De Jordaanse paradox
Met kleine stapjes gaat het, de emancipatie van de vrouw in Jordanië. Het koningshuis is de vrouwenzaak goed gezind. Maar patriarchale familiewetten werpen een grote drempel op tussen onderwijs en arbeidsmarkt....
Laila de loodgieter. Ze bestaat echt, want in haar stoere zwarte uniformjas zit ze hier te praten in het gebouw van het Jordaanse Forum van Zaken- en Werkende Vrouwen (JFBPW) in Jabel Taj, een volkswijk in de hoofdstad Amman. Het was 2005, bij de diploma-uitreiking na de cursus loodgieten had Laila Mahmud Al Kurdy (42) een zak gereedschap gekregen. Ze was naar huis gegaan en had tegen haar man gezegd: ‘Die grote, kapotte watertank hier in de buurt, ken je die? Koop hem voor me, dan zal ik hem repareren.’
De hele familie had gelachen, haar man voorop. Jij? Een watertank repareren? Een moeder van zes kinderen met alleen lagere school? Hij had het sowieso onzin gevonden, die hele opleiding, en de familie was het met hem eens: loodgieten, dat is geen vrouwenwerk. Maar Laila drong aan, waarop haar man zei: ‘Oké, ik koop hem. Maar als het je niet lukt, ga ik van je scheiden.’ Laila: ‘Ik ging aan de slag. En het lukte me, in één dag!’
Ze heeft, wil ze maar zeggen, heel wat barrières moeten slechten, en voor haar collega-loodgieters Anaya Abushmais (47) en Hayat Bakir (43) geldt dat niet minder. De drie vrouwen waren getrouwd, hadden kinderen gekregen, en toen die eenmaal op hogeschool of universiteit zaten, waren ze op zoek gegaan naar een andere productieve tijdsbesteding.
Maar geld verdienen als loodgieter? Het houdt niet over. Anaya en Laila doen voornamelijk reparaties in familiekring. Dat spaart geld uit. Anaya: ‘De mensen accepteren het niet. Ze vinden het raar, een vrouwelijke loodgieter. En de vrouwen moeten toestemming van de man hebben om ons te laten komen.’
Alleen Hayat – in 2003 de allereerste gediplomeerde – slaagt erin in het vak haar geld te verdienen. Ze is een van de vijf vrouwen in Amman met een loodgietersbedrijfje. ‘Ik heb me moeten bewijzen’, zegt ze. ‘Maar mijn man vindt het nu prachtig!’
De drie loodgietsters. Een sprookje van niks, maar toch staan bovenstaande vijf alinea’s – terloops – bol van de sleutelwoorden die iets verraden over de toestand van de vrouw in Jordanië.
‘De mensen accepteren het niet’
De klassieke vijand van emancipatie: de cultuur. De Jordaanse samenleving is conservatief en door en door patriarchaal. Volgens de tribale traditie, de urf, is de man het hoofd van de familie. De vrouw dient in huis, behaagt de man, baart en voedt zijn kinderen, bereidt de maaltijd. Het plaatje is bekend. Verder moet ze de familie niet te schande maken.
Probleem: ‘Vrouwen zelf hebben zich die opvatting eigen gemaakt’, schrijft het VN-comité tegen discriminatie van vrouwen (CEDAW) in zijn rapportage over Jordanië.
‘De traditionele rolverdeling in de familie is de voornaamste belemmering voor vrouwen om te gaan werken’, zegt Asma Khader van de vrouwenorganisatie SIGI. ‘Mannen schamen zich om ook maar iets in het huishouden te doen.’ Een dubbele belasting dus voor vrouwen? ‘Een driedubbele’, lacht ze. ‘Daarna moet je ook nog naar bed. Ben je te moe, dan word je man boos.’
Toestemming van de man
Nagel aan de doodkist van vrouwen in Jordanië. Voor alles moeten ze eerst langs de echtgenoot, zoals Laila haar man nodig had voor die watertank. Historica Amira Sonbol schetst in haar boek Women of Jordan – Islam, Labor & the Law hoeveel drempels de arbeidsmarkt voor vrouwen telt. ‘De echtgenoot’ is de voornaamste.
Vrouwen die zich maatschappelijk willen ontplooien, legt Sonbol uit, hebben thuis een hele strijd te voeren, zozeer dat velen er niet eens aan beginnen.
Het staat min of meer zo in de wet, de ‘wet op de persoonlijke status’, die de verhoudingen in gezin en familie regelt. De vrouw moet haar man gehoorzamen, in ruil voor het recht door hem te worden onderhouden. In een rapport van de Wereldbank over de vrouwen in Jordanië staan de gevolgen droog opgesomd: ‘Kan de vrouw dwingen bij haar echtgenoot te blijven, zelfs onder extreme of gewelddadige omstandigheden.’
Geweld tegen vrouwen – het komt overal voor, maar in Jordanië kan het een perfide vorm krijgen, die van de eerwraakmoord. Het treft misschien tientallen vrouwen per jaar, maar de mogelijkheid alleen al houdt tienduizenden in het gareel.
