De nieuwste mode: reizen per vlieger
Erik van den Berg deelt dagelijks een opmerkelijk fragment uit zijn verzameling historische dagboeken.
Gloucester, 29 september 1826
De mensheid schijnt dezer dagen grote vorderingen te maken. We bevaren de zeeën met stoom en onze rijtuigen rijden op stoom, maar dat is nog niets vergeleken met de nieuwste mode: reizen per vlieger.
Vandaag was ik in Gloucester getuige van een experiment. Al een paar dagen had ik twee grote papieren vliegers boven de stad gezien. Ze werden opgelaten door een schoolmeester, die er allerhande capriolen mee uithaalde.
De westenwind maakte een tochtje naar Cheltenham mogelijk. Daarom laat hij zijn sjees komen, hij bindt er twee vliegers aan vast, nodigt nog twee of drie mensen aan boord, en daar gaan ze: niet erg snel of in een vast tempo, maar toch snel genoeg.
De bochten leveren geen problemen op, want de wagenmenner bestuurt de sjees vanuit een soort kattenbak, via een lier aan een cilinder waar het vliegertouw om is gewonden.
Onderwijl trekken de vliegers lustig voort, waarbij de ene verder en hoger staat dan de andere. Het touw van de verste zit halverwege vast aan dat van de meer nabije, zodat ze met één touw kunnen worden bestuurd, in dezelfde richting werken en dubbele kracht opleveren.
Het ritje naar Cheltenham moet succesvol zijn verlopen, want hoewel wij al snel de achtervolging inzetten, hebben wij ze niet ingehaald.
Francis Edward Witts (1783-1854), Anglicaanse dominee, zijn dagboek werd na zijn dood in tien delen uitgegeven. Uit Diary of a Cotswold Parson.