Reconstructie
De evacuatie van Kabul die niet militair mocht worden
Terwijl diplomaten in Kabul deze zomer waarschuwden voor de machtsovername door de Taliban, lukte het hen lange tijd niet om Den Haag te overtuigen dat militaire hulp noodzakelijk was. Waarom? De Volkskrant zocht naar antwoorden in honderden recent vrijgegeven e-mails.
Op donderdag 24 juni klinken mooie woorden op de officiële vlaggenceremonie in Soesterberg bij de terugkeer van de laatste Nederlandse militairen uit Afghanistan. Er staan 25 lege stoelen, ter nagedachtenis aan de militairen die zijn gesneuveld tijdens een reeks van uitzendingen. Samen omvatten die twintig jaar, en ze vormen de langste militaire missie uit de naoorlogse Nederlandse geschiedenis.
Commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim, die twee keer diende in Afghanistan, zegt dat het land zijn hart heeft gestolen. Minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) spreekt natuurlijk, net als haar collega van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66). ‘Onze betrokkenheid’, zegt de laatste, ‘gaat vandaag een nieuwe fase in.’
De twee bewindslieden zijn dan nog on speaking terms. Ze hebben een werkrelatie die tijdens de evacuatie rond de val van Kabul op 15 augustus bekoelt. Dermate zelfs dat wanneer Kaag in september aftreedt, dit een verrassing is voor Bijleveld.
Met de ceremonie in Soesterberg ‘was voor defensie het boek Afghanistan gesloten’, zegt een ingewijde. ‘Het gevoel was: we zijn weg.’
Dus wat het kabinet in april nog wel deed voor de Nederlandse militairen in het veilige Mazar-i-Sharif – tijdelijke militaire versterkingen sturen voor een veilige aftocht – gebeurt niet begin augustus, als de Taliban oprukken naar Kabul en de evacuatie van Afghaans personeel dat voor Nederland heeft gewerkt in het gedrang komt.
De laatste Nederlandse militairen zijn dan wel teruggetrokken uit Mazar-i-Sharif, maar de tolken van defensie nog lang niet. Zelfs niet die in Mazar. Tot verbazing van de diplomaten in Kabul, die daarover later rapporteren: ‘Defensie had bij vertrek vanuit Mazar hun tolken direct kunnen meenemen.’
Achteraf lijkt het alsof defensieminister Bijleveld nooit een rol voor militairen bij de evacuatie heeft voorzien. Op 3 juni zei ze al tegen de Kamer: ‘Als het nodig is, kunnen wij mensen op één plek, het vliegveld van Kabul, ophalen. Dat kan als er geen vluchten meer zijn, als er geen charters meer mogelijk zijn, et cetera. Maar – zo leg ik het dan uit – dat is in geval van uiterste noodzaak, en niet met een militaire operatie in een vijandelijke omgeving, want dat kan gewoon echt niet.’
De vraag waarover onderzoekscommissies en historici zich nog lang zullen buigen is: waarom? De eerste antwoorden zijn te vinden in achthonderd pagina’s aan e-mails tussen diplomaten, die op verzoek van de Tweede Kamer zijn vrijgegeven – al zitten daar ook veel witgelakte (delen van) pagina’s tussen. Veel andere documenten, vooral van het ministerie van Defensie, zijn nog niet openbaar.
1-31 juli 2021 – De maand waarin Kabul nog ver weg was
De zomer in Nederland staat in het teken van het voorlopige einde van veel coronabeperkingen. Ondertussen proberen de politieke leiders in Den Haag de vastgelopen formatie vlot te trekken. De zomer in Afghanistan staat in het teken van iets heel anders: die van Taliban-overwinningen. Met name in Kabul zijn er ook zorgen over de nieuwe orde in het land na het vertrek van het Westen, dat er neerstreek na de terreuraanslagen van 11 september 2001.
De Amerikaanse generaal Kenneth McKenzie had Joe Biden al in het voorjaar gewaarschuwd voor een ‘onvermijdelijke’ ineenstorting van Afghanistan als de Amerikanen hun militairen terugtrekken. Maar de president besloot in april dat het welletjes was geweest, en kondigde aan dat alle Amerikaanse militairen in september vertrokken zullen zijn. Vanaf dat moment beschrijft het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de toekomst van Afghanistan een stuk zonniger dan de militairen in het Pentagon.
In Den Haag volgt men het besluit van de Amerikanen, dus werken Nederlandse ambtenaren in de zomer aan evacuatieplannen voor de ambassadestaf, medewerkers en Afghaanse tolken die voor Nederland hebben gewerkt.
Het uitgangspunt daarbij is dat er alles aan moet worden gedaan om te voorkomen dat er opnieuw Nederlandse militairen naar Afghanistan moeten worden gestuurd. Een non-combatant evacuation operation (NEO), een militaire noodevacuatie van diplomaten en burgers zoals in 1975 uitgevoerd in Saigon aan het eind van de Vietnamoorlog, moet als het maar enigszins kan worden vermeden. In de officiële noodplannen staat in het op-een-na-zwartste scenario, als het Afghaanse bestuur al in elkaar stort, in vetgedrukte letters en met uitroepteken: ‘Kern: NEO voorkomen!’
Maar de Nederlandse ambassade in Kabul is daar niet zo gerust op. Onder de circa vijf diplomaten heerst al sinds het voorjaar van 2021 grote frustratie dat het ministerie van Defensie ‘niet aanslaat op berichtgeving ten aanzien van de verslechterde veiligheidssituatie’, staat te lezen in een inmiddels vrijgegeven e-mail van de plaatsvervangend ambassadeur aan zijn bazen in Den Haag.
Tijdens informele borrels vangen diplomaten op dat collega’s uit andere landen hun lokale staf al uit voorzorg aan het evacueren zijn. De Britten schrobben hun eigen wc’s en koken bij toerbeurt voor elkaar, omdat hun schoonmakers en koks het land uit zijn. Ook de Fransen laten al in mei aan de Nederlanders weten dat ze zijn begonnen met het uitvliegen van landgenoten en Afghanen die voor hen werkten.
Zover is Den Haag dan nog niet, ondanks druk vanuit de Tweede Kamer om Afghaanse tolken over te brengen naar Nederland. Bijleveld laat op 8 juli de Kamer weten dat ze de door haar omarmde motie om de tolken te evacueren vóór de terugkeer van de Nederlandse militairen verkeerd heeft begrepen. Ervoor, erna – wat is het verschil? Een militaire evacuatie sluit ze uit: defensie kan als de nood aan de man komt, hoogstens militair transport – vliegtuigen dus – verzorgen.
Als een bezoeker aan het ministerie haar in de zomer vraagt of het geen tijd is de tolken sneller te evacueren, zegt ze dat ‘de soep niet zo heet gegeten zal worden’. Als binnen defensie de suggestie wordt gedaan te stoppen met burgervluchten en in plaats daarvan de C-130 Hercules met een team militairen te sturen, wuiven Bijleveld en haar assistent dat weg. ‘Nee, dat gaan we niet doen, anders wordt het een militaire evacuatie.’
Tegen de Kamer zegt de bewindsvrouw op 8 juli dat defensie extra zijn best doet: er is zelfs een Afghanistan-veteraan vrijgemaakt voor het actief benaderen van tolken en het beoordelen van verzoeken. Ook is er één consulair medewerker toegevoegd aan de ambassadestaf in Kabul.
1-12 augustus – De weken waarin de Taliban oprukt
Ondertussen begint de situatie in Afghanistan uit de hand te lopen. Op 1 augustus meldt het weekbericht uit Kabul dat de indicatoren ‘opschuiven richting rood’. Op de zwoele zomeravond van 3 augustus, net na acht 8 uur ’s avonds, schrikt een zeer zware explosie de bezoekers op van restaurantjes en cafés rondom het Shar-e-Nawpark. De klap is zo luid en dichtbij, dat gasten uit angst wegduiken onder hun tafels, een enkeling springt zelfs uit het raam. Volle tafels met eten, spelletjes backgammon en waterpijpen laten ze achter.
De schrikreactie is heviger dan normaal, omdat de bomaanslag is gepleegd aan de grens van de zwaarbewaakte Groene Zone, in een gebied met veel ambassades. Het centrum van Kabul kent een ‘ring van staal’ met om de zoveel meter een checkpoint. Hoe kon de aanslagpleger daar überhaupt met explosieven langskomen en hoe kon de Afghaanse minister van Defensie, het doelwit, bijna zijn gedood in zijn zwaarbewaakte huis?
Maandenlang hoorden Afghanen al over de opmars van de Taliban in de provincie en telkens weer probeerde de regering hen gerust te stellen: ons leger is sterk genoeg om ze op afstand te houden. Maar zeker vanaf 3 augustus is er geen Afghaan meer die dat gelooft. De vraag is niet meer of, maar wanneer de Taliban Kabul innemen.
Op de Nederlandse ambassade vluchten de diplomaten de bunker in, nadat ze klap van de autobom hebben gehoord en gevoeld. Buiten horen ze dat er schietpartijen losbarsten. Het groepje uitgezonden diplomaten dringt al maanden bij hun bazen in Den Haag aan op de snelle evacuatie van Afghanen die voor Nederland hebben gewerkt. De bomaanslag bevestigt dat haast is geboden.
Plaatsvervangend ambassadeur Cees Roels, die op dat moment de leiding heeft, werkte ten tijde van de aanslagen van 9/11 al in de regio en is dus wel wat gewend. Vanuit het donker in de bunker mailt hij enigszins onderkoeld naar Den Haag dat ‘de crisiscoördinator is geïnformeerd en dat er verder geen bijzonderheden’ zijn.
De lokale Afghaanse ambassadestaf arriveert de volgende ochtend echter totaal van slag op het werk. Ze vragen zich voor de zoveelste keer af of er ‘voor hen ook een vliegtuig klaar staat’ als diplomaten straks vertrekken. Dan begint Roels aan een vrijwel dagelijkse reeks waarschuwingsberichten aan Den Haag.
Op 4 augustus beklaagt Roels zich – niet voor het eerst – bij zijn superieuren dat defensie ‘moeilijk is te overtuigen dat hierop geanticipeerd moet worden’ en ‘totaal geen gevoel van urgentie of verantwoordelijkheid voelt’. Op dezelfde dag bericht hij expliciet dat hij hulp van militairen wil om Afghanen te evacueren: ‘Ik zou zeggen: stuur iemand naar Kabul die het proces begeleid.’ Defensie ‘zou moeten signaleren dat versnelling cruciaal is’.
Het gaat Roels vooral om militaire assistentie om Afghaanse tolken van defensie en andere ambassademedewerkers weg te krijgen. ‘Concreet betekent dit dat defensie een team gereed moet maken. Alleen een vliegtuig sturen is onvoldoende. Actie: team gereedmaken dat tolken die al in Kabul zijn opvangt, checkt op ID en begeleidt voor evacuatie (militair).’
In een separaat bericht vraagt de plaatsvervangend ambassadeur zijn superieuren of zij er ook voor willen zorgen dat ‘defensie zich gaat voorbereiden op een verslechtering van de situatie in Afghanistan en het scenario dat de (diplomatieke) post afschaalt of zelfs helemaal sluit’.
Twee dagen later, op 6 augustus, schrijft Roels naar Den Haag: ‘De Talibanstrategie werkt tot dusver veel sneller dan verwacht.’ Hij waarschuwt voor een ‘mogelijke in-extremissituatie’ waarin de post zal moeten sluiten. Hij dringt nogmaals aan op de snelle evacuatie van personen.
Op maandag 9 augustus wordt in een online crisisberaad met collega’s van Buitenlandse Zaken en defensie het geüpdatete veiligheidsplan van de ambassade besproken. Hierin staat exact welke actie moet worden ondernomen ‘in het geval van een verslechterde veiligheidssituatie’. Als er bijvoorbeeld ‘toenemende aanslagen zijn in Kabul, als andere landen ambassades sluiten en Taliban steeds meer strategische gebieden rondom Kabul innemen’, dan moeten er voorbereidingen worden getroffen voor een ‘militaire extractie (NEO)’.
Vanaf dat moment, een week voor de val van Kabul, waarschuwt Roels Den Haag bijna dagelijks. ‘Taliban rukken sneller op dan verwacht’, schrijft hij op 9 augustus. ‘Ze hebben binnen één week vijf provinciehoofdsteden onder controle gekregen.’ Uit voorzorg vernietigt de ambassade alvast ‘het gehele archief’.
Op woensdag 11 augustus: ‘Taliban hebben nu negen provinciehoofdsteden in handen. Ze rukken (weer) sneller op dan verwacht en naderen inmiddels de driehoek rondom Kabul.’ Op donderdag 12 augustus: ‘Het slotoffensief van de Taliban richting Kabul is begonnen.’
Ook minister Kaag moet dat bericht krijgen, vindt Roels. Hij wil expliciet dat ook zij weet dat er rondom Kabul inmiddels sprake is van ‘veel liquidaties, gedwongen huwelijken met jonge meisjes en een heksenjacht op bewoners die banden met westerse organisaties hadden’. De verwachting is dat de Taliban op korte termijn naar Kabul trekken, waarschuwt hij.
Diverse ambassades sluiten en vliegen ‘militaire versterking in’. Dat gebeurt niet toevallig nadat de Amerikaanse president Biden die donderdag het bevel heeft gegeven aan de Amerikaanse ambassade om haar deuren te sluiten. Voor velen is dit het startschot om hun biezen te pakken en snel te evacueren. Er zijn zelfs ‘signalen dat het paleis van president Ghani’ zal kiezen voor ‘capitulatie’. Roels noemt ‘de window of opportunity’ om mensen te evacueren nog maar ‘zeer beperkt’.
Daarom stelt de diplomaat op deze donderdag 12 augustus voor een ‘NEO voor te bereiden’, de militaire evacuatie die men in Den Haag juist wil voorkomen. De luchtmobiele brigade staat daarna klaar voor vertrek. Toch krijgen ze geen bevel om naar Kabul te vliegen.
Het bewindspersonenoverleg met Kaag en Bijleveld besluit 12 augustus wel dat defensie een ‘charter zal sturen voor het evacueren van tolken, waarbij de lege stoelen kunnen worden opgevuld met lokale staf’. De vraag wie dat ingehuurde commerciële vliegtuig ter plekke gaat beveiligen en ervoor gaat zorgen dat Nederlandse staatsburgers, tolken en ander te evacueren personeel aan boord komen terwijl er mogelijk om hen heen wordt geschoten – iets wat geen enkele ambassade in Kabul doet – wordt in Den Haag niet beantwoord.
13-16 augustus – De dagen waarin Kabul valt
Op vrijdag 13 augustus heeft Cees Roels een telefoongesprek met minister Kaag waarin hij zijn zorgen uit over de trage evacuatie. Diezelfde dag meldt hij in een mail aan Buitenlandse Zaken en defensie: ‘Hoe eerder mensen weg kunnen, hoe beter. Er bestaat een reëel risico dat commerciële vluchten niet doorgaan.’
Toch neemt defensie niet de leiding over de evacuatie-operatie. ‘BZ is leading’, is het mantra bij defensie, zeker na de militaire terugtrekking. In de dagen voorafgaand aan de val, als niemand meer kan ontkennen hoe snel de situatie verslechtert, blijft men in Den Haag commerciële charters plannen voor de week daarna. ‘In Den Haag besefte men totaal niet wat de realiteit is in Afghanistan’, zegt een defensiebron daarover.
In het veiligheidsplan staat: zodra commerciële vluchten uitvallen en westerse partners overgaan tot militair evacueren en het vliegveld militair wordt overgenomen, zal ook Nederland een NEO uitvoeren. Maar als die situatie zich op zaterdag 14 en zondag 15 augustus voordoet, wordt in Nederland nog steeds geen bevel gegeven aan Nederlandse militairen om te vertrekken. Op 14 augustus wordt wel het eerdere besluit om een charter te sturen nog eens bekrachtigd, staat te lezen in het feitenrelaas dat het kabinet naderhand aan de Kamer heeft gestuurd.
Dit besluit verandert niet nadat de crisiscoördinator van Buitenlandse Zaken op 14 augustus een verzoek indient bij de directeur Operaties van defensie ‘voor de inzet van militaire middelen bij evacuatie’. Niet als diplomaat Roels op zondagochtend 15 augustus meldt dat zijn kleine team diplomaten en beveiligers die nacht op last van de Amerikanen is verhuisd naar het vliegveld en dat gehele lokale staf nog vastzit in Kabul. En ook niet als hij de situatie waarin hij zit tijdens een crisisberaad met defensie omschrijft als een ‘volledig militaire exercitie’ en een ‘NEO’.
‘Er was sprake van een volledige disconnect tussen de situatie in Kabul en die in Den Haag’, zegt een betrokkene van Buitenlandse Zaken. Zo kon het dat minister van Defensie Bijleveld de situatie kennelijk zo rustig inschatte dat ze op zaterdag 14 augustus naar de film De slag om de Schelde ging, terwijl de eerste Talibanstrijders door de buitenwijken van Kabul struinden.
‘De gehele diplomatieke gemeenschap rent hier naar de uitgang as we speak’, mailt Roels die zaterdag rond het middaguur naar Den Haag. Hij zet zijn woorden stevig aan, omdat hij het onbegrijpelijk vindt dat de Nederlandse regering nog steeds wil wachten met het evacueren van lokale Afghanen tot zij maandag kunnen worden geïnterviewd door de IND. ‘Dat is een onaanvaardbaar groot risico’, schrijft Roels. ‘Ik weet niet of onze regering dat nog wil en kan nemen. We kunnen ons personeel – uitgezonden en lokaal – niet opofferen aan partijpolitiek polderen.’
Roels citeert een hooggeplaatste Navo-functionaris die hem die middag een kraakheldere boodschap heeft gegeven: ‘You don’t want to watch this crazy Taliban zombies entering the city, get out!’
Het haalt niets uit. Hoewel de defensie-attaché op de ambassade ‘uiteraard’ haar ook vóór de val van Kabul heeft gemeld dat er behoefte was aan extra militaire steun om snel Afghanen te evacueren, gebeurt dit niet, vertellen twee bronnen aan de Volkskrant.
Ook bij Buitenlandse Zaken liggen de prioriteiten anders. Het veiligheidsplan van de ambassade is in de dagen voorafgaand aan de val van Kabul niet uitgevoerd. In plaats daarvan is de top van het ministerie bezig met een Sophie’s Choice-achtig verzoek aan de ambassade in Kabul om uit een lijst van zestig familieleden van de Afghaanse staf drie mensen te kiezen die mee mogen op een evacuatievlucht. Pas nadat Roels meedeelt dat hij – in weerwil van de oekazen van hogerhand – desnoods zelf reispapieren gaat uitschrijven, komt er op het laatste moment een akkoord van de ministerraad dat alle zestig personen mee mogen.
Kaag is dan met haar hoofd ook bij de kabinetsformatie. Als de Taliban op zondag 15 augustus hun vlag hijsen in Kabul en het ambassadeteam wordt beschoten op het vliegveld, houdt ze vast aan een eerder gemaakte afspraak om GroenLinks-leider Jesse Klaver en PvdA-leider Lilianne Ploumen bij haar thuis te ontvangen voor een diner over coalitieonderhandelingen.
Secretaris-generaal Paul Huijts van Buitenlandse Zaken, de hoogste ambtenaar van het departement, is op vakantie als de Taliban een streep zetten door de dominantie van westerse landen in Afghanistan. Als een Volkskrant-journalist hem zondagochtend 15 augustus belt over de val van Kabul, is hij boos. ‘Hoe durft u mij te bellen tijdens mijn vakantie?’
Die zondag wordt tijdens het crisisberaad met defensie besproken dat de post ‘dringend verzoekt om via bijvoorbeeld defensie mensen in te vliegen voor processing van passagiers’. Roels meldt in een app-bericht: ‘Ook andere landen hebben dit gedaan.’
Een bericht met dezelfde strekking had hij eerder die ochtend om 6.34 uur naar zijn baas in Den Haag geappt: ‘De coördinatie ontbreekt en wij zijn laat met de lokale staf en tolken. Alle landen met deze aantallen hebben speciale militaire teams ingevlogen.’ Het antwoord is: ‘Moeten wij daarop aandringen bij defensie? Laat het weten als daar van onze kant politiek actie voor nodig is?’ Volgens zijn Haagse baas spreekt minister Kaag later die dag met een buitenlandse collega die ze om hulp zou kunnen vragen.
Aanvankelijk hoopt defensie dat een militair C-17-transportvliegtuig dat Nederland deelt met meerdere EU-landen op maandag 16 augustus kan aankomen. Maar dat mislukt omdat het van de Amerikanen niet mag landen zonder dat het toestel extra militaire versterking aan boord heeft. Een ander plan van de Nederlanders was al mislukt: op de dag van de val van Kabul staat een C-130-toestel dat Irak als bestemming had met een mankement aan de grond.
Vergeleken bij andere landen loopt Nederland dan al achter. Er is veel overlegd, maar er zijn geen knopen doorgehakt. Het Pentagon kondigde op donderdag 12 augustus al aan dat het in fases drieduizend extra militairen zal sturen om de evacuatie te begeleiden, de Britten sturen die dag zeshonderd man extra. Ook de Italianen zijn al zover.
Op zaterdag 14 augustus maakte de Duitse Bundeswehr bekend zeshonderd extra militairen te sturen. ‘Wij zullen Buitenlandse Zaken ondersteunen bij het terugbrengen van Duitse staatsburgers en nog te evacueren Afghanen’, luidde de toelichting van de Duitse minister van Defensie, Annegret Kramp-Karrenbauer. Het feitenrelaas meldt dat begin juli in Potsdam afspraken zijn gemaakt met de Duitsers om samen te werken in een evacuatie. Maar op een cruciaal moment neemt men in Berlijn een besluit dat in Den Haag achterwege blijft.
Uiteindelijke besluit defensie op zondag 15 augustus ‘een luchtbrug in te stellen naar Kabul’, meldt het feitenrelaas aan de Kamer. Toch krijgen de strijdkrachten pas een volle dag later, op maandag, het bevel met een eigen toestel en eigen militairen te vertrekken. Ze arriveren woensdag 18 augustus in Kabul. Dat is zes dagen nadat de plaatsvervangend ambassadeur heeft gewaarschuwd dat het slotoffensief van de Taliban is begonnen. Dagen waarin Nederland niemand kon evacueren.
De vijf diplomaten van de Nederlandse ambassade, de defensie-attaché en een stuk of tien persoonsbeveiligers zitten vanaf zondag 15 augustus omsingeld op het vliegveld. Om hen heen proberen tienduizenden Afghanen schreeuwend en smekend door de hekken heen te breken. Dat lukt deels: een paar van hen gaan hangen aan de vleugels van een opstijgend Amerikaans militair transporttoestel. Amerikaanse militairen schieten wanhopig in de lucht om ze op afstand te houden. Ondertussen hebben de Taliban de poorten van de gevangenissen opengezet: criminelen struinen rond en zinnen op wraak.
De VS kunnen de veiligheid van het team niet meer garanderen, hoort Cees Roels als hij zich de volgende ochtend bij zonsopgang meldt bij Amerikaanse commandanten die het vliegveld bewaken. De Nederlandse persoonsbeveiligers van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) hebben dan al dagen doorgewerkt zonder slaap om de veiligheid van de groep te bewaken.
Roels belt constant met Den Haag. Wat te doen? Rutte, Kaag en Bijleveld komen die maandag in spoedberaad bijeen. Het kleine Nederlandse team onderneemt nog een poging evacués op het vliegveld te krijgen, maar dat mislukt. Ze moeten regelmatig naar schuillocaties op het vliegveld vanwege veiligheidsincidenten. In het crisisoverleg in Den Haag wordt vastgesteld: ‘BSB geeft aan dat werkzaamheden niet vol te houden zijn. Sommigen al 80 uur wakker.’
In de middag hakt Roels de knoop door, ook op advies van het hoofd van de BSB’ers: zijn team en hij vliegen diezelfde avond weg. Den Haag is akkoord.
Pas twee dagen later, op 18 augustus, keert ambassadeur Caecilia Wijgers terug in Kabul – ze was afwezig omdat ze verplicht op uitrustverlof was – met een klein team diplomaten en meer dan vijftig Nederlandse militairen. Ze trekken volgens Wijgers in acht dagen tijd 1.715 Afghanen en Nederlanders over de muur – veel meer dan van tevoren was gedacht. Ze worden in Den Haag gesteund door belteams die dag en nacht aan de telefoon zitten om het evacuatieproces te begeleiden, die op het hoogtepunt worden bemand door meer dan driehonderd mensen, onder wie opvallend veel Afghanistan-oudgedienden.
Op donderdag 26 augustus rijden de laatste drie bussen met 150 Nederlanders het beveiligde deel van het vliegveld van Kabul binnen. Achter hen valt de deur in het slot. Ambassadeur Wijgers appt haar bazen in Den Haag dat het erop zit: ‘Buiten een apocalyptisch tafereel.’