Nieuws
De Jonge: tweede prik AstraZeneca sneller
Mensen die worden ingeënt met AstraZeneca kunnen eerder hun tweede prik krijgen. De interval tussen de eerste en tweede inenting kan namelijk korter: tussen de vier en twaalf weken. Dat maakte coronaminister Hugo de Jonge vrijdagmiddag bekend. De beslissing volgt na een nieuw advies van de Gezondheidsraad.
Met de GGD’en, ziekenhuizen en huisartsen is afgesproken dat ze het vaccin zo snel mogelijk toedienen, zegt de minister. Volgens de bijsluiter en een nieuwe richtlijn van het RIVM kan dat na minimaal vier weken, tot maximaal twaalf weken. Aanvankelijk was het interval tussen beide injecties vastgezet op twaalf weken. Vanwege onzekerheden in de leveringen komt er geen vast interval, schrijft De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer.
De enige groep die met zekerheid hun tweede prik eerder krijgt, zijn de zorgmedewerkers. De GGD’en halen hun prikafspraken naar voren zodat ze uiterlijk in de week van 14 juni volledig zijn gevaccineerd. Ziekenhuizen gaan op het moment na wat de mogelijkheden zijn om de tweede prik te vervroegen. De groep van 60- tot 64-jarigen kan volgens de minister nu vier weken eerder een prik krijgen. Maar de uitvoering daarvan ligt bij de huisartsen. Zij bepalen zelf of ze de afspraken naar voren halen.
Geen verplichting
Of alle huisartsen dat gaan doen is nog niet duidelijk, zegt de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Alle afspraken voor een tweede prik staan al gepland. ‘Praktijken die dat willen, kunnen de afspraak naar voren halen. Maar het is geen verplichting’, aldus een woordvoerder tegen persbureau ANP. ‘Bovendien is het maar de vraag of de leveringen van het vaccin toereikend zijn. Het komt nog steeds in blokjes binnen.’ Huisartsen pleiten wel al langer voor flexibiliteit in het prikschema, omdat zij de inentingen moeten combineren met reguliere zorg.
Naar verwachting zijn alle vaccins voor de tweede prik eind juni geleverd, aldus minister De Jonge. Komende week komen rond de 400 duizend doses AstraZeneca binnen. De week erna staan er geen leveringen op de agenda. Het leveringsverloop in de maand juni is onbekend. Toch is de minister optimistisch dat er voldoende flesjes aankomen om iedereen te bevoorraden.
Optimale interval
Donderdagavond stuurde de Gezondheidsraad het nieuwe advies naar het ministerie. Minister De Jonge had gevraagd om de ‘optimale interval’. Maar dat is volgens de raad lastig te zeggen op basis van het huidige onderzoek. Daarom houdt ze vast aan het interval dat ook in de bijsluiter van het vaccin staat: tussen de vier en twaalf weken.
De Gezondheidsraad adviseerde eerder twaalf weken aan te houden, om twee redenen. Er was weinig vaccin beschikbaar en door twaalf weken tussen de prikken aan te houden, konden er sneller meer mensen een eerste prik krijgen. Daarnaast zou het vaccin betere bescherming tegen het virus bieden als er langer werd gewacht met de tweede prik. Het onderzoek waarop dit was gebaseerd, vertoonde echter gebreken, aldus de raad.
Het uitrollen van het AstraZeneca-vaccin ging afgelopen maanden verre van vlekkeloos. Het vaccin kreeg een slechte reputatie toen een zeldzame maar ernstige bijwerking ervan aan het licht kwam: trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes. In Nederland zijn tot nog toe vijftien personen hierdoor getroffen, twaalf vrouwen en drie mannen tussen de 23 en 66 jaar oud, meldt het bijwerkingencentrum Lareb. Dit is op een totaal van naar schatting 1,5 miljoen gezette vaccins. Nadat de leeftijdsgrens voor het vaccin werd vastgesteld op 60, nam het aantal meldingen van bijwerkingen af.