De handreiking die opmaat naar oorlog werd
Terug naar..
In De lotgevallen van de brave soldaat *vejk, het satirisch meesterwerk van de Tsjechische schrijver-journalist Jaroslav Ha*ek, drijft de overdreven onderdanige hoofdpersoon zijn superieuren tot wanhoop door hun bevelen letterlijk op te volgen. ‘Melde gehorsamst: ik heb alle wensen van mevrouw vervuld, luitenant, en ik ben haar geheel volgens opdracht keurig netjes van dienst geweest’, zegt *vejk, nadat hij is ingegaan op de avances van de minnares van zijn chef.
Met de Conferentie van München, deze week precies zeventig jaar geleden gehouden, hebben de avonturen van de ogenschijnlijk achterlijke boerenpummel op het eerste gezicht niets te maken. *vejk, oppasser in het leger van de Oostenrijk-Hongaarse Dubbelmonarchie, diende tijdens de Eerste Wereldoorlog, terwijl de in 1938 gehouden conferentie de prelude vormde tot de Tweede Wereldoorlog. Maar de manier waarop de Tsjechen reageerden op het daar beraamde verraad, kan zo uit ‘*vejk’ komen.
Even de feiten op een rijtje: op 30 september 1938 beslisten de Britse premier Neville Chamberlain en zijn Franse ambtsgenoot Edouard Daladier tijdens hun ontmoeting in München met Hitler en Mussolini om het Tsjechoslowaakse Sudetenland uit te leveren aan Duitsland. Het akkoord was in tegenspraak met een Frans-Tsjechoslowaaks verdrag, maar Chamberlain wenste geen conflict te riskeren ‘vanwege een ruzie in een verafgelegen land tussen mensen over wie we niets weten’.
Sinds de Tweede Wereldoorlog staat de Conferentie van München als ‘fout’ geboekstaafd, maar op het moment zelf werd daar anders over gedacht. Toen Chamberlain bij zijn terugkeer in Londen met een door Hitler ondertekende kopie van het akkoord zwaaide en daarbij de historische woorden ‘Peace for our time’ uitsprak, werd hij door de wachtende menigte met gejuich begroet.
In Tsjechoslowakije voelde de meerderheid van de bevolking zich echter verraden. Door de handelwijze van Londen en Parijs zouden niet minder dan vijf miljoen inwoners en eenderde van het grondgebied verloren gaan aan de omliggende dictaturen: behalve de Duitsers pikten ook de Hongaren en de Polen een graantje mee.
Toch besliste de regering in Praag om zich niet te verzetten. Hoewel zijn land over een sterk leger beschikte, vond president Edvard Bene* het onverantwoord om zonder de steun van het Westen aan een oorlog te beginnen. Op de Sovjet-Unie, waarmee Praag militair verbonden was, rekende hij niet, evenmin als op de inwoners van de betwiste gebieden: de Duitsers, die in het Sudetenland de grote meerderheid uitmaakten, waren massaal gewonnen voor aansluiting bij het Reich.
Hetzelfde scenario herhaalde zich nog geen jaar later, toen ook de rest van Tsjechoslowakije door nazi-Duitsland werd ingepalmd. Net zoals in 1938 gaven de autoriteiten in Praag zich zonder slag of stoot gewonnen. Het gemak waarmee ze zich aan de bezetter overgaven viel te vergelijken met de manier waarop *vejk zich tijdens zijn avonturen naar de gevangenis laat brengen: met een glimlach.
Niet voor niets omschreef Reinhard Heydrich, de SS’er die tussen 1941 en 1942 aan het hoofd stond van het Protectoraat Tsjechië en Moravië, de Tsjechen als glimlachende beesten. Hij vergeleek hen met slappe twijgen, die onder druk gaan buigen, maar terugzwiepen wanneer je het niet verwacht.
In vergelijking met de andere door de nazi’s bezette landen bleef het verzet in Tsjechoslowakije vooral beperkt tot passieve weerstand. Maar het resultaat was er niet minder om. In tegenstelling tot landen die wel heldhaftig verzet boden, kwam Tsjechoslowakije vrijwel ongeschonden uit de oorlog. En zoals *vejk dankzij zijn gespeelde naïviteit zijn bazen uiteindelijk te vlug af is, lachten de Tsjechoslowaken het laatst en het best. De annexatie van Sudetenland werd ongedaan gemaakt, en om een herhaling te voorkomen werd de plaatselijke bevolking naar Duitsland gedeporteerd.
Jan Hunin