Reportage
De keuze: koeien in de wei of moeras in de polder
Waterschapsverkiezingen, saai? Niet als je met een boer als Walter Pieterse praat. Het waterschap pompt de weides droog zodat zijn koeien kunnen grazen. Maar drooggelegd veen stoot veel CO2 uit. Dus waarom het weiland niet tot moeras maken? Dat is de strijd die achter deze verkiezingen zit.
Als melkveehouder Walter Pieterse de achterdeur van zijn stal open schuift, ontvouwt zich een ouderwets polderpanorama: groene weiden, zo ver het oog reikt, doorsneden door liniaalrechte sloten. In de verte draaien molenwieken op de wind die grauwe wolken door de hemel jaagt. Aan de horizon steekt een kerktoren uit.
Het is een plaatje dat zo op een ansichtkaart kan: Groeten uit Holland. Wat eraan ontbreekt zijn koeien in de wei. Logisch: de koeien staan achter ons op stal, want het is winter. Zo, zegt Pieterse, ziet dit landschap er al eeuwenlang uit. En van hem mag het nog lang zo blijven. Het is de vraag of hij zijn zin krijgt.
Niet als het aan Harbert van der Kaap ligt, kandidaat voor het bestuur van hoogheemraadschap Rijnland namens de Partij voor de Dieren. Wat hem betreft ondergaat het polderlandschap de komende jaren een drastische transformatie. ‘Als dat betekent dat je er niet meer kunt boeren, dan is dat maar zo.’
Waterschapsverkiezingen leiden doorgaans een kabbelend bestaan: droge voeten en schoon water, wie kan daar tegen zijn? Maar in Rijnland, dat het gebied bestrijkt tussen Gouda en Haarlem, is op 20 maart echt wat te kiezen. De keuze gaat tussen pompen of nat houden. Of, simpel gezegd: tussen koeien in de wei of moeras in de polder.
‘God schiep de wereld, behalve Nederland. Dat liet hij over aan de Nederlanders’, schreef de Franse denker Voltaire driehonderd jaar geleden. Als dat ergens voor opgaat, dan is dat voor het Groene Hart. Al eeuwenlang is de mens hier bezig het landschap naar zijn hand te zetten.
Veengronden werden afgegraven voor brandstof en ontgonnen door sloten te graven en windmolens te laten draaien zodat er gras ingezaaid kon worden: zo ontstond het iconische Hollandse polderlandschap.
Maar dat plaatje heeft een keerzijde: bodemdaling. De afgelopen duizend jaar is de bodem in de veengebieden aan de kust gemiddeld met 2,5 meter gedaald, zegt Gilles Erkens, geoloog en specialist bodemdaling van onderzoeksbureau Deltares en de Universiteit Utrecht.
Die bodemdaling gaat nog altijd door. In sommige gebieden met millimeters per jaar, elders met meer dan een centimeter. ‘Dat zijn geen kinderachtige hoeveelheden’, zegt Erkens. Zeker niet voor een land dat al voor een kwart onder zeeniveau ligt. Het diepste punt is bij Nieuwerkerk aan den IJssel: 6,7 meter onder NAP.
Bodemdaling kost miljarden
De polder is als een rat in een tredmolen. Door het droogmalen van de bodem klinkt het veen in. Daardoor komt het grondwater dichter onder het maaiveld te staan met als gevolg dat er nog harder gepompt moet worden, waardoor de bodem verder zakt. Etcetera.
Dat heeft kostbare consequenties. Niet alleen komen de polders steeds dieper te liggen, ook huizen, wegen en rioleringen eromheen verzakken. Het Planbureau voor de Leefomgeving becijferde in 2016 dat de kosten voor bodemdaling tot 2050 tot 22 miljard euro bedragen.
Bodemdaling is een bekend probleem. Sinds kort is daar een nieuw hoofdpijndossier bij gekomen: het klimaat. Drooggelegd veen dat in contact komt met zuurstof oxideert. Bij die reactie komt CO2 vrij. Nederland heeft zo’n 1.900 vierkante kilometer veenweidegebied, verspreid over Noord- en Zuid-Holland, Friesland en Groningen. Samen stoten die jaarlijks 7 megaton CO2 uit, 4 procent van het totaal in Nederland.
In het concept-Klimaatakkoord is afgesproken dat de uitstoot van veenweidegebieden in 2050 met 1 megaton moet zijn verminderd. Een doelstelling die volgens het Planbureau voor de Leefomgeving met de huidige plannen overigens bij lange na niet wordt gehaald.
Wat de Partij voor de Dieren betreft, gaat die 1 megaton lang niet ver genoeg. Dat zegt lijsttrekker Judith Boomsma, die een van de twee zetels van haar partij bezet in het huidige bestuur van Rijnland. Van oudsher maken boeren de dienst uit in het waterschap. Logisch, omdat die het meeste belang hebben bij goed waterbeheer. Boeren willen graag een lage waterstand zodat hun koeien droge poten houden. Maar met de klimaatproblematiek en de bodemdaling dienen zich nieuwe problemen aan die niet alleen boeren aangaan, zegt Boomsma.
‘Die raken ons allemaal. We zakken steeds verder weg, terwijl de zeespiegel stijgt. Dat is niet meer beheersbaar.’ Haar partij voert daarom campagne voor een drastische vernatting van het gebied, het meest probate middel om de bodemdaling en de CO2-uitstoot tegen te gaan.
Nu stapelen we milieuproblemen op elkaar, vult partijgenoot Van der Kaap aan. Eerst malen we veen droog, waarbij CO2 vrijkomt. Op die veengrond laten we vervolgens koeien lopen die in hun scheten en boeren methaan loslaten, een nog sterker broeikasgas. ‘Dat is dubbelop.’
Als het aan Van der Kaap ligt, maken weiden plaats voor natte akkers, waterrijke natuurgebieden en moerassen. Voor veeboeren is in die visie nauwelijks plaats meer. ‘Het aantal koeien moet drastisch omlaag, tot hooguit 10 procent van het huidige aantal, op kleine extensieve bedrijven.’
Hoe groen is het Groene Hart?
Alle koeien uit de polder: dat gaat Sjaak Langeslag, hoogheemraad van Rijnland, te ver. Langeslag bezet een van de acht ‘geborgde’ plekken in het bestuur: niet verkiesbare zetels die gereserveerd zijn voor boeren en bedrijven.
In de met pastelkleurige zetels gemeubileerde vergaderkamer van het hoogheemraadschap in Leiden, legt Langeslag het dilemma uit waar ze voor staan: de bodemdaling moet een halt worden toegeroepen en het klimaat is een serieus probleem. Tegelijkertijd wil hij ook de belangen van de boeren beschermen: ‘Als de veehouderij verdwijnt, wat blijft er dan nog over van het Groene Hart?’
Er zal iets moeten veranderen, beaamt Langeslag. Maar hij zoekt liever naar minder rigoureuze oplossingen zoals het omvormen van onaantrekkelijke landbouwgebieden tot waternatuur en geleidelijke vernatting van veenweiden door onderwaterdrainage. Dat stopt de bodemdaling niet, maar reduceert hem wel.
Er staan grote belangen op het spel, benadrukt Langeslag: alleen al binnen het gebied van Rijnland liggen 25 duizend hectare weidegrond. ‘Dat schakel je niet zomaar om. De vraag is: welk perspectief geven we de boeren?’
Dat is ook een kopzorg voor Han Weber, gedeputeerde van Zuid-Holland met landbouw in zijn portefeuille. De polder onder water zetten, is geen oplossing, zegt Weber. ‘Dat is te simpel.’ Nog even los van de wenselijkheid: het zou betekenen dat de provincie op grote schaal boeren moet uitkopen. ‘Dat is onbetaalbaar.’
‘De landbouw zal altijd een drager blijven van het Groene Hart’, benadrukt de D66-gedeputeerde. ‘Boeren hebben dit landschap gemaakt. Dat koesteren we.’ Maar dat het anders zal moeten, staat ook voor hem vast. Volgens Weber is er niet één oplossing voor het hele gebied. ‘Ik denk meer in vele oplossinkjes.’
Woestijn van raaigras
Het creëren van meer waternatuur is er daar een van. Maar Weber ziet ook toekomst voor boeren in een modern gemengd bedrijf: veehouderij gecombineerd met ‘natte’ teelten zoals lisdodden en cranberry's. Boeren die een centje bijverdienen met recreatie en duurzame energie. ‘Niet dat je overal zonnepanelen moet neerleggen, maar misschien wel op plekken waar de bodemdaling het grootst is.’
Dat betekent ook ‘serieus’ minder koeien, geeft Weber toe. ‘Maar de focus op minder koeien vind ik te eendimensionaal. Zonder koeien krijgen we een heel ander landschap.’
Alsof datzelfde landschap de afgelopen decennia niet al drastisch is veranderd, schampert PvdD-kandidaat Van der Kaap. ‘De veehouderij is veel grootschaliger geworden. Dat heeft tot een enorme kaalslag geleid. De biodiversiteit holt achteruit. Het Groene Hart is een woestijn van raaigras.’
In waterrijk natuurgebied leven veel meer vogels, vissen en insecten dan op de kale groene weiden, benadrukt Van der Kaap. ‘Dan wordt het echt weer een groen hart.’
Cranberry’s telen
In de polder van Aarlanderveen, 4,5 meter onder NAP, huivert Walter Pieterse bij de gedachte dat hij cranberry's zou moeten gaan telen. ‘Ik kan me er niks bij voorstellen.’ Vanuit het raam van de keuken kijken we uit op de nieuwe stal die hij net heeft laten bouwen voor zijn 65 koeien. Op zeven meter lange palen, om verzakking te voorkomen. Hij is er apetrots op.
Pieterse nam in 1989 de meer dan honderd jaar oude boerderij over in de enige polder die nog ouderwets wordt bemalen met een molenviergang: vier windmolens achter elkaar. In het weekeinde is het hier altijd druk met fietsers, zegt hij. ‘Als je de koeien weghaalt, raak je dat allemaal kwijt. Wat je terugkrijgt is een eentonig moeras.’
Wat nog weleens wordt vergeten, zegt Aad Straathof, vertegenwoordiger van boerorganisatie LTO die ook is aangeschoven: boeren onderhouden dit prachtige landschap gratis en voor niks. ‘Als je hier allemaal moeras van maakt, krijg je serieuze beheerskosten. Dan moet er geld bij.’
Maar willen we de problemen serieus aanpakken, dan zal er toch echt iets moeten veranderen, beklemtoont geoloog Erkens. ‘Al duizend jaar malen we het land droog en bouwen we hogere dijken. Daar zijn we goed in. Aan bodemdaling hebben we nooit gedacht. Daar zien we nu de gevolgen van.’ Gemakkelijke oplossingen zijn er volgens hem niet: ‘Er zullen altijd verliezers zijn. De vraag is hoe je daarmee omgaat.’
Dat uitgerekend koeien tot de verliezers moeten behoren, vindt boer Pieterse oneerlijk. We zijn met zijn allen het klimaat zwaarder gaan belasten, zegt hij. ‘Mensen stappen steeds vaker in het vliegtuig. En dan moeten koeien ineens weg vanwege het klimaat. Wat er al eeuwenlang is, zou als eerste moeten verdwijnen?’ Niet als het aan hem ligt. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we hier nog honderden jaren kunnen doorgaan.’
Door klimaatverandering groeit de politieke verantwoordelijkheid van de waterschappen, maar toch kunnen zij niet op veel belangstelling rekenen. Wat staat er op 20 maart op het spel?
Op 20 maart gaat Nederland ook naar de stembus om de leden van de Provinciale Staten te kiezen. Maar wat doen zij precies? En wat heeft dit met de Eerste Kamer te maken? We leggen het uit in deze graphic.