Vier vragenCoronawet

De fel bekritiseerde coronawet is drastisch veranderd. Dit staat er in

Na bijna een half jaar soebatten debatteert de Tweede Kamer woensdag en donderdag eindelijk over de coronawet. Die wet werd vanaf minuut één mikpunt van politici, juristen en zelfs demonstranten. Stemt de Kamer er nu mee in?

Dion Mebius
Aanwijzingen om het winkelend verkeer van Amsterdam in goede banen te leiden.  Beeld Eva Faché
Aanwijzingen om het winkelend verkeer van Amsterdam in goede banen te leiden.Beeld Eva Faché

Waarom is de coronawet nodig?

Omdat het momenteel aan democratische controle op het coronabeleid ontbreekt. Sinds de komst van het coronavirus naar Nederland worden de vele maatregelen tegen het virus gegoten in de vorm van noodverordeningen. De voorzitters van de 25 Nederlandse veiligheidsregio’s, ongekozen burgemeesters, voeren die verordeningen in, in opdracht van minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid.

De volksvertegenwoordiging heeft in dat proces geen inspraak. Dat geldt voor de Tweede en Eerste Kamer, maar ook voor de gemeenteraden op lokaal niveau. Bij de eerste paniek over het virus was daar veel voor te zeggen – er moest worden gehandeld en snel een beetje. Maar hoe langer de crisis duurt, hoe meer het gebrek aan democratische borging begint te knellen.

Bovendien zijn de noodverordeningen, de naam zegt het al, bedoeld voor situaties van acute nood. Bijvoorbeeld om rellen te voorkomen bij een wedstrijd tussen twee rivaliserende voetbalclubs. Voor het vastleggen van het ‘nieuwe normaal’ zijn de noodverordeningen niet geschikt, zeiden juristen al snel. Het langdurig inperken van grondrechten als de vrijheid van vereniging (door de groepsgrootte te begrenzen) vraagt om zwaarder geschut: een wet.

Een wet, ja. Maar niet deze, klonk het in juni nog voordat het wetsvoorstel de Tweede Kamer had bereikt. Felle kritiek was er op onder meer de looptijd van de wet (een jaar) en de bevoegdheid van ministers om ‘per decreet’ te regeren – de Kamer mocht pas achteraf haar zegje doen. Ook het ‘handhaven achter de voordeur’ trok vuur: in het eerste wetsvoorstel kon de politie tot in je woonkamer de anderhalve meter komen afdwingen.

De coronawet werd zelfs het centrale thema van demonstraties. In Den Haag gingen op verschillende momenten duizenden mensen tekeer tegen de volgens hen dystopische coronamaatregelen. Dat de wet ministers carte blanche gaf om in de toekomst andere, nog niet voorziene maatregelen te treffen in de strijd tegen het virus, was koren op hun molen.

Ook op het Binnenhof was de afkeer groot. De Kamer voelde zich door De Jonge onder grote druk gezet om de wet op 1 juli in te laten gaan, een veel te optimistische planning. De oppositie hield haar verzet aan, gesterkt door de zeer sceptische geluiden vanuit de coalitiepartijen zelf. Het leidde ertoe dat de Kamer pas woensdag en donderdag, ruim drie maanden na de geplande ingangsdatum, over de coronawet debatteert.

Wat staat er in de coronawet?

In grote lijnen het coronabeleid dat we al kennen. Alle mensen moeten een veilige afstand tot elkaar houden. Het is niet toegestaan om je in één groep op te houden met meer mensen dan het kabinet gebiedt. Publieke en besloten ruimtes kunnen worden gesloten, en wie die ruimte beheert, is verantwoordelijk voor de naleving van de coronaregels. Evenementen kunnen worden afgeblazen. De Jonge kan het aantal bezoekers voor bewoners van verzorgingshuizen beperken als een opleving van het virus daar aanleiding toe geeft. Scholen en kinderopvangverblijven kunnen worden gesloten. Personenvervoer wordt mogelijk platgelegd of beperkt.

Mensen met contactberoepen moeten vrezen voor een nieuw werkverbod, zoals in de eerste golf onder andere de kappers, schoonheidsspecialisten en het horecapersoneel. Ook kunnen hygiënemaatregelen als het wassen van handen of schoonmaken van apparaten op een locatie worden verplicht. Opvallender is dat De Jonge de mogelijkheid openhoudt om beschermingsmiddelen te verordenen. Met het mondkapje hield het kabinet het tot nu toe op een dringend advies. Daar kan in de nabije toekomst dus verandering in komen.

Verder houdt het kabinet vertrouwen in lokaal maatwerk. De circa 350 burgemeesters krijgen een belangrijkere rol in het vervolg van de crisis. Het kabinet kan hen de bevoegdheid geven om zelf plekken aan te wijzen waar bepaalde maatregelen wel of niet gelden. Op die manier kan een plaatselijke opleving van het virus sneller de kop in worden gedrukt, is de hoop. De burgemeesters kunnen alleen maatregelen ‘aan’ of ‘uit’ zetten, en dus niet zonder overleg met Den Haag aan het knutselen slaan met groepsgroottes en mondkapjesplichten.

Als de situatie te ernstig wordt, kan het kabinet alsnog beslissen dat de burgemeesters moeten luisteren naar de voorzitters van hun overkoepelende veiligheidsregio. De 25 voorzitters krijgen een coördinerende rol bij het op elkaar afstemmen van de lokale besluiten. Geen van de burgemeesters mag nog noodverordeningen afkondigen die te maken hebben met het coronavirus: over het beleid gaat Den Haag.

Wat is er allemaal veranderd?

Meer dan De Jonge lief is. Acht partijen (de coalitie plus PvdA, GroenLinks, 50Plus en SGP) vonden elkaar in hun weerzin van het originele wetsvoorstel, in het bijzonder de vergaande macht van de regering. Samen onderhandelden zij in de afgelopen weken een reeks amendementen uit die het karakter van de coronawet ingrijpend veranderen. Ook kwam het kabinet zelf al met enkele aanpassingen, als reactie op de kritiek van (lokale) politici, advocaten en de Raad van State.

De belangrijkste veranderingen beperken de eigenrichting van het kabinet en versterken de positie van de volksvertegenwoordiging. Het parlement keurt kabinetsbesluiten niet ná-, maar voordat ze ingaan. Voortaan gaat het als volgt: de minister kondigt een coronamaatregel aan. Het parlement heeft vervolgens een week de tijd om over de maatregel te stemmen. Als de Tweede Kamer in die tijd niet instemt, vervalt de regeling.

Het kabinet kan alleen van dat pad afwijken en een maatregel onmiddellijk laten ingaan bij een ‘zeer dringende omstandigheid waarin ter beperking van gevaar direct moet worden gehandeld’. De minister in kwestie moet motiveren waarom dat het geval is. Als de Tweede Kamer niet binnen een week instemt, vervalt de regeling alsnog. Verder mogen ministers geen maatregelen treffen die niet al als mogelijkheid zijn genoemd in de coronawet. Geen carte blanche, dus.

Ook is de looptijd van de tijdelijke wet geen jaar of zes maanden, zoals een later bod van het kabinet luidde, maar slechts drie maanden. Volgens de acht samenwerkende partijen zouden ‘fundamentele vrijheden’ anders te lang worden ingeperkt. Het parlement moet vervolgens instemmen met een verlenging van telkens maximaal drie maanden. Daarnaast moet een nieuw advies van de Raad van State worden gevraagd.

Een ander amendement schrijft voor dat het kabinet toekomstige maatregelen moet toetsen aan de gevolgen. Concreet voorbeeld is de sluiting van de scholen in maart. Die beslissing nam het kabinet vooral onder maatschappelijke druk: onduidelijk was hoeveel impact de scholensluiting had op de verspreiding van het virus. Nieuwe maatregelen moeten altijd een ‘reëel perspectief’ bieden op een verlaging van de besmettingen.

Elke maand moet De Jonge een overzicht van alle maatregelen en hun redenen naar de Kamer sturen. Ook de gemeenteraden krijgen meer grip op het coronabeleid. Zij kunnen niet alleen hun eigen burgemeesters om tekst en uitleg vragen, maar ook de voorzitters van hun veiligheidsregio’s.

Ook op andere vlakken bouwde de Kamer zekerheden in. Om ouderen niet opnieuw te laten vereenzamen in verzorgingshuizen, gaat een recht gelden op bezoek door minstens één familielid of andere naaste. Alleen bij hoge uitzondering kan daarvan worden afgeweken. De verlaging van het boetebedrag naar 95 euro voor het niet voldoende afstand houden krijgt eveneens een plekje in de wet. Overtreders krijgen geen aantekening op hun strafblad.

In reactie op de luide protesten vijzelde De Jonge zelf al scherpe randjes van de wet. ‘Handhaven achter de voordeur’ is er niet langer bij: het huisrecht wordt expliciet beschermd. Ook haalde De Jonge de corona-app, die volgens critici zijn eigen behandeling verdiende in het parlement, uit het eerdere wetsvoorstel. De app, die moet helpen bij het bron- en contactonderzoek, werd dinsdag aangenomen door de Eerste Kamer.

Is de wet nu wél goed genoeg?

Die vraag is voor Wim Voermans. De hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden was een van de meest uitgesproken hekelaars van het originele wetsvoorstel. Het gebrek aan volksinspraak bracht ons ‘terug naar de tijd van koning Willem I’, foeterde hij.

Wat vindt Voermans nu van de aangepaste wet? ‘Ik ben helemaal tevreden. Alle bezwaren die ik had, zijn opgelost door de amendementen. Dat is echt heel knap gedaan. Het gebeurt zelden dat de Kamer zo efficiënt de angel uit een slecht wetsvoorstel haalt.’

Hij complimenteert de coalitie en oppositie, die ‘over hun eigen schaduw heen sprongen’ en samen de controle naar zich toetrokken. ‘Het gebeurt zelden dat de Kamer als instituut optreedt en één lijn trekt tegenover de regering. Daar word je toch blij van. De Kamer blijkt een institutioneel geweten te hebben.’

De noodzaak om het wetsvoorstel drastisch om te gooien ‘werd ook zo gevoeld door de coalitiepartijen’, zegt GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg. ‘De uitvoerende macht was vooral bezig alles zo efficiënt mogelijk te regelen. Het idee leefde dat instemming van het parlement minder nodig was. De volksvertegenwoordiging moest voor haar eigen rechten opkomen.’

Maarten Groothuizen, Kamerlid voor D66, vindt het ‘mooi dat we erin zijn geslaagd om met acht partijen afspraken te maken over iets wat zó diep ingrijpt’. ‘De huidige situatie met de noodverordeningen was niet houdbaar. Door deze wet kunnen we nu een discussie voeren over de proportionaliteit van maatregelen. Op de plek waar die discussie thuishoort: het parlement.’

Van de acht partijen lijkt alleen de SGP nog te twijfelen over haar stem, nu het kabinet van zins lijkt om kerken aan een maximale groepsgrootte te onderwerpen. Zelfs zonder de SGP vertegenwoordigt het verbond 101 zetels in de Tweede Kamer. Ook de stemming in de senaat vormt geen probleem.

Minister De Jonge gaat dus een ontspannen debat tegemoet: hij zal zijn coronawet met gemak verdedigen, al is het wel een drastisch andere wet dan hij in gedachten had.

LEES OOK

Eindelijk komt de app er
Na de Tweede heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met een tijdelijke wet die de corona-app mogelijk maakt. CoronaMelder wordt zaterdag landelijk geïntroduceerd.

Waar een mondkapje?
Het kabinet adviseert om ‘overal waar je de hemel niet ziet’ een mondkapje te dragen. Maar wat betekent dat precies?

Hebben jonge vakantiegangers de tweede golf echt aangezwengeld?
Het verhaal gaat dat door het vakantieverkeer het virus weer is opgelaaid. Maar klopt dat wel met de cijfers?

Tekort aan virusremmers
Nederlandse ziekenhuizen stuiten op een nijpend tekort aan remdesivir, de virusremmer die wordt gebruikt bij ernstig zieke coronapatiënten.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden