De dichter, de psycholoog en de boer
Geen onderwerp is zo populair onder dichters als de liefde. Volgens de schrijver Patrick Süskind komt dat doordat dichters niet schrijven ‘over dingen waarvan ze op de hoogte zijn, maar over dingen waarvan ze niet op de hoogte zijn, om redenen waarvan ze alweer niet op de hoogte zijn, maar...
Deze omschrijving maakt van dichters tragische figuren. Ze kunnen wat dit betreft een voorbeeld nemen aan psychologen. Deze beroepsgroep heeft het raadsel liefde niet verder ontsluierd dan dichters, maar als goede kooplui pretenderen ze wel dat ze mensen kunnen helpen de liefde te realiseren. Voor mensen die een relatiecrisis doormaken staan therapeuten klaar, en wie op internet op zoek gaat naar een nieuwe partner kan met behulp van vragenlijsten gericht zoeken naar de ware.
Een pionier op dit laatste gebied was de Amerikaanse psycholoog en arts George Crane. Hij stierf in de jaren negentig op de leeftijd van 94 jaar en is inmiddels al weer bijna net zo grondig uit het collectieve geheugen weggezakt als Piet Vroon. Toch was Crane een grootheid. In de jaren dertig en veertig werden zijn psychologische columns in meer dan 250 kranten afgedrukt.
Crane was tot in de jaren vijftig een pionier die het huwelijk op een wetenschappelijke manier wilde verbeteren, door mensen te helpen bij het maken van ingewikkelde keuzen. Een van de producten die hij op grote schaal verkocht was een instrument om je partner te beoordelen.
De opbouw van de lijst om je vrouw te beoordelen was simpel. Je vrouw krijgt bonuspunten als ze haar kinderen persoonlijk naar bed brengt, de maaltijden op tijd serveert en niet boos gaat slapen, maar het eerst goed maakt als er ruzie is. Ze krijgt echter strafpunten als ze er niet in slaagt de vouw in een broek helemaal recht te krijgen, achterdochtig of jaloers is, of als ze rode nagellak draagt. Andere strafpunten krijgt de vrouw als ze haar voeten in bed aan haar man warmt of als ze in huis met een vuil schort rondloopt.
Deze lijst draagt niet alleen de sporen van de tijd waarin hij is opgesteld, maar ook die van de maker Crane. Hij beschreef zichzelf als een ‘te hoog opgeleide boer’ en zijn studies medicijnen en psychologie hadden hem naar eigen zeggen geen dingen geleerd die hij niet eerder had ontdekt als hulpje op de boerderij tijdens schoolvakanties. Ook zijn geloof was voor hem een belangrijke inspiratiebron. Als je vrouw haar kinderen naar de zondagsschool bracht, was dat tien keer zo veel punten waard als het vermogen een boeiende conversatie te voeren.
Dit soort vooroordelen werd onder het mom van wetenschap aan de man gebracht. In 1957 begon Crane een Scientific Marriage Foundation, die met simpele technologie mensen bij elkaar zocht. In drie jaar zouden op die manier meer dan vijfduizend huwelijken zijn gecreëerd.
Het voorbeeld van Crane laat zich op twee manieren lezen. De optimistische interpretatie gaat ervan uit dat we de laatste vijftig jaar in de psychologie belangrijk zijn opgeschoten. De pessimistische gaat ervan uit dat ook de huidige psychologie nog veel onzin bevat, maar dat we dat pas over vijftig jaar zullen kunnen herkennen.
Ik denk dat beide opvattingen gedeeltelijk waar zijn. Als heel klein broertje van Crane, moet ik constateren dat ik zelf ook geregeld door de tijd wordt ingehaald. Neem de serie levenskunst die op de website van Hart en Ziel is verschenen. Hier stond het advies om je veel onder mensen te begeven. Extraverte mensen zijn immers gelukkiger en komen meer onder de mensen. Hen nadoen zou helpen. Een kleine maand later is er echter alweer een studie van Richard Lucas verschenen die dit advies nuanceert. Extraverte mensen zijn gelukkiger ongeacht de hoeveelheid sociaal contact die zij hebben. Het advies meer onder de mensen te komen was gelukkig niet verkeerd, maar helpt volgens de studie van Lucas maar een klein beetje. Psychologen zijn nog steeds de erfgenamen van Crane. Ook wie naar beste eer en geweten werkt, verkoopt soms onzin. Als ik het talent ervoor had gehad, had ik toch dichter moeten worden.