Columnarthur van amerongen
De linkse kerk, boerka’s en humor: een onzalige ménage à trois
Komt een rabbijn bij de ingang van de bijbelse dierentuin in Jeruzalem, vraagt de beveiliger: rebbe, waarom wordt u achtervolgd door een pinguïn?
Rabbijn: oi, geen idee, hij hobbelt gewoon achter mij aan. Misschien lijk ik op zijn vader.
Zegt de bewaker: laat hem maar snel opsluiten binnen.
Veel later komt de rabbijn naar buiten. Mét de pinguïn.
Bewaker: ik zei toch dat u hem in de dierentuin moest laten.
Rabbijn: weet ik, maar het beessie had zo veel lol dat ik hem nu meeneem naar de jeshiva.
Deze witz heeft een baard en zou de inleiding kunnen zijn van een droosje, een preek, van een stokoude rabbijn tijdens een zomerdienst in het Catskillgebergte, de Joodse Alpen van de Verenigde Staten.
Toen ik in Jeruzalem woonde, werden ultra-orthodoxe Joden door seculiere Israëli’s pinguïns genoemd. De charedim hadden het te druk met de komst van Moshiach, hun messias, om zich boos te maken over zo’n onschuldige vergelijking.
In Nederland ging geen vrome kloot de barricaden op na de conference van Wim Sonneveld als frater Venantius. Sonneveld met een sappig Limburgs accent: ‘Frater, bestaan er zulke grote pinguïns? Ik zeg, nee chauffeur, die bestaan absoluut niet. Toen zegt-ie : verdulleme frater, heb ik toch twee nonnen overreden!’
Bijna 25 jaar later kwam André van Duin met de carnavalskraker Ta-ta-ta.
Ta-ta-ta is de enige tekst van het lied en Van Duin speelt een dirigent die instructies geeft aan nonnen en pinguïns die gezamenlijk de polonaise lopen. Wederom volgde er geen rooms volksoproer.
In 2018 plaatsten de nonnetjes in het Poolse Broniszewice op Wereldpinguïndag (25 april) hun pinguïndans-clip op het internet. Daarin gaan de zusters helemaal uit hun bol met pinguïnpoppetjes en Polen lag in een deuk.
In Nederland vergeleek Erica Meiland boerkadraagsters met pinguïns. Progressief Nederland reageerde pisnijdig en de door ayatollahs verzonnen mantra islamofobie werd in het virtuele riool vaker gechant dan aum-ohm-omicron.
Het linkse Libération plaatste ooit een vertoog van Pascal Bruckner, getiteld l’Invention de l’islamophobie. Bruckner is een van de belangrijkste nouveaux philosophes van de Sorbonne en had Roland Barthes als leermeester.
Bruckner: ‘Islamofobie ontkent de realiteit van een islamitisch offensief in Europa, valt secularisme aan door het weg te zetten als fundamentalisme en wil vooral moslims die vragen bij de Koran hebben, die streven naar gelijkheid der seksen en die het recht eisen op geloofsafval of een eigen geloofsbeleving, het zwijgen opleggen.’
De linkse kerk, boerka’s en humor: een onzalige ménage à trois. Ta-ta-ta.