De ploeg die een heel land opvrolijkte

PAUL ONKENHOUT

Niemand, helemaal niemand hield er voor het begin van het WK rekening mee dat Nederland zich in Brazilië zou plaatsen voor de halve finale. Het is goed dat nog even te memoreren alvorens vast te stellen dat Nederland - Argentinië de akeligste wedstrijd was van het toernooi en misschien wel uit de wereldgeschiedenis.

De wedstrijd was van een monumentale saaiheid, een gedrocht. Door Oranje massaal en langdurig te laten verdedigen deed Louis van Gaal te grote concessies aan de Nederlandse opvatting dat voetbal meer behelst dan winnen.

Bovenstaande observaties in zijn wedstrijdverslag kwamen Willem Vissers op talloze negatieve reacties te staan. Op Twitter zei iemand te hopen dat hij uit een vliegtuig zou worden gegooid.

Het deed me denken aan de mensen die boos zijn op weermannen en -vrouwen als het regent of stormt. Alsof Gerrit Hiemstra daar iets aan kan doen. Alsof Willem Vissers er iets aan kan doen dat Nederland én Argentinië maar één ding wilden, niet verliezen, en door de coaches kapot waren geïnstrueerd.

Op volkskrant.nl legde Vissers uit hoe het komt dat zo veel mensen aanstoot namen aan zijn stuk. Ik kijk anders naar voetbalwedstrijden dan mensen met een wortelpruik op hun hoofd, zei hij.

Ik vraag me af of dat waar is. Hooguit letten voetbalverslaggevers op andere dingen dan mannen met wortelpruiken. De factor die het verschil maakt, is spanning. De spanning zorgde ervoor dat Nederland - Argentinië voor het merendeel van de negen miljoen kijkers goed te verdragen was. De rest van de wereld zat vloekend voor de tv, dat wel, daar speelde de spanning geen rol.

Het is het WK geworden van de grote tegenstellingen. Alleen in 1990 contrasteerden de verwachtingen zo sterk met de resultaten. Iedereen was er destijds van overtuigd dat Nederland wereldkampioen zou worden, waarna de ploeg in de groepsduels drie gedrochten creëerde en in de tweede ronde door de Duitsers naar huis werd gestuurd.

Ditmaal was het andersom. Zelfs Van Gaal had er geen vertrouwen in, een paar maanden voor het begin. Zelfs de Belgen dachten dat ze op het WK beter zouden presteren dan Oranje. Zelfs Johan Cruijff zei dat Nederland een puike prestatie zou leveren als de groep zou worden overleefd.

En toen maakten we woensdag weer zo'n merkwaardig contrast mee, een wedstrijd die in bijna alles anders was dan de bejubelde opmars in Brazilië en iedereen in één klap ontnuchterde.

Robben zat gevangen. Van Persie verschanste zich in een al dan niet zelf gekozen isolement. Blind liep alleen maar achter Argentijnen aan. Kuijt gaf de ene na de andere mislukte pass. Oranje miste strafschoppen.

Zelfs de gouden pik was verdwenen en niet alleen omdat de wissels van Van Gaal deze keer weinig effect sorteerden. Waarom nam hij het risico met De Jong? Waarom liet hij Van Persie in de verlenging niet in het veld staan, ondanks alles, zodat hij Krul voor de strafschoppen achter de hand had en niet aan Vlaar hoefde te vragen of die de eerste penalty wilde nemen?

Het slot was grauw en roemloos. Het poldercatenaccio toonde geen enkele schittering. Van Gaal bleef tot het einde geloven in het reactievoetbal en werd gedreven door angst. Het genie was verdwenen.

Wat Oranje nodig had in het laatste deel van de halve finale, was een Cruijffiaanse daad van moed; een scheut Hollandse School die de Argentijnen in verwarring had kunnen brengen. Er gebeurde niets.

Er zal over het einde nog veel worden gezegd en geschreven, maar het gaat gelukkig om iets groters. Wat telt is dat het een prachtig wereldkampioenschap was, een toernooi waar miljoenen mensen in Nederland zich wekenlang in onderdompelden, met of zonder wortelpruik.

Een heel land opvrolijken, het is Oranje en Louis van Gaal gelukt.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden