De lange weg van de dwarsligger
IEMAND die in het begin van de jaren zeventig zijn entree maakte in de Noord-Ierse politiek als lid van de ultra-rechtse Ulster Vanguards, en die 25 jaar later de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mag nemen, is een lange weg gegaan....
Trimble, geboren in 1944 als zoon van een ambtenaar in Belfast, geldt nu als de man die zijn wantrouwige unionistische achterban ervan moet overtuigen dat het unionisme zich niet langer kan ingraven achter kreten als No Surrender en What we have we hold. In plaats daarvan moet het in samenwerking met gematigde nationalisten - en misschien ook met minder gematigde - op zoek naar een vorm van vreedzaam samenleven.
De premier van Noord-Ierland loopt, voor het eerst in zijn politieke carrière, voor zijn eigen troepen uit. Voor het Noord-Ierse vredesproces is dat cruciaal. Of het vredesakkoord van april dit jaar standhoudt, zal in belangrijke mate afhangen van de vraag of Trimble zijn mede-unionisten zover zal krijgen hem te blijven volgen.
Trimble wordt wel vergeleken met de voormalige Zuid-Afrikaanse president F.W. de Klerk, die in 1993 samen met Nelson Mandela de Nobelprijs voor de Vrede won. De vergelijking is niet helemaal onterecht. Ook Trimble tracht een halsstarrige achterban ervan te overtuigen dat er compromissen gesloten moeten worden. En ook Trimble doet dat met het krediet dat hij in het verleden als hardliner binnen zijn politieke beweging heeft verdiend.
De Ulster Vanguards werden zelfs in eigen unionistische kring beticht van fascistische sympatieën. Leider William Craig, die gek was op het afnemen van semi-militaire parades, riep zijn volgelingen in 1972 op 'de vijand te liquideren', als de 'politiek ons laat vallen'. Toen diezelfde Craig een jaar later voorstelde dat de unionistische regering een vrijwillige coalitie zou aangaan met de SDLP, heette een van de felste tegenstanders daarvan David Trimble.
Trimble zou vaker keihard dwarsliggen toen anderen, onder wie Hume, al bezig waren met het zoeken naar een oplossing. Hij was in 1974 tegen het akkoord van Sunningdale, de eerste officiële poging om tot een vergelijk te komen. Elf jaar later was hij tegen het Anglo-Iers Akkoord dat het oerfundament zou vormen voor het huidige vredesproces.
In 1995 werd hij leider van de Ulster Unionisten, een uitverkiezing die alle gematigde krachten in Ulster pessimistisch stemde. Want Trimble gold als een havik, die even daarvoor nog met bolhoed en oranje sjerp pal had gestaan voor de barricades van Drumcree, onderwijl allerhande compromisloze taal richting camera's spuwend.
In 1996 stond hij er weer.
Maar ergens tussen die laatste confrontatie en de zomer van 1997 moet Trimble hebben ingezien dat voortzetting van de confrontatiepolitiek Noord-Ierland naar de afgrond zou helpen.
In juli 1997 bleef hij zitten aan de onderhandelingstafel die door de harde unionisten van Paisley en McCarthey werd verlaten: dat was een cruciaal moment voor het vredesproces. En hoewel hij eindeloos bleef zeuren over die gemene republikeinen, bleef Trimble ook in de daaropvolgende vredesonderhandelingen aan tafel.
Dat leidde er in april van dit jaar toe dat hij zijn politieke ziel en zaligheid op het spel zette met het ondertekenen van het Goede Vrijdag-akkoord. Die uitermate moedige daad kwam hem op beschuldigingen van verraad van de unionistische zaak te staan, maar Trimble liet zich daardoor niet intimideren. In juni, hij was net premier geworden, verbaasde hij vriend en vijand met een speech, Vision of the future, waarin van de harde unionistische taal niets meer over was. Trimble sprak over tolerantie, respect en partnerschap.
David Trimbles lange weg en de oorlog die hij uitvecht om de ziel van het unionisme zijn nog niet voorbij. Maar de Nobelprijs voor de Vrede is een mooie opsteker die zijn positie versterkt. Alleen al daarom is in Oslo een juist besluit genomen.