Het Eeuwige levenBram Reijnhoudt 1932 - 2021
De man die ‘de Dikke en de Dunne’ het allerbelangrijkste vond
Zijn werk was het schrijven van de nieuwsbulletins voor de radio. Zijn passie was het beheer van het erfgoed van Stan Laurel en Olivier Hardy. Voor zijn persoonlijke leven hadden ‘de Dikke en de Dunne’ meer betekend dan alle nieuwsbulletins van de radio bij elkaar.
Film was zijn passie. En vooral het beheer van het erfgoed van Stan Laurel en Olivier Hardy, het onvergetelijke komische duo dat in Nederland ook bekend staat als ‘de dikke en de dunne’. Bram Reijnhoudt was in 1971 mede-oprichter van de Perfect Day Tent, de Nederlandse afdeling van de internationale Laurel en Hardy Gemeenschap. Hij organiseerde filmdagen rond het duo, exposities en congressen. Hij schreef boeken en vulde het tijdschrift Blotto, helemaal gewijd aan Laurel en Hardy. Altijd zocht hij naar nieuwtjes voor het blad, zoals het verhaal dat Stan ooit een brood stal in Rotterdam. Over zijn club, vernoemd naar een van hun films uit 1929, zei hij in 1996 in de Volkskrant: ‘Er zijn hoogleraren bij en andere intellectuelen, maar ook een tramconducteur met een Laurel en Hardy-orgeltje thuis.’
Hij zag Stan en Ollie als twee kinderen in grote-mensengedaanten. ‘Ze voelen zich heel gerespecteerde burgers, die voortdurend in conflict zijn met de maatschappij. Ze hebben de wereld tegen zich, de vrouwen, de rechters, de huisbazen en de winkeliers.’ In zijn huis in Hilversum had Bram een kamer ingericht als privé-bioscoop. Daar zat hij het liefst, zegt zijn zoon Berend Reijnhoudt die het filmvirus van hem erfde en twintig jaar directeur was van het grootbeeldfilmtheater Omniversum in Den Haag. Bram overleed 6 juni op 89-jarige leeftijd. Behalve een zoon laat hij ook een dochter achter.
Bram Reijnhoudt werd geboren in een middenstandsgezin in het Zeeuwse Domburg. In de jaren vijftig kwam hij naar Amsterdam om psychologie te gaan studeren. Hij gaf de studie op voor een baantje bij het ANP, waar hij tot zijn pensioen in 1989 de nieuwsbulletins voor de radio schreef en redigeerde. Hij raakte als student al betrokken bij de Amsterdamse Filmliga die nachtvoorstellingen met alternatieve Franse en Spaanse films verzorgde in de Amsterdamse bioscoop Kriterion. Daar kwamen weinig mensen op af. Maar als een film van Laurel en Hardy werd gedraaid zat het vol.
In 1968 richtte hij samen met Gerard Stichter alias K. Schippers, The Movies-eigenaar Pieter Goedings en tekenfilmexpert TMF Steen een fonds op dat nieuwe kopieën van Laurel en Hardy-films moest financieren. Drie jaar later werd dat de Perfect Day Tent – die van fanclub evolueerde tot historisch genootschap. Reinhoudt was de drijvende kracht. Hij wist films in handen te krijgen die nog nooit vertoond in Nederland waren of zocht spullen zoals affiches en memorabilia voor een expositie. Als hij ermee wilde stoppen, kwam er een smeekbede om door te gaan. ‘Het is net of je een mensenleven redt’, zei hij.
Zijn filminteresse was breder. Hij was ook jarenlang hoofdredacteur van het filmblad Skoop en schreef over de geschiedenis van de Nederlandse filmindustrie.
Vorig jaar verscheen voor het laatst Het zoveelste Laurel & Hardy boek. Hij concludeerde dat Laurel en Hardy veel belangrijker voor zijn persoonlijke leven waren geweest dan al het nieuws dat hij als ANP-journalist had geschreven. ‘Daar denk ik nooit meer aan. Terwijl Laurel en Hardy me fulltime bezighouden.’ K. Schippers noemt hem onvermoeibaar. Hij haalde mensen naar Nederland die nog in de films hadden gespeeld. Hij wist de VPRO te bewegen ze weer op televisie uit te zenden. En als er een jubileum was, haalde hij ook steevast André van Duin erbij.’ Niet dat hij zelf zo’n grappenmaker was. Bram was eerder iemand die op de bijeenkomsten in Rolduc somber in de Maas blikte.’