‘De fabrieksmeiden willen vooral lol trappen’
Het gaat helemaal niet beter met de Chinese meisjes die voor Apple of Nokia werken. Ze staan onder zo’n hoge druk, dat hun menstruatie ontregeld wordt....
Twee Chinese activisten, Yuk Yuk Choi (37) en Jenny Chan (29), strijden voor een hoger loon, betere werkomstandigheden en naleving van de rechten voor fabrieksarbeiders in China.
Volgens recente cijfers zijn de fabriekslonen in de kustprovincies flink gestegen. Zorgt de markt niet vanzelf voor hogere lonen?
Chan: ‘Het probleem is dat de lonen op ondoorzichtige wijze worden berekend. De fabriekseigenaren houden een bedrag in voor kost en inwoning; er gaat ook nog eens geld af als de meisjes niet hard genoeg werken of om een andere reden worden bestraft. Als het minimumloon omhoog gaat, wordt er gewoon meer ingehouden.
Niettemin: zijn ze in de fabrieken niet veel beter af dan op het armoedige platteland, waar de meeste meisjes vandaan komen?
Chan: ‘Het is waar dat de meisjes het platteland saai vinden en dromen van de stad, van alles wat er te koop is, van de drukte, van het verkeer.’
Choi: ‘Maar dat mag nooit een excuus zijn om dan maar hun arbeidsrechten te schenden. Iedereen heeft recht op respect. Dat krijgen de meisjes nu niet in de fabrieken.’
Steeds meer fabrieken hebben betere arbeidsomstandigheden, zoals airconditioning.
Choi: ‘Dat klopt, maar die airconditioning is er niet voor de arbeiders, maar voor de producten. De printplaten waarop microchips worden gemonteerd moeten stofvrij blijven.’
Chan: ‘De airconditioning staat juist te hard aan. Als de meisjes van buiten, waar het warm is, naar binnen gaan, lopen ze makkelijk een verkoudheid of griepje op. En nog steeds worden veel meisjes zo slecht geïnstrueerd over de machines, dat ze een gebroken vinger aan het werk overhouden. Dan zit er niets anders op dan terug te gaan naar hun familie op het platteland.’
Uit onderzoek blijkt dat de omstandigheden in fabrieken die aan westerse merken leveren, doorgaans beter zijn.
Chan: ‘Het probleem is dat de productie voor bedrijven als Apple of Nokia vaak heel gelaagd plaatsvindt. De omstandigheden bij de fabriek die rechtstreeks aan de westerse merken levert, kunnen dan door de beugel. Maar bij de toeleveranciers van die fabriek, of bij de toeleveranciers van de toeleveranciers, zijn de omstandigheden veel slechter.’
Is dit geen onvermijdelijke fase in de ontwikkeling van een land? In westerse landen waren de omstandigheden tijdens de industriële revolutie misschien nog wel slechter.
Chan: ‘Onzin, het is helemaal niet noodzakelijk dat de meisjes zo slecht af zijn. Dit is hebzucht van het bedrijfsleven. Ze werken nu zo hard dat ze last krijgen van menstruatieproblemen. Wij proberen voor elkaar te boksen dat de meisjes zich organiseren. Maar helaas lukt het hen vooralsnog alleen maar om de keuze van het eten in de kantine te beïnvloeden.’
Voelen die arbeiders er eigenlijk wel voor om zichzelf te organiseren?
‘Het is niet makkelijk. De meeste meisjes zijn zo jong, dat ze vooral lol willen trappen als ze vrij zijn. Dat is ook heel normaal. Het is bovendien ingewikkeld omdat ze uit totaal andere regio's komen, lang niet allemaal even oud zijn, en een verschillend opleidingsniveau hebben.
‘Maar met festivals, het zingen van liederen, en samen dansen proberen we hen toch te leren over de klassenstrijd, en over feministische waarden. Ik probeer ook naar binnen te glippen in hun slaapgebouwen en daar hun vertrouwen te winnen. In een van die slaapgebouwen hebben wij een kleine bibliotheek geregeld, met boeken over arbeidswetgeving, onze eigen pamfletten, maar ook populaire romans en cursussen Engels.’