ReportageKledingbak

De kledingbak als kliko: Nederlanders gebruiken de inzamelbakken steeds vaker als afvalcontainer

Kledingrecycling bij Sympany in Utrecht. Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant
Kledingrecycling bij Sympany in Utrecht.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Goededoelenorganisaties die textiel inzamelen voor hergebruik hebben steeds meer last van mensen die hun afval in kledingbakken dumpen. Van luiers tot kapotte computers en zelfs een dode hond. In Utrecht bij kledinginzamelaar Sympany moeten ze steeds vaker kleding weggooien.

Kaya Bouma

Het ergst zijn de zakken rottend vlees. Mensen die de restanten van hun barbecue in een plastic zak kieperen en die, hup, de kledingbak in gooien. De uit Spanje afkomstige José (40) maakt het vaker mee dan hem lief is. Hij wijst naar de krioelende maden op de vloer. ‘Dan heb je je handen vol met die beestjes.’

Blote handen, voor alle duidelijkheid, want de kledingsorteerders moeten kunnen voelen of de kleding vochtig is. Nat textiel gaat rotten en wordt weggegooid.

Toen José anderhalf jaar geleden voor kledinginzamelaar Sympany aan de slag ging, was hij in de veronderstelling dat hij kleding zou gaan sorteren voor een goed doel. Maar het werk dat hij in deze loods op een Utrechts industrieterrein verricht, heeft inmiddels meer weg van afvalscheiden.

Hij knikt in de richting van zijn collega die een paar meter verderop een cd-speler uit een bubs kleding trekt. Die kan in de rolcontainer beneden, die toch al tot de nok toe gevuld is met andere opgedoken elektronische apparatuur, van föhn tot ventilator.

Kledingbak wordt steeds meer gebruikt als kliko. Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant
Kledingbak wordt steeds meer gebruikt als kliko.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Afvalcontainer

De kledingbak als kliko. Het is een probleem waar meer kledinginzamelaars tegenaan lopen. Nederlanders gebruiken de inzamelbakken de laatste jaren steeds vaker afvalcontainer, zeggen zij. Daardoor raakt de ingezamelde kleding vervuild en eindigen alle goede bedoelingen alsnog in de vuilverbranding.

‘Een pijnlijke constatering’, schreef de Vereniging Herwinning Textiel (VHT) maandag in een brandbrief namens de gehele textielrecyclingketen, ‘gezien het feit dat de textielindustrie de tweede grootste milieuvervuiler ter wereld is’.

In de brief, gericht aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Milieu, D66) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), noemt de brancheorganisatie ook cijfers. De inhoud van de kledingbakken bestaat tegenwoordig voor 12,5 tot 15 procent uit afval. Vier jaar geleden, zegt de VHT, was dat nog 8 procent.

Een van de belangrijkste oorzaken volgens de brancheorganisatie: het veranderende afvalbeleid van gemeentes. In steeds meer steden hebben inwoners een toegangssleutel of -pas nodig om toegang te krijgen tot een afvalcontainer. Om het scheiden van afval aan te moedigen laten sommige gemeentes hun inwoners bovendien betalen per kilo restafval. Het maakt het verleidelijk een kledingbak als vuilstortplaats te gebruiken.

Daar komt bij dat de kledingbakken net als andere afvalcontainers steeds vaker onder de grond verdwijnen, met als gevolg dat een deel van de kleding nat – en dus onbruikbaar – wordt.

Op pumps door het afval

Een leeg melkpak, een potje dipsaus, een pop, uienschillen. Erica van Doorn, directeur van Sympany, navigeert op haar pumps door het afval. Bovenin het Utrechtse pand is haar kantoor, waar op slechte dagen de stank van het afval ook doordringt. Ze vonden weleens een dode hond tussen de kleding.

Als het zo doorgaat, zegt Van Doorn, houdt haar stichting het nog maximaal een jaar vol. ‘Tel maar na. We moeten steeds meer kleding weggooien. En sommige gemeentes vragen een bijdrage van 41 cent per ingezamelde kilo.’

Kledinginzamelaar Sympany in Utrecht: afval gevonden in kledingzakken. Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant
Kledinginzamelaar Sympany in Utrecht: afval gevonden in kledingzakken.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Die bijdrage ligt vast in meerjarige contracten. Het idee is dat de inzamelaars de ingezamelde kleding kunnen doorverkopen. ‘Maar de prijs voor tweedehandstextiel is gedaald', zegt Van Doorn. In het geval van Sympany gaat de kleding veelal naar Oost-Europa. Daar wordt een groot deel ‘voor een paar euro’ verkocht als tweedehandskleding. De rest wordt gerecycled en krijgt een tweede leven, bijvoorbeeld als isolatiemateriaal.

Sympany – met 2.000 kledingbakken een van de grootse kledinginzamelaars in Nederland – mag een stichting zijn, zegt Van Doorn, er worden ook veel kosten gemaakt. Ze wijst om zich heen. Het personeel dat hier rondloopt, de loods zelf, de inzamelcontainers. ‘Het kost allemaal geld.’

Aan de hoge bijdrage die sommige gemeentes heffen valt weinig te doen, laat een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) desgevraagd weten. ‘Die contracten zijn aanbestedingen waar inzamelaars zelf op hebben gereageerd. Dus daar kun je als gemeente niet veel aan doen.’

Gemeenten hebben de laatste jaren ‘flink geïnvesteerd’ in het gescheiden inzamelen van afval, zegt de woordvoerder. ‘De bereidheid van de Nederlanders om afval te scheiden, is de laatste jaren ook sterk toegenomen.’ Er verdwijnt volgens de VNG ‘veel minder’ restafval in de verbrandingsovens.

Kwaliteit afval verbeteren

De volgende stap is de kwaliteit van het gescheiden afval verbeteren. ‘We zien nog te vaak dat de gescheiden ingezamelde afvalstromen zijn vervuild, of het nu gaat om GFT, plastic of textiel’, zegt de voorlichter.

Ook Staatssecretaris Van Veldhoven laat weten dat er gewerkt wordt aan verbetering van de inzameling, sortering en recycling. Zo is het ministerie in gesprek met brancheverenigingen over ‘het vraagstuk van laagwaardige kleding’ – goedkope kleding van slechte kwaliteit – ook een reden dat er steeds minder hergebruikt kan worden.

Zelf heeft kledinginzamelaar Sympany ook plannen om het probleem aan te pakken. ‘We denken aan datagestuurde containers’, zegt directeur Van Doorn. Die zouden bijvoorbeeld kunnen meten of er zakken in de bak belanden die veel zwaarder zijn dan kleding. ‘We gaan ook nog eens kijken of we nog duidelijker kunnen zijn over wat er in de bakken mag.’

Allemaal mooie plannen en goede bedoelingen, maar uiteindelijk rust het lot van de kledingrecycling in de handen van de consument. Niet voor niets doet staatssecretaris Van Veldhoven in een reactie op de brandbrief een oproep aan ‘iedereen thuis’ om de de kledinginzamelbakken te benutten waarvoor ze bedoeld zijn. ‘Want het is zonde om alle kleding die wordt ingezameld alsnog in de verbrandingsoven te moeten gooien.’

Het is te hopen dat er naar geluisterd wordt. Al was het maar voor kledingsorteerders als José. In het begin deed hij dit werk weleens kokhalzend, zegt hij. ‘Nu ben ik het gewend.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden