OnderzoekNederlandse jeugd
De jeugd van tegenwoordig over druk, roken en seks
Nederlandse jongeren roken nog zelden, drinken aanzienlijk minder frisdrank, worden naar eigen zeggen minder vaak gepest en kunnen steeds beter praten met hun vader. Nee, verzuchtingen over zedelijk verval onder ‘de jeugd van tegenwoordig’ zijn niet op hun plaats na bestudering van de studie Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland.
Ruim 8.300 jeugdigen in de leeftijd van 11 tot en met 16 jaar werkten in 2017 anoniem mee aan het grootschalige vragenlijstonderzoek, een gezamenlijk project van de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Sinds 2001 wordt het eens in de vier jaar uitgevoerd, als onderdeel van het landenvergelijkende onderzoek Health Behaviour in School-aged Children (HBSC).
‘Dit is een dwarsdoorsnede van de Nederlandse jeugd. Het laat mooi zien in welke opzichten zij en hun gedrag veranderen’, zegt projectleider Gonneke Stevens. Zij overhandigt het rapport WOENSDAG aan Paul Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Ongelukkig is de jeugd niet. Al neemt het cijfer dat zij hun welbevinden geven wel iets af naarmate hun jaren (en hun puberzorgen) toenemen: 12-jarigen beoordelen hun leven gemiddeld met een 8.1 en 16-jarigen met een 7.3.
Toch zijn er ook redenen voor zorg. Zo is de werkdruk die jongeren op school ervaren sinds 2001 verdubbeld. Verder is hun alcoholgebruik sinds 2013 niet verder afgenomen – ondanks de verhoging van de wettelijke leeftijd om alcohol te mogen kopen naar 18 jaar. Ruim zeven procent van de middelbare scholieren typeert het eigen sociale mediagebruik daarnaast als ‘problematisch’.
Bovendien, zegt Stevens, zijn er aanzienlijke verschillen tussen groepen jongeren. Leerlingen van het vmbo en kinderen uit gebroken gezinnen vertonen meer riskant gedrag, zoals roken en drinken.
En hoewel ze vergeleken met tien jaar geleden langer wachten met seks, gebruiken jongeren daarbij minder vaak een condoom: van ruim 80 procent in 2009 naar 55 procent in 2017. ‘Oorzakelijke verbanden kunnen we met dit onderzoek niet aantonen, maar in 2011 is de campagne ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’ gestopt.’