De kracht van hybride Europa is ook z'n zwakte

Er kan geen twijfel over bestaan, de Europese Unie is een supermogendheid. Tenminste, op sportgebied. Bij de Spelen in Salt Lake City won de EU 32 gouden medailles, veel meer dan wat de nummers twee en drie (Noorwegen en de Verenigde Staten) gezamenlijk....

Van onze buitenlandredacteur Arnout Brouwers

Het is deze 'dubbelheid' die in elke manifestatie van Europese kracht zit ingebakken. Zelfs op gebieden waar Europa domineert (bijvoorbeeld de internationale hulpverlening) wordt dat nauwelijks ervaren als een wapenfeit van 'Europa'.

Die dubbelheid tussen het nationale en het supranationale wordt vaak gekenschetst als het centrale probleem van de EU, de barrière voor een effectiever optreden. Maar met evenveel recht kan worden betoogd dat hierin juist de genialiteit van de 'Europese methode' schuilt.

Het is een typisch Europese paradox, dat de kracht van Europa tegelijk zijn zwakte is. De nationalistische reflex is ingekapseld, grotendeels gekanaliseerd in een web van gedeelde en 'gewogen' macht: tussen Brussel en de lidstaten, tussen de lidstaten onderling en tussen de instellingen van de Unie.

Het resultaat is een hybride, unieke speler op het wereldtoneel. Bij wie het delen van soevereiniteit in de genen zit - een positieve eigenschap, zeker omdat dat volgens velen hét model is voor de toekomstige, mondiale aanpak van wereldomvattende problemen. Het is een gemeenschap waarvan de waarden, de stabiliteit en de rijkdom grote aantrekkingskracht hebben op - en invloed verschaffen over - landen in de rest van Europa.

Maar ook een speler die tot nu toe vrijwel nooit een rol in het oplossen van conflicten kon spelen. Daarvoor ontbrak het aan politieke eendracht en militaire afschrikkingsmacht - kortweg, handelingsvermogen. Dat manco is zo oud als de Europese integratie zelf, maar de urgentie er iets aan te doen heeft zich pas na de Koude Oorlog aan Europa opgedrongen.

Het uiteenvallen van Joegoslavië dwong de EG in 1991 in de rol van crisisbeslechter. De VS verkozen een afstandelijke rol. De regering van Bush sr. wilde, kort na de Golfoorlog, niet de indruk wekken dat de VS een rol als 'mondiale politieagent' ambieerden.

Europa sprong enthousiast in het gat - en leerde een dure les: interventies in gewelddadige conflicten kunnen alleen heil brengen als oplossingen kunnen worden afgedwongen, desnoods militair. Europese militairen speelden vier jaar lang de neutrale hulpverlener en lieten, tot het laatst geflankeerd door 'bemiddelende' diplomaten, 200 duizend dode Bosniërs achter op het slagveld.

De Amerikaanse afzijdigheid en de eigen onmacht om dicht bij huis massaslachtingen te voorkomen, vormden de nieuwe 'strategische omgeving' die Europese politici dwong na te denken over de politiek-militaire toekomst van de EU. Na de Kosovo-oorlog in 1999 voegde zich daar het onvermogen bij om deel te nemen aan moderne westerse oorlogvoering.

Zo heeft zich, naast de 'historische' processen als de uitbreiding en de constitutionele vervolmaking van de EU een derde uitdaging aan Europa opgedrongen. Kan Europa afzijdig blijven van machtspolitiek? Is de voorbeeldfunctie van Zivilmacht en waardengemeenschap voldoende?

Volgens een nieuwe studie van Steven Everts van het Centre for European Reform in Londen moet de EU, geconfronteerd met een militair oppermachtig Washington, niet bezwijken voor superpower envy (jaloezie op de supermacht), maar uitgaan van de eigen kracht, bestaande uit de multilaterale aanpak en een alomvattende, op duurzame oplossingen gerichte bestrijding van conflicten.

'B-52 bommenwerpers en precisie-geleide munitie', schrijft Everts, 'kunnen het Taliban-regime verslaan (. . .). Maar zij kunnen niet het probleem van mislukte staten, mensenhandel of klimaatverandering oplossen.'

Toch hebben Europese politici met de oprichting van een snelle-reactiemacht en hun succesvolle bemiddeling (met NAVO/VS) in Macedonië, al duidelijk gemaakt dat wat hun betreft het instrumentarium van de EU niet 'alomvattend' genoeg is. Soft power alleen, zo erkent ook Everts, maakte weinig indruk op Milosevic.

Europa zal militair altijd zwakker blijven dan de VS en de animo om die kloof te dichten is gering. Maar de kosten van het huidige gebrek aan afschrikkingskracht zijn, zo is op de Balkan gebleken, te hoog. Het verklaart waarom Zivilmacht Europa, dat ook elders in de wereld pretenties koestert om conflicten op te lossen, toch zijn eerste schreden heeft gezet op het militaire pad.

Het gaat daarbij om het perspectief om op termijn effectiever te kunnen optreden in Europese of Afrikaanse conflicten waarvan de VS zich liever afzijdig houden. Maar ook om het perspectief dat expliciet de mogelijkheid openhoudt om samen met de Amerikanen te kunnen blijven opereren. Want ook dat is een van de manieren om invloed uit te oefenen op de ordening van de wereld.

Maar bij de vervulling van deze ambities stuit de EU op zijn 'nationale' grenzen: wat Europa verhindert zijn sportmedailles bij elkaar op te tellen, blokkeert ook de wens om zijn defensie-inspanningen samen te smeden.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden