'De hele wereld, zelfs Amerika, is bang voor Rusland, maar het kleine Tsjetsjenië niet' Van enige vredeswil valt in Grozny nog niets te bespeuren
Bert Lanting GROZNY 'Dat is nou de Russische cultuur, klote cultuur.' Het machteloze gevoel van de Tsjetsjeen komt nauwelijks uit boven het gedreun van de artillerie die het centrum van Grozny beschiet....
Van onze correspondent
De verkopers en de klanten op de kleine markt in Tsjernoretsje, een zuidelijke buitenwijk van Grozny, trekken zich nauwelijks iets aan van het geraas van de Russische gevechtstoestellen. Toch zijn er een dag eerder een paar honderd meter verderop drie mensen omgekomen toen een paar Russische granaten insloegen bij de waterbron. 'In de oorlog moet er ook gegeten worden' zegt een van de vrouwen achter de stalletjes. 'Bovendien, Allah bepaalt wanneer het je tijd is.'
Bij het spoorweg-ziekenhuis een kilometer verderop komt kort daarna de eerste gewonde binnen van de Russische luchtaanval, een kermende vrouw, ondersteund door twee Tsjetsjeense strijders. Ze is door granaatscherven geraakt, toen ze even de straat op was gegaan om de Tsjetsjeense strijders bij het Minoetka-plein wat brood te brengen.
'Niet ernstig', concluderen de verpleegsters nadat ze de vrouw bekeken hebben. Maar ze zou toch door moeten naar een ander ziekenhuis. 'We hebben hier geen mogelijkheden om haar te behandelen. We kunnen hier alleen eerste hulp bieden, meer niet', zegt verpleegster Zoechara Alijeva.
De strijders die haar hebben afgeleverd zitten in de gang even uit te rusten voordat ze weer naar het front gaan, twee kilometer verderop. De een is gewond aan zijn hand, de ander vertelt dat hij een granaatscherf in zijn been heeft gehad, maar ze zijn vol goede moed. Volgens een van de strijders, Ramzan, hebben de Tsjetsjenen de Russische troepen rond het paleis een paar honderd meter weten terug te drijven. De Tsjetsjenen zouden nu ook het station en het parlementsgebouw weer in handen hebben.
Voor het eerst sinds dagen kunnen de Tsjetsjenen volgens hem weer zonder al te veel problemen versterkingen sturen naar het belaagde presidentiële paleis. 'We hebben gisteren veel krijgsgevangenen gemaakt', zegt Ramzan trots.
Vanuit zijn mitrailleursnest in een flat die nog in de steigers staat, kijkt Pasjka uit over de stad. Het gebouw trilt van de ontzagwekkende explosies die voortdurend klinken. De Russische artillerie laat een regen van granaten neerdalen op het gebied rond het paleis, waarvan in de mist en de kruitdampen slechts het silhouet is te zien.
'De hele wereld, zelfs Amerika, is bang voor Rusland, maar het kleine Tsjetsjenië niet. En dat terwijl wij alleen wat mortieren, kalasjnikovs en een paar tanks hebben,' zegt Pasjka. Vandaag hoeft hij niet te vechten, hij mag uitrusten na een dag aan het front in het centrum.
Het is twee uur, naar later blijkt precies het moment waarop de Russische premier Tsjernomyrdin in Moskou een bestand overeengekomen zou zijn met een Tsjetsjeense delegatie. Maar van enige vredeswil valt in Grozny op dat moment nog niets te bespeuren. Boven de buitenwijken klinkt het geronk van een gevechthelikopter die even later zijn raketten loslaat.
Uit het centrum klinkt het oorverdovende lawaai van Russische Grad-raketten en granaten die inslaan bij het presidentiële paleis op het Minoetka-plein, anderhalve kilometer van het mitrailleursnest. Langs het busstation komt een tank aanrollen met de groene Tsjetsjeense vlag erop. Het gevaarte, dat kennelijk ook door de Russen is waargenomen, blijkt de voorbode te zijn van een regen van inslagen die steeds dichterbij komt.
Het was het ergste bombardement sinds dagen, vertelt een Russische journalist die vergeefs heeft geprobeerd via het Minoetka-plein het centrum binnen te komen. Drie uur lang heeft hij in een kelder gezeten en toen hij eruit kroop lagen er zeker vijftien lijken van Tsjetsjenen op straat. Volgens hem zouden de Russische toestellen ook een fragmentatiebom hebben afgeworpen.
De bijna gezellige drukte in het centrum van Oeroesmarkan doet onwerkelijk aan na het geweld van Grozny. Het stadje, dat op 25 kilometer van de hoofdstad ligt, is in handen van de door Moskou gesteunde oppositie. Rond het hoofdkwartier van de Voorlopige Raad lummelen groepjes mannen rond. Er is hier geen oorlog, maar er is kennelijk ook geen werk.
De militaire commandant van de oppositie, Wachid Machtsjajev, zwaait even de scepter in het hoofdkwartier, omdat de politieke leiders, Avtoerchanov en Gantemirov, naar het door de Russen beheerste gedeelte van Tsjetsjenië zijn om te overleggen over de vorming van een voorlopige regering.
De oppositie steunt de Russen, maar ze vecht niet met de Russen tegen Doedajev. 'Dat is onnodig: hij heeft Rusland tegenover zich staan', zegt Machtsjajev. De oppositie helpt de Russen alleen door het gebied te zuiveren van strijders van de Tsjetsjeense president. Hij wijst er trots op dat de chef van de Russische geheime dienst Stepasjin en de Russische vice-premier Jegorov afgelopen week zelfs een bezoek aan Oeroesmarkan hebben gebracht voor overleg met de oppositie.
Natuurlijk doet het hem verdriet te zien hoe de Russische troepen de hoofdstad van zijn land aan puin schieten, maar Machtsjajevs geweten is zuiver: uiteindelijk ligt de schuld daarvoor toch bij Doedajev. 'Hij heeft zich steeds tegen iedere politieke oplossing verzet, zodat er niets anders overbleef dan hem met geweld te verdrijven.' Machtsjajev vindt het verkeerd om over 'de slag om Grozny' te spreken. 'Het gaat gewoon om plunderaars die de wijken die zij beheersen in handen willen houden zodat ze door kunnen gaan met roven.'
Hij wil de Russen ook niet helemaal schoon praten. 'Op iedere salvo uit een machinegeweer antwoorden zij met zware artilleriebeschietingen of raketten', klaagt hij. 'We zijn geen militaire experts maar toch hebben wij het gevoel dat zo'n massale vernietiging niet nodig is.' Waar hij zich ook zorgen over maakt is dat 'iedere bom die op een huis in Grozny valt' een punt voor Doedajev is in de propagandaslag. 'Doedajev heeft de Tsjetsjeense bevolking jarenlang geterroriseerd, maar nu doet de wereldpers het voorkomen alsof dit geen oorlog tegen Doedajev maar een oorlog tegen het Tsjetsjeense volk is.'
Volgens Machtsjajev hebben de leiders van de oppositie Stepasjin en Jegorov verzocht de bombardementen op de woonwijken te staken maar hij erkent dat de oppositie weinig invloed op Moskou heeft. 'Het is een zaak van de Russische regering en die kunnen wij niet vertellen wat zij moet doen', zegt hij.
Maar, vertelt hij trots, het is de oppositie wel gelukt toezeggingen los te krijgen van de Russen voor de wederopbouw van Grozny. Rusland heeft al vijf biljoen roebel (2,5 miljard gulden) uitgetrokken om de stad in oude staat terug te brengen, zodra de strijd is afgelopen.
Dat zal niet langer dan twee weken duren voorspelt hij. 'De mensen hebben genoeg van de oorlog, de bevolking staat achter ons.' Maar dat blijkt zelfs in dit bolwerk van de oppositie tegen te vallen. 'De oppositieleiders zijn verraders', zegt een man. 'Het gaat er nu niet om of we voor of tegen Doedajev zijn, het gaat om ons overleven. Dit is een oorlog tegen het Tsjetsjeense volk.'