InterviewAmbassadeur Luis Vassy
De Fransen willen een Europese hoofdrol. Hij behartigt de belangen in Den Haag: ‘We zitten op een hoogtepunt in de relatie’
In een EU zonder de Britten en Angela Merkel staat Parijs te popelen om een grotere rol op te eisen. Symbool voor de Franse ambities staat de jonge Luis Vassy, die als ambassadeur in Nederland een welwillende partner treft. ‘Het mooie aan Europa: het kan door niemand gedomineerd worden. ’
Frankrijk is onder president Emmanuel Macron helemaal terug als vliegwiel van een ambitieuze en assertieve Europese Unie. Waar de Duitse bondskanselier Angela Merkel het roer en het geweten is geweest van de Unie, is het Macron die het gezicht wil zijn van een modern Frankrijk, en die tegen de achtergrond van de Brexit de urgentie predikt van Europese samenwerking. Want de badguys rukken op.
Met alle schuivende panelen in Europa – en met Amerika en het Verenigd Koninkrijk op meer afstand dan voorheen – zoekt ook Nederland naar een nieuwe positie. Het gevolg: zowel in Parijs als in Den Haag wordt erkend hoe belangrijk goede bilaterale relaties zijn om succesvol te kunnen zijn op het Europese schaakbord.
Frankrijk (her)ontdekte landen met wie het overhoop lag of die aan de periferie van zijn belangen lagen. Zo kwam onder Macron het Europese interventie-initiatief (EI2) tot stand, een defensiesamenwerking met noordse en andere lidstaten die leidde tot een grotere Europese bijdrage aan terrorismebestrijding in de Sahel. Kortgeleden sloot Parijs een wapendeal met Griekenland, voorzien van een wederzijdse bijstandsclausule, en was er plotseling een ambitieus verdrag met Italië.
Op zijn beurt heeft Nederland onder premier Mark Rutte Frankrijk herontdekt. De argwaan jegens Parijs, decennialang een constante in de Haagse politiek, wordt steeds meer ingeruild voor concrete, praktische samenwerking. Zonder te doen alsof de landen het nu overal over eens zijn: Nederland botste hard met Frankrijk én Duitsland in de aanloop naar het Europese coronaherstelfonds.
Alleen militair blijft Nederland achter: als een van de weinige deelnemers aan EI2 verkocht Den Haag tot nu toe ‘nee’ inzake de antiterrorismemissie van de EU in de Sahel (Takuba). Maar daar komt onder een nieuw kabinet hoogstwaarschijnlijk verandering in.
Voor de 41-jarige Luis Vassy is Den Haag zijn eerste ambassadeurspost, de voorlopige bekroning op een succesvolle carrière met hoge adviseursfuncties op Defensie en als kabinetschef van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jean-Yves Le Drian. Gewend om te opereren in het domein van de hoge politiek, waar de vonken er soms van afvliegen, zegt Vassy getroffen te zijn door de manier waarop de Nederlandse samenleving in elkaar zit. ‘Het Nederlandse vermogen om compromissen en samenwerking te zoeken, is echt interessant – zelfs als het soms wat langer duurt. Dat creëert een vreedzame samenleving die haar problemen kan oplossen en maakt een heel aangenaam dagelijks leven mogelijk.’
U bent hier in een interessante tijd, waarin door de Brexit en de veranderende houding van en jegens de VS de hele Europese politiek op drift komt. Is dit het begin van een nieuw tijdperk van Franse dominantie in de EU?
(Lachend.) ‘Zeker niet. Dat is het mooie aan Europa: het kan door niemand gedomineerd worden. En niemand wil dat ook. Frankrijk zet in Europa dingen op de agenda, we komen met veel initiatieven. Dat is geen manier om te domineren, maar om ervoor te zorgen dat de hele groep beweegt richting meer cohesie en meer collectieve soevereiniteit op Europees niveau.
‘Ik kan alleen maar uw minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen citeren, die zei dat Nederland moet wennen aan meer samenwerking met continentaal-Europese landen. Hij had het specifiek over Duitsland en Frankrijk. En wij zijn er helemaal klaar voor om de bilaterale relatie verder te ontwikkelen.’
De bilaterale relaties zijn erg verbeterd de laatste jaren. Hoe verklaart u dat?
‘Dit heeft natuurlijk een aanloop gehad, maar we zitten nu echt op een hoogtepunt in de relatie. Dat is vastgelegd in de gezamenlijke verklaring die president Macron en premier Rutte presenteerden op 31 augustus. De instelling van gezamenlijke vergaderingen van het Franse en het Nederlandse kabinet is een bewijs van deze spectaculaire toenadering. Dit is mogelijk omdat wij werken op basis van dezelfde waarden: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geweten, individuele rechten en rechten van minderheden. De massale solidariteit die precies een jaar geleden in Nederland tot uiting kwam naar aanleiding van de aanslag op geschiedenisleraar Samuel Paty, getuigt hier ook van. De herdenkingsceremonie die toen in het Nederlandse parlement werd gehouden, blijft voor mij een zeer krachtig moment.’
De aanvankelijke Nederlandse houding tegenover het Frans-Duitse voorstel voor een coronahulpfonds was negatief, Nederland ontpopte zich als leider van de oppositie tegen dit plan. Heeft het kabinet-Rutte het belang van dat voorstel onderschat?
‘Niet als je terugkijkt naar de hele crisis. Die begon in maart en voor het eind van juli lag er een pakket van 750 miljard euro. Dat is extreem snel. Het is goed en normaal dat er debat is over dit soort zaken en dat landen verschillende invalshoeken hebben. Uiteindelijk bereikten we een goed compromis, ook over de nieuwe begroting, dat zelfs hardliners hier begroetten.
‘Als je kijkt naar het proces: er is een aantal telefonische overlegronden geweest tussen vijf partijen: Merkel, Macron, Conte, Sánchez, Rutte. Dat geeft aan dat men zich in het debat volledig rekenschap gaf van de Nederlandse belangen. En het werkte omdat er een bereidheid was om een compromis te sluiten. Als je aangeeft geen enkel compromis te willen sluiten, zullen de anderen minder belangstelling hebben om je aan tafel uit te nodigen.’
Frankrijk neemt binnenkort het tijdelijk voorzitterschap van de EU over en zal het Strategisch Kompas presenteren. Wat zijn de gedachte en het doel hierachter?
‘De vraag is of Europa een strategische speler in de wereld kan worden. Dat is een speler die autonoom kan beslissen over zijn doelstellingen en eigen middelen kan mobiliseren om deze te bereiken. En die niet overdreven afhankelijk is van één partner. Kijk naar energie: overdreven afhankelijkheid kan zwakten creëren.
‘We leven in een wereld waarin onze concurrenten veel assertiever zijn in hun machtsvertoon – zijn we bereid aan dat spel mee te doen? Daarvoor dient het Strategisch Kompas, en om de instrumenten en de middelen te identificeren die daarvoor nodig zijn. Daarom zijn er twee belangrijke vraagstukken voor de komende jaren: ten eerste de ontwikkeling van ons operationele handelingsvermogen en ten tweede ons vermogen om handelingsvrijheid te handhaven op gebieden als de volle zee, de ruimte en cyber. De concurrentie op deze gebieden wordt steeds harder.’
Dat klinkt veel Europeanen als muziek in de oren. Maar inzake veiligheid is er ook een hoog prijskaartje aan verbonden. Zijn Europeanen en Nederlanders bereid dat te aanvaarden?
‘Ha, dat is echt een debat dat u hier in Nederland moet voeren. De wereld wordt agressiever en gewelddadiger. Crises komen dichter en dichter bij onze grenzen. Onlangs tussen Polen en Belarus, maar we zagen het ook in het mediterrane gebied, Libië, de Sahel. Ik denk dat geen enkel land in Europa een strategie kan ontwikkelen waarbij het zijn veiligheid uitbesteedt aan anderen. Lang werd veiligheid gewaarborgd van buitenaf, door de VS, en dat moet een pijler blijven van onze veiligheidsomgeving. Maar het wordt ook hier erkend dat de VS niet altijd klaarstaan om bij crises in onze buurt meteen te interveniëren. Dus moeten we situaties in kaart brengen waar we misschien zelfstandig zullen moeten optreden. En als je daar eenmaal over praat, dan gaat het ook om de capaciteit, de middelen. Je moet de instrumenten hebben om een crisis te kunnen beslechten.
‘Maar vóór dat moment is er ook al iets: als je niet de dreiging van agressie kunt weerstaan, plaats je jezelf al in een positie van zwakte waarin je moet toegeven aan eisen van anderen. Wij moeten ons gezamenlijk afvragen welke middelen we nodig hebben om ervoor te zorgen dat we niet in die positie terechtkomen. Frankrijk zit op het binnen de Navo afgesproken niveau van defensieuitgaven van 2 procent van het nationaal inkomen. Om een Europese defensie te hebben, moet je beschikken over Europese capaciteit. Dus alle Europese landen moeten die capaciteit versterken.’
Frankrijk zoekt Europese versterking van de missie in de Sahel. Vorig jaar zei het Nederlandse kabinet nee tegen zo’n bijdrage, nu spreekt onze minister van Buitenlandse Zaken enthousiast over Europese defensie. Maar dat kun je toch niet alleen met de mond belijden?
‘Maar dat doet Nederland ook niet. Ik herinner u aan de maritieme missie, samen met Frankrijk, in de Golfregio. Ik geloof dat hier de capaciteit en bereidheid bestaat om bij te dragen als het Europese belang in het geding is. Wat de Sahel betreft, heeft u gelijk. We hebben nu zo’n zeshonderd Europese militairen in de Takuba-operatie: Zweden, Tsjechen, Esten, Italianen, en anderen die zich bij ons zullen aansluiten. En we hopen zeer dat andere landen kunnen bijdragen, want het is een plek waar onze Europese belangen echt in het geding zijn. Terrorisme, mensensmokkel, migratie – alle Europese landen hebben daar belangen te verdedigen. Als Nederland wil bijdragen, zal dat meer dan welkom zijn.’
Terrorisme in de Sahel: lees hier hoe het oprukte vanuit Mali naar Niger en Burkina Faso en verder West-Afrika in.
De beminnelijke Luis Vassy groeide op in een voorstad van Parijs. (‘Niet de slechtste, zeg ik altijd.’) Hij moge een product zijn van de beste Franse publieke scholen, met een vader die als vluchteling uit Uruguay kwam en een Argentijnse moeder is hij óók de belichaming van een ander aspect van het moderne Frankrijk: een smeltkroes van culturen.
‘Ik zie mezelf niet als symbool’, zegt hij daarover. ‘Er zijn, met mij, nog veel andere mensen die tonen dat we, hoewel imperfect, een meritocratisch systeem hebben. Ik ben geschoold in het openbare schoolsysteem van Frankrijk zoals dat kenmerkend is voor West-Europese landen.’
De banlieues maken het moeilijk om Frankrijk als voorbeeld te zien voor sociale integratie.
‘We hebben problemen, zoals hoge werkloosheid in de voorsteden en integratieproblemen, maar we doen er ook wat aan. U herinnert zich de toespraak van president Macron in oktober 2020 over integratie en de kwestie van het separatisme. Dat gebrek aan integratie dat we soms zien, heeft sociaal-economische wortels, maar het kan ook van buiten komen. Tegelijkertijd hebben we ook vele duizenden succesverhalen waar je nooit over hoort.
‘Uit opiniepeilingen blijkt dat het antimoslimsentiment in Frankrijk tot de laagste behoort van de westerse wereld. En het aantal huwelijken buiten de eigen sociale groep is juist heel groot. Dus er is heel wat sociale beweging en vermenging. Waarin we verschillen van andere westerse landen, is dat we onszelf niet definiëren als serie gemeenschappen die vreedzaam naast elkaar leven – zoals sommige landen doen – maar als een eenheidsstaat. En ik vind dat heel mooi.’
En die eenheidsstaat wordt streng bewaakt. Onlangs maakte Frankrijk bezwaar tegen de financiering van Femyso, een Europese moslimorganisatie die zegt op te komen tegen racisme en voor diversiteit.
‘Het is niet dat we willen dat mensen geen organisaties financieren die tegen racisme strijden. Integendeel. Deze organisatie wordt gekenmerkt door aanvallen op Frankrijk en de Franse cultuur. Wij zien het risico dat het thema antiracisme wordt gebruikt om een heel andere agenda te voeren. Wij vinden dat er geen enkele euro mag gaan naar verenigingen die banden hebben met het radicale islamisme. Wij zijn daar in Frankrijk heel alert op geworden en zouden graag zien dat men in de EU ook goed kijkt waar het geld naartoe gaat.’
Is er in dit soort zaken sprake van een culturele botsing tussen het Franse integratiemodel en het Angelsaksische identiteitsdenken? Toen Samuel Paty werd onthoofd, was er in de Britse en Amerikaanse pers kritiek op de tegenmaatregelen van president Macron – de strijd tegen het islamisme.
‘We moeten geen karikatuur maken van elkaars model. Soms zie je dat ons model wordt neergezet als een manier om mensen uit te sluiten. Maar ons model wil juist zoveel mogelijk mensen integreren. De vrijheid om te geloven of niet te geloven is absoluut gewaarborgd in het kader van het secularisme.
‘Als je door onze straten loopt, zie je dat wij de meest diverse samenleving van Europa hebben. Daarvoor zijn ook historische redenen, zoals de band die we hebben met veel Afrikaanse landen en mensen zoals ik, met wortels elders. Maar wij zijn altijd een immigratieland geweest, meer dan welk Europees land ook. In de jaren dertig van de vorige eeuw had Frankrijk, na de Verenigde Staten, relatief het hoogste aandeel immigranten in zijn bevolking ter wereld. Er kwamen ook al heel vroeg Italianen, Belgen, Spanjaarden en Portugezen naar Frankrijk.
‘Ik oordeel niet over andere systemen, maar ik vraag ook of men het onze niet wil veroordelen. Ik ben heel Frans in dat opzicht, maar ik heb liever een maatschappij waarin iedereen een normale Fransman kan worden dan een maatschappij die je na tien generaties vertelt dat jij eigenlijk niet een helemaal volwaardig lid van onze maatschappij bent. Maar dat je langs de zijlijn staat, of anders bent, omdat jouw ouders hier- of daarvandaan kwamen. Ik heb liever het systeem waarin iedereen helemaal gelijk kan worden door integratie.’
Tot slot nog even terug naar de wereld om ons heen. Onlangs werd Aukus gesloten, het veiligheidspact met de VS en Groot-Brittannië waarmee Australië zijn order voor Franse onderzeeboten dumpte ten gunste van Amerikaanse. U was zelf betrokken bij die onderhandelingen met Australië. Wat vindt u ervan?
‘Het is een soeverein besluit van Australië om van koers te veranderen. Bij de manier waarop het is uitgevoerd, kun je vraagtekens plaatsen. De Amerikanen zelf hebben daarover ook spijt betuigd. Onhandig, niet galant, zei Biden. Er wordt trouwens in Australië nu behoorlijk gediscussieerd over dit besluit. Er waren redenen waarom de vorige Australische regeringen kozen voor conventionele in plaats van nucleaire onderzeeërs. We zullen zien hoe dat uitpakt.
‘Wij blijven een macht in de Indo-Pacific met twee miljoen Fransen die daar wonen. Maar de manier waarop dit is gegaan, is natuurlijk teleurstellend, ook voor mensen zoals ik, die zoveel hadden geïnvesteerd in die relatie met Australië. Wij moeten nu een positieve nieuwe agenda met de VS bouwen rond de onderwerpen Indo-Pacific, Sahel en Europese defensie. Feit blijft wel dat als het ging om de keuze voor een conventionele onderzeeboot, de Franse als beste uit de bus kwam.’
Aha, dat is een belangrijke opmerking. Want is het u opgevallen dat Nederland zich oriënteert op het kopen van vier nieuwe onderzeeboten?
(Met een glimlach.) ‘Dat heb ik ergens gelezen, ja. In de context die wij zojuist hebben besproken, is het voor de EU en de Navo van belang dat Nederland de sterkst mogelijke capaciteit krijgt.’
In een citaat dat waarschijnlijk onterecht wordt toegeschreven aan de Duitse dichter Heinrich Heine heet het dat als het einde der wereld nadert, Nederland een goede plek is om te verblijven, omdat alles hier een halve eeuw later gebeurt. Is dat ook uw ervaring?
‘Haha, nee er moet iets veranderd zijn, want als ik hier rondkijk in de technologiesector, lijkt het eerder het omgekeerde.’
Misschien geldt het vooral op veiligheidsgebied: omdat we ons veilig wanen achter de rug van drie grote buren – Duitsland, Engeland en Frankrijk – zien en voelen we dreigingen wat later dan anderen.
‘Dat klopt. Geografie speelt zeker een rol in de manier waarop je dreigingen ervaart. Het is anders als je een kustlijn langs de Middellandse Zee hebt en je de crises met eigen ogen ziet. Al moet ik zeggen dat de Noordzee ook niet zo rustig meer is, met de datakabels die er liggen, en de Russische onderzeeboten die er rondvaren. Wij moeten inzien dat de veiligheid van Europa ondeelbaar is. Onze economische, menselijke, politieke en sociale integratie vereist dat wij inzien dat de lidstaten ook op dit gebied met elkaar verbonden zijn.’