reportage
De partij van Mandela heeft weinig gedaan voor de kansen van veel zwarte Zuid-Afrikanen. Nu komen ze in opstand
Zwarte Zuid-Afrikanen zijn 27 jaar na de afschaffing van de apartheid nog steeds achtergesteld en arm. Omdat zij het gevoel hebben dat regeringspartij ANC weinig aan dit onrecht zal doen, nemen sommigen het heft in eigen hand door grond te bezetten om huizen op te bouwen.
Op een winderige vlakte naast de snelweg N12 werkt Bongani Ngubane (37) aan zijn ideaal van een eerlijker Zuid-Afrika. ‘Met een groep mensen hebben we vorig jaar dit stuk land bezet’, verklaart hij op een steenworp afstand van de voorbijrazende auto’s. ‘Omdat de regering ons niet helpt met betaalbare woonruimte, doen we het zelf.’
Ngubane kijkt uit over de honderden huisjes van golfplaat die hij en zijn medestanders hebben neergezet op het terrein vlak bij Klipriviersoog, zoals de omgeving even ten zuiden van Johannesburg heet. De metalen keten blinken in de scherpe winterzon. Het besluit om hier neer te strijken, werd genomen na de corona-uitbraak.
‘Tijdens de eerste lockdown van vorig jaar verloren veel mensen werk en inkomsten, ze konden hun huur in de townships van Johannesburg niet meer betalen’, zegt Ngubane, die zelf amper nog werk vindt als lasser. Veel huurders belandden, ondanks een moratorium op huisuitzettingen, op straat. Op de vlakte bij Klipriviersoog hebben Ngubane en de anderen geen huisbazen, al noemt de overheid de nederzetting illegaal en probeert zij de nieuwe bewoners weg te krijgen.
Een tekort aan woningen en grondbezit voor de zwarte meerderheid is een van de grotere problemen waarmee Zuid-Afrika kampt sinds het land 27 jaar geleden de apartheid afschafte. Van al het particuliere bouwland is nog altijd meer dan tweederde in handen van de witte minderheid. Zwarte bewoners kregen tijdens de rassensegregatie zogeheten ‘thuislanden’ toegewezen. Het wekt de woede van Ngubane dat het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) van wijlen Nelson Mandela weinig aan dit historisch onrecht heeft weten te veranderen. De partij regeert immers al onafgebroken sinds 1994. ‘Zuid-Afrika is tegenwoordig een democratie, maar wat betekent democratie als je de grond onder je voeten niet bezit? Ik geef het ANC de schuld, de partij denkt alleen maar aan zichzelf in plaats van aan andere zwarten.’
Onvrede onder achtergestelde Zuid-Afrikanen was een van de motieven bij de grootschalige plunderingen en rellen van afgelopen maand in KwaZulu-Natal en in Gauteng, de provincie waar de miljoenenstad Johannesburg ligt. De hevige onlusten, waarbij meer dan 300 doden vielen en duizenden winkels werden vernield, werden gestart door medestanders van ex-president Jacob Zuma. Zuma is door corruptieschandalen omgeven en ging begin juli tot ongenoegen van zijn fans de cel in. Tal van andere Zuid-Afrikanen lieten vervolgens hun frustraties over de enorme maatschappelijke ongelijkheid en de groeiende werkloosheid de vrije loop. Eenderde van de Zuid-Afrikaanse beroepsbevolking zit officieel zonder werk, een record. Als je de mensen meerekent die het hebben opgegeven om naar werk te zoeken, bedraagt de werkloosheid zelfs meer dan 40 procent.
‘Veel mensen liggen ’s nachts met een lege maag in bed, als zij de kans krijgen om een winkel leeg te halen, dan houd je ze niet tegen’, zegt Ngubane. Hij voegt eraan toe dat hij zelf niet plunderde. Een buurvrouw van hem profiteerde volgens de politie wel: de vrouw werd net nog opgepakt en afgevoerd. Ze wordt verdacht van heling van een gestolen televisie. Het incident is extra pijnlijk omdat de vrouw de partner is van de voorman van de nederzetting nabij Klipriviersoog, de 39-jarige Themba Maseko.
