Gastcolumn
De meeste slachtoffers spoelen naamloos weg uit onze geschiedenis
Enkele tientallen overlevenden kunnen iets over de ellende voor de kust van Libië navertellen, maar hun verhaal alleen zal niet genoeg zijn om een volgende ramp te voorkomen. Hun verhaal is niet genoeg voor collectieve rouw en herdenking.
We weten allemaal nog precies waar we waren toen het bericht doorkwam van een vliegtuig dat Toren Eén van het World Trade Center in New York was binnengevlogen. Het was vroeg in de middag. Tegen de tijd dat het tweede vliegtuig de andere toren doorboorde zaten de meesten van ons met een inderhaast gesmeerde boterham voor de televisie. De beelden van CNN hielden ons tot diep in de nacht aan het scherm gekluisterd. 'Make no mistake!' brieste de president nog voordat het laatste toestel dankzij een paar onverschrokken passagiers niet het Witte Huis maar een kale wei in Pennsylvania had geraakt. Make no mistake, we gaan de daders pakken. Dit laat Amerika niet over zijn kant gaan.
Op Ground Zero staat inmiddels een indrukwekkend monument. Ondergronds verbindt een museum, gebouwd rond de verwrongen staalconstructie van wat eens de Twin Towers waren, twee bovengrondse kraters. Binnen word je aan de hand van beelden en geluidsfragmenten teruggevoerd naar het ongeloof, de paniek, de laatste telefoontjes naar huis, het reddingswerk en de ineenstorting van de wolkenkrabbers als onthutsende apotheose. Buiten spoelt in de kraters voor de eeuwigheid water rond, omsloten door lage muurtjes met daarop de namen van hen die in deze ramp zijn omgekomen. Drieduizend mensen met een naam en een verhaal. Een aanval op de westerse wereld. Op ons. Te midden van de rokende resten spoelden samenhorigheid en hoop het stof van de aangeslagen stad. Als bewijs van menselijke veerkracht staat de Freedom Tower ons daar nu brutaal aan te kijken: geen ramp zo groot of we komen er boven op, wij gaan door en wel sterker dan ooit.
In Amsterdam steggelen ze intussen al een jaar over de plaats waar de namenwand van Libeskind moet komen. Weduwe-Wolkers heeft auteursrechten in stelling gebracht om te verhinderen dat de 102.000 Nederlandse Joden, Roma en Sinti die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord de gebroken spiegels van 'Nooit meer Auschwitz' zullen overschreeuwen. Een pijnlijke kwestie, dat is het, maar hij zal er wel komen, die wand. Geen graf voor die onvoorstelbare hoeveelheid gestorvenen, maar wel een blijvende herinnering, een altijd weten. Deze namen zullen worden genoemd en gehoord.
Geen gemeenschappelijke angst
In de eerste maanden van 2015 verdronken meer dan 1500 mensen in de Middellandse Zee. Mannen, vrouwen, kinderen in veel te grote aantallen samengepakt op boten waar normaal gesproken vakantievierende gezinnen een dagtochtje mee maken. Mannen, vrouwen en kinderen uit Mali, Somalië, Guinee, Gambia, Senegal, Sierra Leone, Bangladesh, die zich in laadruimen lieten opsluiten door de mensen aan wie ze al hun spaargeld hadden betaald voor een enkele reis Toekomst. Hoe groot moet hun wanhoop zijn geweest toen die boten gingen kantelen. De meesten wisten niet eens hoe ze moesten zwemmen.
Enkele tientallen overlevenden kunnen iets over de ellende voor de kust van Libië navertellen, maar hun verhaal alleen zal niet genoeg zijn om een volgende ramp te voorkomen. Hun verhaal is niet genoeg voor collectieve rouw en herdenking. De beelden van de reddingshelikopters en de ronddrijvende lichamen zullen niet oeverloos worden herhaald. Er komt geen museum en geen monument. Er is immers te weinig ons aan deze ramp, er is geen duidelijke vijand en geen gemeenschappelijke angst.
Er waren ook geen passagierslijsten. De meeste slachtoffers spoelen naamloos weg uit onze geschiedenis.
Alexa Gratama is jurist en werkzaam in de rechtspraak. Deze maand is zij gastcolumnist van Volkskrant.nl. Dit is haar eerste bijdrage.
undefined