‘Dan ga ik van je scheiden’
De grote stok achter de deur. Jordanië heeft een grotendeels seculiere wetgeving, maar op één terrein is de bron van het recht islamitisch: dat van de verhoudingen in de familie. De wet op de persoonlijke status is deels gebaseerd op de sharia, en dat pakt voor vrouwen niet goed uit. Mannen mogen vier vrouwen nemen, bijvoorbeeld (al is 95 procent van de huwelijken monogaam). En als mannen willen scheiden, hoeven ze alleen maar drie maal het ‘talaq’ uit te spreken. ‘De grootste hindernis voor Jordaanse vrouwen’, aldus Amira Sonbol, ‘is het gemak waarmee echtgenoten van hen kunnen scheiden.’
Er is niets waartegen de Jordaanse vrouwenbeweging harder vecht dan dit, de patriarchale familiewetten. Dat ze worden verdedigd met een beroep op de godsdienst, zegt Sonbol, ‘maakt het bijna onmogelijk ze te bestrijden’.
In 2001 werd een hervorming voor de poorten van de hel weggesleept. De juriste Reem Abu Hassan, tegenwoordig directeur mensenrechten op het ministerie van Justitie, schreef mee aan een vrouwvriendelijker tekst. Daarin wordt de huwelijksleeftijd verhoogd van 15 naar 18 jaar, en vrouwen die op het moment van hun huwelijk al werk hebben, hoeven hun man nooit meer toestemming te vragen om te werken.
De belangrijkste wijziging, zegt Hassan, was de verruiming van het recht op echtscheiding door de vrouw. Die zou nu zelf zonder veel poespas echtscheiding kunnen aanvragen – ‘khula’ heet dat in de sharia. In de Jordaanse context is dat een grote stap voorwaarts, ook al heeft de vrouw dan geen recht op alimentatie.
Hassan: ‘Ik leidde de demonstratie bij het parlement voor de nieuwe wet op de persoonlijke status. Tegen de khula bestond veel verzet. Die zou de familie vernietigen, vonden de tegenstanders. Ik ben naar de parlementaire commissie gegaan en zei: ‘Luister, dit komt niet uit het Westen, dit is volgens de islam. We volgen het voorbeeld van de Profeet – vrede zij met hem.’
De conservatieve krachten bleken te sterk. De senaat was voor wetswijziging, maar het parlement stemde tot twee keer toe tegen. Koning Abdullah II, die de vrouwenzaak goed gezind is, maakte daarop gebruik van een maas in de grondwet door de nieuwe tekst tot nader order tot ‘tijdelijke wet’ te verklaren.
Studerende kinderen
Jordanië heeft een onderwijsrevolutie doorgemaakt. Nergens in de Arabische wereld is de deelname aan onderwijs zo hoog als in Jordanië (en Koeweit en Bahrein). Vrijwel alle jongeren gaan inmiddels naar school. En meisjes doen het beter – tót het tertiaire niveau, want daar staken velen opeens hun schoolloopbaan. Verklaring: ze gaan trouwen.
En dat is óók jammer voor de economie van het land, schrijft de Wereldbank. Jordanië zou de arbeid van jonge vrouwen – het ware geheim achter het economisch wonder van Oost-Azië – heel goed kunnen gebruiken. De geringe deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt is voor de gehele Arabische wereld dé gemiste kans, en voor Jordanië geldt dat a fortiori.
Alleen Hayat verdient eigen geld
Waarom vertaalt onderwijs voor meisjes en vrouwen zich zo weinig in werk voor vrouwen? Nergens in het Midden-Oosten springt het verschil tussen onderwijskansen (hoog) en arbeidskansen (laag) voor jonge vrouwen zo in het oog als in Jordanië. De ‘Jordaanse paradox’, noemt de Wereldbank dit.
‘Mannelijk chauvinisme’, is de verklaring van senator Wijdan Talhouni, voorzitter van het Forum voor Werkende Vrouwen. ‘Als er twee kandidaten zijn, nemen ze de man, ook als de vrouw beter is.’
Amira Sonbol heeft iets meer woorden nodig – een heel boek. Overtuigend legt ze daarin uit dat vooral hun afhankelijke positie in de familiewetgeving vrouwen belemmert zich economisch te ontplooien.
Overigens geniet de Jordaanse vrouw in de meeste andere wetten wél gelijkheid, of zelfs bijzondere rechten in de arbeidssfeer. Maar dat kan zich juist tegen hen keren. Bedrijven met twintig of meer werknemers bijvoorbeeld zijn verplicht een crèche in te richten. Gevolg, zegt Talhouni: ‘Boven de negentien werknemers stoppen ze met het aannemen van vrouwen.’
Vrouwenforum
Het Forum voor Werkende Vrouwen (JFBPW) is een van de vrouwenorganisaties die meer doen dan alleen lippendienst bewijzen aan de vrouwenzaak. Het politieke speelveld is in het koninkrijk beperkt, maar zodra het om emancipatie gaat, krijgt de civil society ruim baan, dankzij de steun van koning Abudullah en de moderne vrouwen in zijn familie.
JFBPW-directeur Rania Khatib is aanstekelijk positief over wat haar club heeft bereikt. Vrouwelijke ondernemers krijgen een zetje in de rug in de ‘zakencouveuse’ van het Forum. ‘Een erg succesvol model, dat nu wordt gekopieerd in andere Arabische landen.’
Vrouwen krijgen training en vakopleidingen, voor loodgieter bijvoorbeeld, of voor beurshandelaar. Met succes werd gelobbyd voor vrouwvriendelijker arbeidswetten. Afgelopen zomer werd met het concern LJ een contract getekend over het opleiden van liefst vijfduizend vrouwen van 18-32 jaar. ‘Met baangarantie, in technische, niet typisch vrouwelijke beroepen.’ Ook met andere bedrijven wordt gesproken.
‘Er gebeurt heel veel’, zegt Khatib enthousiast. Laatste nieuws: Drie weken geleden werd onderneemster Taghreed Nafisi gekozen in het bestuur van de beurs van Amman, tot dan een mannenbolwerk.
Zulke rolmodellen en vrouwen op strategische posities telt Jordanië steeds meer. Vier ministers, waaronder die van planning. Hoofden van universiteiten. Een op de acht diplomaten is vrouw. Asma Khader wijst op het groeiend aantal vrouwelijke rechters: van nul in 1995 naar ruim 50 nu, op een totaal van bijna 800. Niet onbelangrijk, in een land waar vrouwen door politie en justitie nooit voor vol werden aangezien.
Trouwens, Asma Khader is zelf zo’n rolmodel. Van 2003 tot 2005 was zij als woordvoerder van de regering voortdurend op televisie. Haar collega Natasha Shawarib: ‘Toen ik tienermeisjes op het platteland naar hun rolmodel vroeg, zeiden ze allemaal: Asma Khader!’
De vrouwelijke loodgieter
Dat gewone vrouwen loodgieter worden in een land waar tot niet zo lang geleden geen andere keus bestond dan de klassieke vrouwenberoepen, geeft aan dat er iets aan het veranderen is.
De vrouwen van SIGI kijken, zeggen ze, zelfs terug op een ‘gouden jaar’ voor vrouwen. Dan wijzen ze op de nieuwe quota (20 procent) voor vrouwen in gemeenteraden. Op de eerste vrouwelijke burgemeester. Op de nieuwe wet tegen huiselijk geweld.
De ene overwinning klinkt, toegegeven, spannender dan de andere. De marges van de verlichte monarchie zijn smal. Veel van de stapjes voorwaarts hebben de vrouwenactivisten te danken aan de steun die zij genieten van de koninklijke familie. Was Jordanië een democratie, dan zou het Islamitisch Front waarschijnlijk meer in de melk te brokkelen hebben, en in die kringen is de sharia populairder dan het VN-vrouwenverdrag.
In het mannenbastion van de politiek zijn alleen dankzij Abdullah enige bressen geslagen. Dat 6 procent van de parlementariërs en 13 procent van de senatoren vrouw is, is vooral te danken aan koninklijke benoemingen.
Echt snel gaat het allemaal niet, in een land waar vrouwelijke politici minder alledaags zijn dan eerwraakgeweld. ‘Er is al zó veel tijd en energie aan besteed, en toch zitten we nog maar in de eerste fase’, verzucht Shirin Shukri, hoofd van het regionale kantoor van de VN-vrouwenorganisatie Unifem. ‘Ik voel me wel eens gefrustreerd.’
‘Mijn man vindt het nu prachtig!’
Heeft het gezin de inkomsten van de vrouw echt nodig, dan vervalt bij menig man het bezwaar tegen een werkende echtgenote. Wijdan Talhouni: ‘Veel mannen zijn bang dat wij tegen de islam ingaan. Of dat we hun vrouwen en dochters ertoe willen aanzetten hen niet langer te gehoorzamen. Maar onze ervaring is dat mannen het accepteren zodra ze inzien dat ze er zelf voordeel bij hebben.’
De meeste geïnterviewden vrezen dat de economische crisis beroerd zal uitpakken voor de Jordaanse vrouwen, maar Amira Sonbol koestert de opmerkelijke hoop dat de crisis een blessing in disguise zal zijn. Noodgedwongen, meent ze, zullen meer vrouwen actief worden in de ‘informele sector’, de scharreleconomie waarin – nu al – veel meer vrouwen werken dan de officiële cijfers aangeven. Niemand kent het aantal zelfs maar bij benadering. maar het moeten er vele malen meer zijn dan de 14 procent die in de statistieken als werkend te boek staan.
Economische tegenslag als push-factor, zegt Sonbol: vrouwen worden de arbeidsmarkt op geduwd. ‘Families kunnen zich het niet langer veroorloven hun vrouwen en dochters niet te laten werken. Veel vrouwen worden de voornaamste kostwinner. Dat geeft ze ook in de familie meer macht. Voor zulke maatschappelijke veranderingen hoef je niets te doen. Het gaat vanzelf.’
Jordanië kan Laila de loodgieter nog hard nodig hebben.