Maseko is, net als Ngubane, een aanhanger van de Economische Vrijheidsstrijders (EFF), de radicaal-linkse partij die zegt op te komen voor zwarte Zuid-Afrikanen die zich door het ANC in de steek gelaten voelen. Maseko draagt een rode muts en Ngubane een rode baret, net zoals Julius Malema vaak doet, de EFF-leider die sinds de oprichting van zijn partij in 2013 de aandacht trekt met zijn militante optreden. Maseko wuift de kwestie rond zijn opgepakte vriendin weg. ‘We wisten niet dat de tv gestolen was toen we hem van iemand kochten’.
Zijn partijgenoot Ngubane begint weer over hun nederzetting. Volgens hem laat die goed zien waarvoor de EFF staat: grond innemen zonder ervoor te betalen. Volgens de EFF is dit noodzakelijk om zwarte Zuid-Afrikanen meer land te geven. Critici noemen het negeren van bestaande eigendomsrechten door de EFF de nagel aan de doodskist van Zuid-Afrika’s toch al strompelende economie. EFF-leider Malema staat er bovendien om bekend dat hij zijn beleidsvoornemens aan de man probeert te brengen met populistische taal. Dat Malema’s boodschap niettemin weerklank vindt, blijkt wel uit de ruim 10 procent van de stemmen die de EFF tijdens de landelijke verkiezingen van 2019 kreeg.
De tekortkomingen van het ANC kwamen al veel eerder aan het licht. Zo publiceerde de gedesillusioneerde ex-ANC-parlementariër Andrew Feinstein reeds in 2009 een geruchtmakend boek, After the party, waarin hij uit de doeken doet hoe Mandela’s opvolger, Thabo Mbeki (president van 1999 tot 2008), het staatsbelang van Zuid-Afrika ‘ondergeschikt’ maakte aan de behoeften van de partijbestuurders. Als machthebbende partij werd het ANC – zoals helaas in meer Afrikaanse landen is gebeurd – een omgeving voor baantjesjagers en vriendjespolitiek. Feinstein vond het ook pijnlijk dat Mbeki weinig wilde weten van een onderzoek naar een schimmige wapendeal waarbij Jacob Zuma betrokken was geweest, de man die in 2009 namens het ANC president zou worden en tot zijn aftreden in 2018 miljarden aan de staatskas liet onttrekken door zijn zakenvrienden.
Een antwoord op de vraag waarom het ANC ondanks alles nog altijd meer dan de helft van alle stemmen trekt, komt van Mpho Pitse (46). Niet dat Pitse geen enkele reden heeft tot klagen: zo heeft ze geen baan en zit ze net als veel andere Zuid-Afrikanen vaker zonder stroom sinds het staatselektriciteitsbedrijf Eskom ten prooi viel aan het wanbestuur van Zuma. In haar woning in Alexandra, een township van Johannesburg, kan Pitse moeilijk haar telefoon opladen. In haar koelkast bewaart ze geen eten meer – vlees en groenten bederven toch maar. ‘Als ik de elektrische stoof niet aan kan zetten om mijn huis te verwarmen, moet ik me buiten warmen aan het vuur van houtblokken’, vertelt Pitse terwijl ze in haar keukentje een bijl tevoorschijn haalt.
Maar volgens Pitse doet het ANC sommige dingen wel degelijk goed. Ze ontvangt net als miljoenen andere Zuid-Afrikanen een maandelijkse kinderbijslag, een uitkering die in menig ander Afrikaans land niet bestaat. Omgerekend 45 euro krijgt ze, en dat is – samen met het geld dat ze verdient door zelfgebakken cakejes te verkopen – net genoeg om het hoofd boven water te houden. Ook kent Zuid-Afrika een systeem van sociale huisvesting.
Pitse’s belangrijkste reden om trouw te blijven aan het ANC is wat ze omschrijft als ‘het clubgevoel’. Zoals voor zoveel zwarte Zuid-Afrikanen, blijft voor haar het ANC de ‘bevrijdingsbeweging’ die door een decennialange strijd een einde wist te maken aan de apartheid. ‘Het is net als met het steunen van je voetbalploeg in de hoop dat ze volgend seizoen eindelijk weer eens winnen’. Pitse denkt dat de huidige president Cyril Ramaphosa, de opvolger van Zuma, erin kan slagen om schoon schip te maken in het ANC, zoals hij heeft beloofd. ‘Ik adoreer Ramaphosa’, zegt ze over de man die in de jaren negentig reeds door Nelson Mandela werd aangeprezen als geschikte presidentskandidaat.
De 33-jarige Maphokoane Serobanyane daarentegen verwacht weinig van de beloftes over bestuurlijke vernieuwing door het ANC, volgens haar gaan de problemen verder dan de politieke poppetjes. ‘Het ANC laat ons structureel in de steek, er zijn niet genoeg banen’, zegt Serobanyane, die na de middelbare school een opleiding volgde in hydrocultuur, oftewel het kweken van planten in water in plaats van in grond. Een vaste baan vond ze niet: ze probeert tegenwoordig geld te verdienen door citroenen, sigaretten en oorbellen te verkopen bij een zelfgeknutseld stalletje in de township Soweto.
Serobanyane behoort tot de jongere generatie van Zuid-Afrikanen die Mandela en consorten verwijten dat ze bij de afschaffing van de apartheid niet genoeg concessies op financieel-economische vlak wisten los te maken bij de scheidende, witte machthebbers. Terwijl ANC-kopstukken zich naderhand via hun politieke connecties riante posities in het geliberaliseerde bedrijfsleven wisten te verschaffen, bleven gewone mensen achter, stelt Serobanyane. ‘Onze ouders streden weliswaar voor politieke bevrijding, maar ze groeven tegelijkertijd een diepe economische kuil voor ons jongeren.’
Onder oudere Zuid-Afrikanen valt juist regelmatig te horen dat de jongere generatie onvoldoende snapt hoe precair de situatie in de jaren negentig was, hoe de ANC-leiders moesten voorkomen dat ze nerveuze witte landgenoten al te huiverachtig zouden maken voor de ingrijpende politieke machtsverschuiving. Serobanyane heeft weinig op met dit argument. Tijdens de plunderingen van een paar weken geleden in Soweto nam ze de gelegenheid te baat om bij de supermarkt tegenover haar stalletje wat maïsmeel en zoutjes mee te nemen. ‘Ik ben er niet trots op’, zegt ze, ‘maar ik moet nou eenmaal hosselen om rond te komen.’
Elders in Soweto kruipt Ntombi Zodwa (58) aan het begin van de avond in bed samen met vier van haar kleinkinderen en haar dochter van 26. Het gezin zoekt beschutting tegen de bittere kou. De stroom is weer eens uitgevallen, dus eten bereiden op het elektrische fornuis is er niet bij. Buiten maakt Zodwa’s broer Joseph (53) een vuurkorf aan zodat iedereen straks, met dikke jassen aan, de handen in elk geval eventjes kan warmen.
‘Door dat vuurtje stoken voelt het alsof we plattelanders zijn’, zegt Zodwa sarcastisch. Werk heeft ze niet, haar gezin moet het doen met de 45 euro kinderbijslag per maand en met de 100 euro pensioengeld van haar inwonende zus Zandile (61). ‘De regering zou meer voor ons moeten doen’, vindt Zodwa. Ze stemde lange tijd ANC, maar dat was vooral om aan het verwachtingspatroon van haar ouders te voldoen, legt ze uit. ‘Zij waren tot aan hun dood verliefd op de partij.’
Zodwa voelt meer verwantschap met de vele jongeren die altijd al minder voeling hadden met het ANC. Bij de verkiezingen van 2019 stemde ze voor het eerst op de Democratische Alliantie (DA), de liberale oppositiepartij die eenvijfde van de zetels in het Zuid-Afrikaanse lagerhuis bezet. Een zwarte stem op de DA is nog altijd niet vanzelfsprekend: de partij begon weliswaar met witte tegenstanders van de voormalige apartheid, het predikaat ‘wit’ blijft voor een boel zwarte Zuid-Afrikanen een ingewikkeld gegeven. Zodwa ziet het anders: ‘Zuid-Afrika is misschien wel beter af met een witte partij. Witten zouden ons vast niet zonder stroom laten zitten in de winter.’