brainport- en economiewethouder Stijn Steenbakkers (CDA) onontbeerlijk voor de economie van de toekomst. ‘Op de vijf vierkante kilometer van Brainport wordt gewerkt aan de oplossingen voor problemen van morgen’, zegt hij. ‘Vanuit de hele wereld is vraag naar wat wij hier maken. VDL is essentieel voor de electrificering van vervoer, Philips voor de medische wereld en zonder ASML geen chips.’

En dus moet ook vanuit de hele wereld personeel naar Eindhoven uitrukken. Want alleen al in de Brainportregio staan ongeveer 15 duizend vacatures open. Functies die volgens Steenbakkers niet alleen in te vullen zijn met het schaarse technische talent in Nederland. ‘Dit hebben we eerder gezien in Eindhoven’, vertelt hij. ‘Toen Philips eind 19de eeuw kwam, was de economisch boost ook zo groot dat we het niet alleen met onze eigen mensen aankonden en werd de wijk Drents Dorp gebouwd. De ‘internationals’ van toen kwamen uit Drenthe, nu komen ze onder meer uit Spanje, Zuid-Amerika en India.’

Een cricketteam van expats wenst elkaar succes voor de wedstrijd.
 Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Een cricketteam van expats wenst elkaar succes voor de wedstrijd.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Homerun

Op de cricketpitch staat ASML-ingenieur Randhir (33) uit te puffen van de homerun waarmee hij de Cricket Warriors zojuist de overwinning heeft bezorgd. Natuurlijk waren er tal van redenen om zich in Nederland te vestigen, vertelt hij. De baan leek hem leuk, het onderwijssysteem is goed en de mensen zijn hartelijk – of in ieder geval hartelijker dan in Duitsland, waar hij hiervoor werkte. ‘Overigens had het weer geen rol in de keuze’, glimlacht hij terwijl hij naar de dreigende lucht wijst. En zeker, ook financiële overwegingen speelden mee. ‘Geld is nu eenmaal belangrijk in het leven’, zegt hij.

Dus toen hij dit voorjaar op Facebook las dat de expatregeling ter discussie stond, moest hij wel even slikken. Hij heeft het belastingvoordeel nodig vanwege de extra kosten die hij maakt. ‘Ik moet een keer per jaar naar huis vliegen’, zegt hij. ‘En anders dan bij Nederlandse stellen werkt mijn vrouw nog niet.’

Wat ook meespeelt: hij weet niet waar hij het beste terechtkan voor basisbehoeften. ‘Toen ik net in Nederland was, ging ik bijvoorbeeld altijd naar de Albert Heijn, nu weet ik dat de Jumbo goedkoper is.’ Toch zou hij niet zomaar uit Nederland zijn vertrokken als het belastingvoordeel daadwerkelijk was opgeschort. ‘Ik ben hier toch wel echt voor mijn baan.’

Dat geldt voor meer kenniswerkers. Uit een externe evaluatie die het ministerie van Financiën in 2017 liet uitvoeren naar de expatregeling, blijkt dat voor slechts 3 tot 10 procent van de expats het belastingvoordeel doorslaggevend is in hun keuze voor Nederland. Het geldt vooral voor goedverdienende kenniswerkers; zij profiteren immers meer. Sterker: volgens het onderzoek zou een goedverdienende bovenlaag afkomstig uit welvarende landen, zoals engineers uit de VS en managers uit Duitsland, buitensporig profiteren. De 10 procent hoogste inkomens waren goed voor 40 procent van de gederfde belastinginkomsten.

Het onderzoeksbureau adviseerde daarom de regeling te maximeren op een jaarsalaris van 100 duizend euro. In zo’n geval zou 30 duizend euro onbelast op de rekening komen: genoeg om de verhuiskosten en buitenlandse familiebezoeken te dekken. Daarnaast zouden bonussen en aandelenpakketten geheel moeten worden uitgesloten van het belastingvoordeel, iets dat het kabinet nu nalaat.

Het afschaffen van het douceurtje werd door de onderzoekers overigens niet genoemd als oplossing. Daarmee zou Nederland zich in de voet schieten; was ons land volgens de EU Tax Observatory in 1994 immers nog een van de vijf landen met een dergelijke regeling, nu probeert op Duitsland na elk West-Europees land kenniswerkers te lokken met een belastingvoordeel. In België is er sinds dit jaar nota bene een regeling van kracht naar Nederlands model.

Kloof

Bovendien leveren expats ook indirect iets op. Dat er veel internationale bedrijven met hun koopkrachtige kenniswerkers – hun jaarsalaris is gemiddeld twee keer zo hoog – neerstrijken in steden als Eindhoven en Amsterdam, merken immers ook de bakkers, bars en sportscholen daar. In Brainport wordt geschermd met het credo dat zo voor elke kenniswerker zeven nieuwe banen ontstaan. Volgens hoofdeconoom Otto Raspe van de Rabobank, die onderzoek deed naar de Brainportregio, is er inderdaad sprake van zo’n effect, maar tilt het rijzende tij lang niet alle boten op.

‘Je ziet dat een brede groep profiteert van de economische groei in de Brainportregio’, stelt hij. ‘Maar er is ook een grote groep die er geen betere baan aan overhoudt. Zij hebben het extra zwaar, want de stad wordt er wel duurder van en er is meer concurrentie (op onder meer de woningmarkt, red.).’ Het kan leiden tot een groeiende kloof tussen de hoogopgeleide kenniswerker enerzijds en de lageropgeleide Eindhovenaar aan de andere kant. Iets dat Raspe ook in zijn onderzoek naar Amsterdam zag.

Ook wethouder van Economische Zaken Steenbakkers is van mening dat de economische groei van zijn regio niet alleen een ‘hosanna-verhaal’ is. Het legt immers ook druk op de voorzieningen. Hij ziet het aan de dagelijkse file voor de poort van ASML. Aan de huurprijzen, die vorig jaar nergens zo hard stegen als in Eindhoven. Aan het biertje dat niet langer op elk terras in het Nederlands kan worden besteld. Aan de basisscholen ook, waar 6 procent van de kinderen international is. ‘De uitdaging is: hoe houd je dat allemaal bij elkaar’, zegt de wethouder, ‘hoe zorg je dat iedere Eindhovenaar zich thuis blijft voelen en het, zoals we dat hier zeggen, ‘gezellig’ blijft?’

Geen nieuw San Francisco

Het antwoord is volgens Steenbakkers niet minder groei, maar juist een ‘schaalsprong’. Met hulp van het Rijk wil hij 1,3 miljard investeren in een forse uitbreiding van de woningvoorraad, voorzieningen en infrastructuur. Daarnaast probeert hij, hoe kan het ook anders, de verbinding te zoeken tussen nieuwkomers en oorspronkelijke bewoners. Dat betekent: geen dure internationale scholen buiten de wijk, maar Engelse en interculturele les voor reguliere basisschooldocenten en techniekonderwijs voor ‘eigen talent’. Ondertussen probeert hij de vrouwen van expats naar werk te begeleiden zodat zij beter settelen en hun potentieel wordt benut.

Want er is één ding dat Steenbakkers niet wil en dat is het nieuwe San Francisco aan de Dommel worden. De stad waar het nieuwe geld van techwerkers de oude inwoners verdreef, en nu alleen nog maar plek is voor de happy few.

Ook de cricketpitch in Meerhoven is zo’n poging een brug te slaan. Al gebeurt dat vooralsnog vooral tussen de kenniswerkers onderling. Zo leren de TU-alumni van ‘Cricket Eindhoven’ vandaag de Zuid-Indiase kenniswerkers van ‘Kombanz’ kennen door de grasmat eens flink met hen aan te vegen. Software-ontwikkelaar Dean voelt zich mede dankzij de cricket inmiddels zo thuis in Eindhoven dat hij niet meer terug wil. Zelfs niet nu na vijf jaar zijn belastingvoordeel bijna ten einde is. ‘Mijn vrouw en ik hebben wel overwogen om weer naar India te gaan', zegt hij. ‘Maar daar draait het alleen maar om werken, terwijl je hier in Nederland ook lekker kan leven.’

Wie valt er onder de expatregeling?

De expatregeling is bedoeld als compensatie van de kosten die expats maken omdat zij vanwege hun werk in een ander land verblijven. Om ervoor in aanmerking te komen moet een kenniswerker minimaal 150 kilometer van de grens hebben gewoond en 39.467 euro per jaar verdienen (of een 30-minner zijn met een mastertitel en een inkomen van 30.001 euro). Het aantal gebruikers van de regeling is de afgelopen jaren fors toegenomen van bijna 38 duizend in 2009 tot 67 duizend in 2021. Na ict’ers, gaat het met name om academici, werknemers uit de financiële sector en bestuurders. Zij kunnen maximaal vijf jaar gebruik maken van het belastingvoordeel (dat was acht jaar).

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden