Column

De Brusselse wegkijkcultuur

De charme van Brussel was dat je er kon doen wat je wilde. In café de 'Dolle Mol' mijmerden anarchisten over de revolutie, in 'Maison du Cygne' bestelde de bourgeoisie nog een glaasje champagne. De bestuurders leefden in de illusie dat 'erge dingen' alleen 'ergens anders' kunnen gebeuren. De terreuraanslagen markeren een keerpunt.

Derk Jan Eppink

De Belgische samenleving doorstond ernstige crises. In 1984 was zij in de ban van de 'Bende van Nijvel'; een reeks bloederige overvallen op supermarkten. De misdaden bleven onopgelost en het onderzoek verzandde in een ruzie onder onderzoekrechters.

In 1996 werd kindermoordenaar Dutroux gearresteerd. Ook hij bleef lang buiten de greep van justitie; in 1998 ontsnapte hij zelfs. Er volgden politie- en justitiehervormingen. Maar in de hybride Belgische en Brusselse bestuursstructuur produceren dergelijke overheidsdiensten per definitie spraakverwarring en misverstanden.

De wortels van de aanslagen liggen in een Brussel dat roekeloos problemen importeer- de die voorzienbaar zouden ontsporen. Brussel werd geregeerd door Franstalige liberalen. Franstalige socialisten beraamden de machtsovername; ze bevorderden massa-immigratie uit Noord-Afrika. Burgemeester Philippe Moureaux legde het fundament in Molenbeek dat zich moest aanpassen aan de nieuwkomers, in plaats van andersom. De politie moest 'wegkijken' bij ontsporingen zoals jeugdcriminaliteit. Nieuwkomers vormden zijn nieuwe electoraat.

Andere Brusselse gemeenten volgden. In 2006 was Vorst aan de beurt. Op de heuvel vertoeft burgerlijk Vorst. In het dal bij het Zuid-station woonde de socialistische aanhang die aangroeide door immigratie. Bij gemeenteraadsverkiezingen in 2006 verloor de liberale burgemeester: Vorst werd socialistisch. 'Wegkijken' werd verplicht. De rechtsstaat trad terug. De buurt rond het Zuid-station werd een markt voor zwarte handel in vuurwapens.

Op massa-immigratie volgde snelle naturalisatie. In het federale parlement werden lijsten met 'nieuwe Belgen' hamerstukken. Soms verscheen een voetbaltrainer wiens team speelde met veel 'niet-Belgen'. Hij wist hen, via bevriende parlementsleden, om te toveren tot 'nieuwe Belgen'. Intussen was de helft van Brussel sociologisch van structuur veranderd. Vanuit de topverdiepingen van het Berlaymont, hoofdkwartier van de Europese Commissie, kon je de wijken zien; de Derde Wereld naast de Eerste. Niemand wilde horen dat zich daar oncontroleerbare broeinesten vormden. Brussel en België waren immers 'Mini-Europa': multicultureel en voorbeeld voor 'Groot-Europa'.

Om de kritiek te smoren werd politieke correctheid per wapenstok afgedwongen, waarbij veel media optraden als gendarme. Bij processen lagen veroordelingen klaar. Keuzemenu: 'racist', 'xenofoob', 'islamofoob'. Oorzaak van de problemen altijd: 'discriminatie'. Politieke correctheid was aanvankelijk een instrument om het nationalistische Vlaams Blok te kunnen opsluiten achter een cordon sanitaire. Gemakshalve werd elke criticus achter het behang geplakt. Toen in 2001 criminologe Marion Van San rapporteerde over hoge criminaliteitscijfers onder Marokkaanse jongens werd ze verketterd. Pas in 2015 werd ze in ere hersteld.

Toen Marc Verwilghen, minister van justitie (1999-2003), een spijtoptantregeling voor- stelde voor de ontmaskering van jeugdbendes werd hij gestopt door socialistisch partijleider Elio di Rupo en vicepremier Laurette Onkelinx. Zij blokkeerden 'inkijkoperaties' in buurten van nieuwkomers. In 2010 overviel Ibrahim El-Bakraoui wisselkantoren met een kalasjnikov. Freddy Thielemans, socialistisch burgemeester van Brussel-stad, zei: 'een fait divers'. El-Bakraoui werd vervroegd vrijgelaten, werd Syriëganger en blies de vertrekhal van het vliegveld in Zaventem op.

Islamitische radicalisering en Syriëstrijders uit Brussel maakten de stad tot logistiek terreurknooppunt van Europa. Antwerpen zag het gevaar. In 2013 schrapte burgemeester Bart De Wever Syriëgangers uit het bevolkingsregister en stopte hun uitkeringen. Een jaar later zei hij: 'moslimterreur is de ergste gesel voor de mensheid sinds Hitler'. Hij werd meteen afgeschilderd als 'islamofoob'. Maar na de aanslagen in Parijs verbrokkelde de politieke correctheid. Gevaren loerden ook in Brussel. De laatste schijnredenering van de hoofdstedelijke ontkenningscultuur luidde: 'Als terroristen onder ons wonen, doen ze ons ten minste niets.' Ook die illusie sneuvelde.

Wegkijkende Brusselse bestuurders zijn ontwaakt in een werkelijkheid die ze zelf hebben geschapen en waarvan veel onschuldige mensen het slachtoffer werden.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden