De herinnering is bij pabo’ers in goede handen

Gedurende vier dagen bezochten veertig pabo-studenten residuen van de Tweede Wereldoorlog. Om oor te lenen aan de generatie die het meemaakte....

Van onze correspondent Sander van Walsum

Eigenlijk werd getwijfeld aan het vermogen van toekomstige basisschooldocenten om beeldend en inlevend over de Tweede Wereldoorlog te vertellen. De tijdsafstand werd onoverbrugbaar geacht. En het zou de internetgeneratie misschien ook aan belangstelling voor het duistere verleden ontbreken.

Maar niets is minder waar, stelt kampoverlevende Ernst Verduin (bijna 79 jaar) tot zijn verbazing en opluchting vast. Vier dagen begeleidde hij zo’n veertig pabo-studenten op een reis door wat Armando ‘het schuldige Duitse landschap’ noemde. De groep bezocht het voormalige concentratiekamp Ravensbrück ten noorden van Berlijn en maakte een bedevaart langs een aantal oorlogsmonumenten.

Dat hij het zelf te kwaad zou krijgen had hij wel voorzien. Maar hij was aangenaam verrast door de ontvankelijkheid van de studenten. ‘Ik heb sterke kerels zien huilen’, zegt hij enigszins aangedaan. ‘Grote mensen zijn het, en het worden goede leraren.’

Dirk Mulder, directeur van het herinneringscentrum Kamp Westerbork zegt beduidend meer vertrouwen te hebben gekregen in de schatbewaarders van het collectief geheugen. ‘Er was er niet een bij aan wie ik mijn kinderen niet zou toevertrouwen.’ Met instemming citeert hij een aantal ‘statements’ waarin de studenten hun engagement met de oorlog hebben vastgelegd. Zoals: ‘Wij zijn de oren voor de vorige generatie. Laten we de stem zijn voor de volgende.’

‘Ik luister deze dagen geregeld naar herdenkingstoespraken’, zegt Mulder. ‘Soms zou je willen dat ze zo beknopt waren en zo ter zake deden.’

Daarmee geeft hij de studenten de ridderslag. Want de reis is een voortvloeisel van de nota Raak de juiste snaar, waarin een zorgwekkend gebrek aan kennis van de Tweede Wereldoorlog bij pabo-studenten werd geconstateerd. Deze Ravensbrück-reis – mogelijk de eerste van een lange reeks – wettigt in elk geval het vertrouwen dat het de betrokkenen niet aan goede wil ontbreekt.

De deelnemers aan de reis moesten groepsgewijs educatieve opdrachten uitvoeren waarmee zij aspecten van het oorlogsverleden inzichtelijk konden maken. Eén groep ontwikkelde een voorstel voor de herinrichting van ‘de Nederlandse cel’ in het kamp Ravensbrück, die zij nu ‘te licht en te rommelig’ achten. Een andere groep ontvouwde ideeën over een museale bestemming van het huis van Albert Gemmeker (1907-1982), de Duitse commandant van Durchgangslager Westerbork.

In dit concept – onder de wervende naam Daders en omstanders – wordt de levenslijn van Gemmeker gespiegeld aan die van de kampbewoners. Wat in de museale praktijk zou kunnen betekenen dat de vroegere slaapkamer van Gemmeker wordt versierd met foto’s die een indruk geven van de omstandigheden waaronder de gevangenen de nachten moesten doorbrengen.

Maarten ten Brinke, die deel uitmaakte van het ‘Gemmeker-groepje’, heeft ondervonden dat deze benadering van het verleden niet die van de kampoverlevenden is. ‘Zij willen liever helemaal niet worden herinnerd aan een kampcommandant, en vinden dat in de villa beter een tentoonstelling kan worden ingericht over de vernietigingsmachinerie van Hitler. Zij leken meer geïnteresseerd in het grote verhaal dan in de details.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden