NieuwsDefensieplanning
De Europese ambitie? Die moet flink omhoog wat betreft Clingendael-onderzoekers
Strategische autonomie voor Europa is op termijn wel degelijk mogelijk, zolang het begrip niet wordt opgevat als Europese Alleingang en gekoppeld wordt aan de defensieplanning binnen de Navo. Dat zeggen onderzoekers van Instituut Clingendael in een rapport.
De vraag wat Europeanen zelf moeten kunnen is geen theoretische: de afgelopen jaren werden ze keer op keer geconfronteerd met crises waarin ze het zonder Amerikaanse betrokkenheid moesten stellen. ‘We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden’, zegt Dick Zandee, een van de auteurs. ‘De enige politiek haalbare manier om een veel hoger Europees ambitieniveau te realiseren, is door het te koppelen aan de Navo. Alleen zo kunnen ook de Oost-Europeanen over de streep getrokken worden, evenals de Amerikanen, bij wie de term strategische autonomie nog steeds alarmbellen doet rinkelen.’
Daarbij moet het Europese militaire ambitieniveau veel hoger komen te liggen dan nu het geval is. De EU werkt nu aan een Strategisch Kompas, dat gereed moet zijn onder het Franse EU-voorzitterschap in 2022 en hierin een baanbrekende rol kan vervullen. Uitvoering van de ambities vraagt om de gelijktijdige ontwikkeling van politieke, militaire en ook defensie-industriële capaciteit, zeggen de auteurs. Ook daarin moet pragmatisme leidend zijn: niet wachten op mooie nieuwe instellingen als een ‘Europese Veiligheidsraad’ (een Frans idee, waarvoor nog weinig steun is in Europa), maar laat de drie grote landen (Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) simpelweg bijeenkomen in geval van crisis en zie later tot welke instelling dit eventueel kan leiden.
De urgentie van geopolitieke uitdagingen dichtbij en veraf maakt dat er eigenlijk ook geen tijd meer is voor spiegelgevechten tussen ‘Europeanisten’ en ‘Atlantici’. Het rapport stelt vast dat voor ‘bijna alle Europese landen de Navo de primaire organisatie blijft voor collectieve defensie’. Feitelijk zijn er ook geen alternatieven voor de Amerikaanse nucleaire paraplu. Tegelijk zal de Navo ook ‘Europeser’ moeten worden ‘om Europa’s eigen zoektocht naar strategische autonomie mogelijk te maken’.
50-50
Daarbij zou, naast de huidige Navo-budgetnorm van 2 procent van het nationaal inkomen aan defensieuitgaven, een nieuwe inspanningsverplichting kunnen worden afgesproken. Bij een groot conflict in Europa moeten de bijdragen van de Europeanen – lidstaten, Turkije, Noorwegen en Verenigd Koninkrijk – gelijk zijn aan de Amerikaanse: 50-50.
Volgens Zandee ligt er het komend jaar een ‘enorme kans’ om hierover afspraken te maken met de nieuwe regering-Biden. ‘Zowel binnen de EU als in de Navo wordt er nu nagedacht over hoe het in de toekomst moet en het aantreden van Biden is een unieke kans om hierover afspraken te maken die de Europese ambities eerbiedigen en het Amerikaanse wantrouwen wegnemen.’
Ook in de Clingendael-plannen blijft de Europese defensieplanning volstrekt autonoom, maar wordt door de koppeling met die van de Navo duidelijk hoezeer de doelen in elkaars verlengde liggen. Bovendien biedt de Navo de kapstok waarin de inspanningen van EU-lidstaten kunnen worden gevoegd bij die van belangrijke niet-EU landen als het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen.
Taakspecialisatie
Zoals opnieuw duidelijk wordt in de Defensievisie 2035, het beleidsdocument dat minister Bijleveld dit najaar presenteerde, oriënteert ook Nederland zich op verdere samenwerking met Europese bondgenoten. Verdergaande taakspecialisatie, waartoe minister Relus ter Beek bijna dertig jaar geleden al opriep, komt ook dichterbij. Dat dit politiek gevoelig ligt, werd deze week onderstreept door het pleidooi van Bijlevelds eigen partij, het CDA, voor het behoud van ‘een breed inzetbare krijgsmacht’.
Hetzelfde geldt voor een andere component van strategische autonomie: industrieel beleid. Frankrijk en Duitsland zijn bezig met een aantal grote gezamenlijke projecten op het gebied van jachtvliegtuigen en tanks. Niettemin leidde het gunnen van een fregattenorder aan het Nederlandse Damen tot ophef in Duitsland. Ook in de Tweede Kamer blijft de Europese aanbesteding van nieuwe onderzeeboten controversieel, hoewel Nederland ze zelf niet kan bouwen.
Het blijft ook de vraag of burgers voor meer Europese autonomie willen betalen. Een recente Clingendael-peiling signaleert ‘een strategische wending naar Europa’. Liefst 72 procent van de respondenten is het eens met de stelling dat Europa, niet de EU, zelfstandig moet kunnen optreden zonder de VS. Het besef dat dit vraagt om grote investeringen, lijkt minder diepgeworteld. Iets minder dan de helft (48 procent) van de respondenten vindt dat de defensie-uitgaven omhoog moeten. Eenderde pleit voor meer Europese militaire zelfstandigheid, maar is geen expliciet voorstander van een hoger defensiebudget.