'De boodschap luidt: het nihilisme houdt geen stand'
Honderden predikanten worstelen deze dagen met hun belangrijkste preek van het jaar. Dominee Ad van Nieuwpoort wil een verhaal van hoop brengen. 'We steken een licht aan.'
De preek als verzetsdaad? 'Absoluut. Zo zie ik het.' Hij citeert een gedicht van Remco Campert waarin verzet begint met kleine daden. Grote woorden zullen ze hem dus niet horen uitspreken tijdens de kerkdienst op Kerstavond. 'Je moet ook uitkijken dat het niet te politiek wordt. Een dominee die gaat vertellen hoe je moet denken, dat is ook onzin.' Maar zijn ongerustheid over het huidig tijdsgewricht zal en moet doorklinken in de Dorpskerk van Bloemendaal.
Ad van Nieuwpoort houdt kantoor in een zijkamertje van de kerk. In zijn hoofd liggen dwarsverbanden opgestapeld, die er in een spervuur van woorden uit komen. Het ene moment gaat het over zijn kerk die een plek moet zijn voor bezinning, ook voor zogenaamde ongelovigen. In één adem kan hij woedend worden over een tweet van Geert Wilders, waarin zogenaamd bloed kleeft aan de handen van bondskanselier Merkel. De dominee maakt van zijn hart niet bepaald een moordkuil.
De nar
De afgelopen nacht heeft hij gewoeld in zijn slaap. Preken doet hij elke zondag, maar met Kerstmis is het toch anders. Het hele dorp zal er zo'n beetje zijn, inclusief de gemeenteraad. 'Van GroenLinks tot Liberaal Bloemendaal.' Tijdens zo'n dienst ben je niet alleen de predikant, maar toch ook de nar die zegt waarop het staat.
De avond zal beginnen met een lampionnenoptocht voor de kinderen rond de kerk. 'En dat is ook goed', zegt hij. Het is Kerstmis, de mens heeft recht op een welbehagen. De optocht eindigt voor de ingang van de kerk, waar deze ochtend nog gewerkt wordt aan het platform voor de levende kerststal. 'Maar dan zeg ik: nu is het binnen tijd voor het echte verhaal.'
Van Nieuwpoort pakt zijn mobiele telefoon en laat twee voorpagina's van Duitse kranten zien, daags na de aanslag bij de Gedächtniskirche. Op de één steekt het woord 'Angst' scherp af tegen een zwarte achtergrond. Op de ander staat 'Fürchte nicht', woorden uit het evangelie van Lucas. 'Dat is de grote vraag nu: wakkeren we de angst aan? Laten we ons door het nihilisme onder de voet lopen?'
Het moet de kern van zijn verhaal worden, want in termen van een verhaal denkt hij het liefst. Bijbelverhalen kijken het monster van de duisternis recht in de ogen. Met licht de duisternis bestrijden, dat wil Ad van Nieuwpoort deze Kerstmis ook doen. 'We steken een licht aan door een verhaal van hoop te vertellen.'
Bovenlaag
Dat zal een verhaal uit het boek van Daniël worden. Na deportatie uit Jeruzalem belandt Daniël aan het hof van koning Nebukadnezar en doet dienst als droomduider. 'De koning heeft nachtmerries dat anderen op de loer liggen, typisch voor een despoot.'
Nog erger wordt het zodra diens zoon Belsazar aan het bewind komt. In beeldende taal schetst Van Nieuwpoort een wereld van decadentie en onwetendheid. 'Vrouwen op schoten van mannen en knechten die de kots opruimen.'
In dezelfde adem belandt de dominee 22 eeuwen verderop en is Belsazars nihilisme dat van Donald Trump geworden. 'Ook ik schrok wakker op 9 november. Ook ik had in de bovenlaag gezeten die het niet besefte. Ook ik had aan de kelk gezeten.'
Terug naar toen, terug naar het hof van Belsazar. Opeens komt een mensenhand tevoorschijn en schrijft een tekst op de muur. Iedereen schrikt, maar niemand is in staat de Hebreeuwse lettertekens te onderscheiden. Alleen Daniël kan het verlossende woord spreken. Op de muur staat geschreven: gewogen en te licht bevonden.
'Daar wordt dus een oordeel geveld en tegelijk is het een teken van hoop. De boodschap luidt: mensen, dit houdt geen stand. We zijn bij wijze van spreken geïmponeerd door iemand als Trump, maar die gaat het niet redden. Dit heeft geen gewicht. Dit houdt op, dit houdt godzijdank op.'
Klaproos
Ad van Nieuwpoort wil de dienst afsluiten met een gedicht van Karel Eykman. De dichter roept daarin het beeld op van een door oorlog verwoest Rotterdam. Bij een wandeling door dat troosteloze decor ziet hij een klaproos bloeien. Met open ogen, zo heet het gedicht, eindigt als volgt:
Wees zelf een klaproos als je kan
met alle weerbarstigheid je eigen
daar word je moedig en vrijmoedig van
en je bent niet klein te krijgen.
Dominee Van Nieuwpoort schiet er van vol. 'Fantastisch. Het ontroert me elke keer weer. En eigenlijk is het zo simpel. Nou ja, daar doe ik het maar mee, denk ik.'