de NAVO op wereldtournee

Is de NAVO, een paar jaar geleden nog meewarig omschreven als een ‘relikwie van de Koude Oorlog’, begonnen aan een tweede leven?...

door Paul Brill

‘Welkom op deze historische dag’, zegt brigade-generaal Bob Edmonds vergenoegd tegen een groepje Europese journalisten dat op bezoek is in het Pentagon. Hij is werkzaam bij het directoraat dat de lopende militaire operaties overziet, en heeft de ondankbare taak om uit te leggen dat de situatie in Irak toch niet zo uitzichtloos is als ze lijkt. Afghanistan gaat hem duidelijk beter af. Zeker, de door de NAVO geleide ISAF-strijdmacht is in het zuiden zwaar op de proef gesteld door de Taliban, die er een verrassende kracht ontplooide. Maar ISAF heeft die proef glansrijk doorstaan, verzekert Edmonds, en andere zegslieden in het Pentagon zeggen het hem met evenveel stelligheid na. Met een speciaal compliment voor de Nederlandse bühne. ‘De Nederlanders hebben zware klappen uitgedeeld aan de Taliban’, aldus een hoge defensiefunctionaris.

Nu is er dan de volgende ‘historische’ stap, waarop Edmonds doelde: sinds donderdag bestrijkt de NAVO heel Afghanistan, doordat de Amerikaanse troepen in het oosten van het land, zo’n tienduizend man sterk, onder ISAF-bevel zijn gebracht. Daarmee is voor ISAF fase 4 ingegaan. Een strijdmacht van 31 duizend militairen, verdeeld over vier landstreken, waar in totaal 24 provinciale opbouwteams actief zijn – nog nooit heeft de NAVO zo’n immense operatie uitgevoerd, en dat nog wel ver buiten de grenzen die veertig jaar lang strikt in acht werden genomen.

Ook Daniel Fried, staatssecretaris voor Europese en Euro-Aziatische zaken, spreekt er in euforische termen over. In de jaren negentig werd de NAVO vaak gekarakteriseerd als een dolende organisatie, vertwijfeld op zoek naar een missie. Daarbij werd naar Frieds oordeel over het hoofd gezien dat de uitbreiding naar het oosten een belangrijke strategische bekroning vormde van de val van het Sovjet-imperium, terwijl de NAVO zich eveneens met succes deed gelden in de crises rond Bosnië en Kosovo. Maar het valt niet te ontkennen dat de verdragsorganisatie geen helder antwoord wist te geven op de vraag wat na het einde van de Koude Oorlog haar raison d’être was en welke taak er voor haar was weggelegd in de 21ste eeuw.

Aan die onbestemdheid kwam een einde op 11 september 2001. De aanslagen op New York en Washington, in de jaren daarna gevolgd door andere terreurdaden op diverse plekken in de wereld, maakten duidelijk dat er sprake was van een mondiale bedreiging van de democratische waarden die de NAVO altijd heeft willen verdedigen en die in het handvest als bindend element worden opgevoerd. Daarnaast groeide het besef dat de organisatie niet alleen over een geducht militair potentieel beschikt, maar ook over een zeldzame know-how en logistieke kracht. Het resultaat is een reeks van missies, die zich stuk voor stuk buiten het Atlantisch verdragsgebied hebben afgespeeld of nog afspelen. Fried somt op: de operatie in Afghanistan, de logistieke steun aan de missie van de Afrikaanse Unie in Darfur, trainingswerk voor de Iraakse strijdkrachten, logistieke steun aan de hulpoperatie in Kashmir, ja zelfs – zucht – bijstand aan de slachtoffers van orkaan Katrina.

De Amerikanen hopen dat deze nieuwe koers plechtig zal worden bekrachtigd op de topconferentie van NAVO-regeringsleiders eind november in Riga. Op weg daarheen is maximale voorkomendheid jegens de bondgenoten het devies in Washington. Laat niemand denken dat de Verenigde Staten ISAF vooral zien als een middel om de druk op de eigen, zwaar belaste strijdkrachten te verlichten. ‘De overdracht aan de NAVO is beslist niet bedoeld om onze verantwoordelijkheid af te schuiven. Er blijven evenveel Amerikaanse troepen in Afghanistan en in feite leveren we het grootste contingent aan ISAF’, benadrukt Mark Kimmit, die in het Pentagon het directoraat Nabije Oosten en Zuid-Azië leidt.

Voorbij is de tijd dat Amerikaanse functionarissen over de NAVO spraken als een gereedschapskist (toolbox), waaruit naar believen handige hulpmiddelen kunnen worden gehaald. En er wordt welhaast gehuiverd bij de gedachte dat sommige leden van de regering-Bush, zoals minister van Defensie Donald Rumsfeld, aan het begin van de oorlog in Irak opperden dat de VS zich beter konden richten op een coalition of the willing dan op bestaande allianties met al hun politieke beperkingen. Fried (van het State Department) kortaf: ‘Die term is al vele jaren niet meer gevallen.’ En voor het geval dat er nog twijfel zou kunnen rijzen over het aanzien van het Atlantisch bondgenootschap in Washington: ‘President Bush hecht grote waarde aan de NAVO.’

Bij deze diplomatieke correctheid horen ook geen vermaningen aan het adres van bondgenoten die slechts een miezerige bijdrage aan ISAF leveren of die hun troepen zoveel beperkingen opleggen dat ze voor het grote werk eigenlijk niet kunnen worden meegeteld. De officiële lijn is dat Washington graag zou zien dat de beperkingen worden opgeheven, zodat alle deelnemende landen elders in Afghanistan (lees: het zuiden en het oosten) kunnen bijspringen waar en wanneer dat nodig is. Maar nee, namen worden niet genoemd. Dus ook niet die van Duitsland, dat het meest in aanmerking komt voor een duwtje.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden