De dansende econoom en de zorgkosten
Ooit heb ik een gerenommeerd econoom op de dansvloer bezig gezien. Niet om aan te zien. Na dat schouwspel nam ik hem ook als econoom nooit meer serieus. Too much information- je kunt ook te veel weten. Of, in andere woorden: misschien draait de wereld wel beter als je niet alles weet en begrijpt.
Aan die dansende econoom moest ik denken toen ik de reacties las op het rapport dat het Centraal Plan Bureau deze week publiceerde over de kosten van de zorg. Op dat rapport valt veel aan te merken maar de centrale stelling klopt: uit de hand lopende kosten van de zorg vormen de grootste bedreiging voor een solidaire financiering van de zorg.
Zo is het vrij makkelijk uit te rekenen dat als de kosten van de zorg sneller stijgen dan onze gemiddelde rijkdom, er niet alleen steeds meer huishoudens zullen komen waarbij het vrij besteedbaar inkomen snel afneemt, maar ook steeds meer waarbij op een gegeven moment de zorgkosten zelfs hoger zijn dan het inkomen. Een situatie die alleen maar voorkomen kan worden door die stijging van de kosten af te remmen of door nog meer te herverdelen tussen hoge en lage inkomens.
Dat het Centraal Plan Bureau in zijn analyse voorbij gaat aan die eerste oplossing, het afremmen van de kostenstijging, is analytisch slordig. Zeker gezien het feit dat de komende jaren juist op dat punt fors wordt ingegrepen. En al helemaal als vervolgens wel wordt ingegaan op de problemen bij herverdelen en waarom dat misschien steeds moeilijker wordt. Het verwijt van paniekzaaien is dan niet helemaal onterecht.
De analyse van het Centraal Plan Bureau is niettemin intrigerend, bijvoorbeeld omdat de problemen die mogelijk in het verschiet liggen als financiering van de zorg tot nog meer herverdeling noopt, heel concreet gemaakt worden.
Het CPB doet dit door in te zoomen op de verschillen tussen laag opgeleiden en hoog opgeleiden. De economen laten zien dat laag opgeleiden gedurende hun hele levensloop relatief meer van de zorg gebruiken en er relatief minder voor betalen dan hoog opgeleiden.
En terecht vragen de economen zich af hoe lang die hoog opgeleiden nog bereid zijn voor de lager opgeleiden te betalen, zeker als de rekening steeds hoger wordt. Terecht, want solidariteit blijkt altijd weer een stuk moeilijker te organiseren als mensen het idee hebben dat ze betalen voor iets wat een ander treft dan als ze het idee hebben dat ze een collectieve voorziening financieren waarbij ze ook zelf baat hebben.
Welbegrepen eigenbelang is een degelijker ondergrond voor solidariteit dan altruïsme.
Dit is waar de dansende econoom in mijn gedachten kwam. Helpen we de solidariteit eigenlijk door de verschillen tussen de betalers en de ontvangers zo transparant in beeld te brengen? Of creëren we juist discussie over iets waarvan we blij zouden moeten zijn dat het zo weinig discussie oproept?
Betalen de Eindhovenaren niet ook voor de Groningers? Of de jongeren voor de ouderen? Willen we dat problematiseren of in stand houden? Ik zou zo graag willen zeggen dat transparantie modern is en ons in staat stelt tot een volwassen en gecontroleerde discussie over hoe solidariteit verstandig vorm te geven. Maar ik twijfel of de wereld zo werkt.
In dit licht is het ook interessant nog eens terug te kijken naar de onrust die ontstond rond de inkomensafhankelijke zorgpremie, een paar maanden terug. Sommigen stelden in hun reactie op de CPB-studie dat juist die revolte het gelijk van het CPB bewijst dat er grenzen aan de solidariteit zijn. Ik weet niet of die duiding klopt.
In de nieuwe voorstellen wordt immers evenveel herverdeeld als in de oude; sommige middengroepen zijn zelfs slechter af. Alleen gebeurt het via de relatief onzichtbare weg van schijven en tarieven in de inkomstenbelasting in plaats van langs de zeer zichtbare route van de zorgpremie.
Het volksoproer bewees misschien dan ook niet zozeer dat er grenzen zijn aan de solidariteit, maar veel meer dat stiekeme solidariteit eerder geslikt wordt dan transparante solidariteit. Is dat een inzicht waar we dankbaar gebruik van moeten maken of waar we ons, modern en geëmancipeerd als we zijn, tegen zouden moeten verzetten?
Ik weet het even niet.
undefined