De laatste Andrews Sister
Het laatste nog levende lid van het Amerikaanse zangtrio The Andrews Sisters is woensdag overleden. Patricia Marie Andrews, beter bekend als Patty, werd 94 jaar. De drie zusjes begonnen hun carrière in 1937 en waren vooral populair tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Met hun patriottistische houding en hun good girl-imago leverden ze de perfecte, onbezorgde soundtrack in tijden van oorlog. Ze traden op in uniform op militaire bases en in ziekenhuizen. Verder waren ze vaak op de Armed Forces Radio te horen en maakten ze een tour door Italië langs Amerikaanse legerbases. De zussen verschenen in films als BuckPrivates (1941) en In the Navy (1941).
Patty Andrews zei ooit dat de Andrews Sisters deel uitmaakten van het leven van de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog. 'Wij stonden, overzees en thuis, symbool voor iets, voor een soort veiligheid.'
De drie zussen haalden in de jaren veertig en vijftig de hitlijsten met nummers als Boogie Woogie Bugle Bo en Don't sit under the Apple Tree. Het trio verkocht meer dan 75 miljoen platen.
Ester Szymanska
Patty Andrews (foto AP, rechts, in 1987 op de Hollywood Walk of Fame), de laatste levende Andrews Sister, overleed woensdag in Northridge, Californië. Na de grote successen in de jaren veertig en vijftig begon zij in 1953 zonder succes een solocarrière. Drie jaar later kwam het trio weer samen. LaVerne Andrews, de oudste van de zussen, overleed in 1967 op 55-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Maxene Andrews, de middelste zus, overleed in 1995 aan een hartaanval.
undefined