De bezetting van '69 werd later pas mooi
De moeder aller Maagdenhuisbezettingen vond plaats in 1969. De bezetting was toen veel politieker geïnspireerd dan bij de huidige bezetting. Toch zijn er ook overeenkomsten. Net als toen is de onvrede tegen het bestuur van de universiteit gericht.
Ten minste tienmaal is het Maagdenhuis, bestuurszetel van de Universiteit van Amsterdam (UvA), door opstandige studenten bezet geweest. 'Wellicht nog vaker', zegt Peter Jan Knegtmans, historicus van de UvA. Maar de moeder aller Maagdenhuisbezettingen vond plaats in mei 1969. De mythevorming rondom deze actie voltrok zich pas later, in de jaren tachtig. Aan de eerste lustra werd nog hoegenaamd geen aandacht besteed. Dat veranderde in 1984. Toen kwamen voormalige bezetters - dikbuikig en ietwat ontgoocheld - in reünie bijeen. Sindsdien beroept iedere Maagdenhuisbezetter zich op de illustere voorgangers van 1969. Ook nu weer, tijdens de bezetting van 2015.
De bezetting van 1969 wordt gesymboliseerd door de wankele loopbrug - niet meer dan een ladder - over de Handboogstraat, die het Maagdenhuis destijds scheidde van de Universiteitsbibliotheek. Via die ladder werden de bezetters van proviand voorzien. De 'Ho Chi Minhroute' werd die ladder genoemd - een pathetische verwijzing naar de bevoorradingsroute van de guerrillastrijders in Vietnam. De radiozender van de bezetters, De Vrije Maagd, riep de Amsterdammers op om niet 'naar de met het kapitaal collaborerende Hilversumse radio' te luisteren, maar naar '225 meter middengolf'. De bezetters waren verwikkeld in marathondebatten in de centrale hal van het Maagdenhuis. In de Maagdenhuismythologie althans. In werkelijkheid hebben de bezetters zich meestentijds doodverveeld, zei een van hen later in Het Parool. 'Het grootste deel van de tijd gebeurde er helemaal niets.'
Verschillen en overeenkomsten
'De Maagdenhuisbezetting van '69 was veel meer politiek geïnspireerd dan de huidige bezetting', zegt Knegtmans. 'De strijd waarin de studenten verwikkeld meenden te zijn, werd in verband gebracht met de strijd van arbeiders en onderdrukte volken.' Daarmee hebben de actievoerders hun belangen uiteindelijk niet gediend. Met hun (extreem-) linkse oriëntatie verloren ze veel van de sympathie die ze bij hun medestudenten en universitair medewerkers hadden genoten. En ze hebben er de grootste verworvenheid van de acties - de Universiteitsraden - mee verzwakt. 'Die raden rekenden het tot hun taak om de VS voor de allerlaatste keer te waarschuwen. Dat leidde de aandacht nogal af van waar het op een universiteit om zou moeten gaan.'
Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de huidige Maagdenhuisbezetting en die van 1969, meent Knegtmans. 'Toen beklaagden de studenten zich, terecht, over de almacht van hoogleraren en curatoren, de bestuurders. Nu vormen de decanen en instituutsdirecteuren een ondoordringbaar bastion.' De huidige acties zijn een verlate echo van de universitaire bestuurshervorming van 1997, die een einde maakte aan het medebestuur door studenten. 'Aanvankelijk liepen de gevolgen daarvan niet zo in het oog. De meeste hoogleraren en bestuurders opereerden nog zoals ze dat ook voor 1997 hadden gedaan. Maar veel van hun opvolgers hebben zich mentaal van de studenten verwijderd. Tegen die achtergrond moet de onrust aan de UvA worden gezien.'
Zakelijke bestuurscultuur
De zakelijke bestuurscultuur van nu roept niet alleen weerstand op bij studenten, weet publicist Thomas von der Dunk, tevens gastonderzoeker Europese Studies aan de UvA. 'Stafleden morren er al geruime tijd over. Ook voor hen zijn de mensen die hier de beslissingen nemen onbereikbaar. De verhouding tussen stafleden en studenten enerzijds en bestuurders anderzijds lijkt op die van Griekenland en de troika. De actievoerders genieten nu dan ook veel meer sympathie bij het personeel dan in 1969.'
Te meer omdat de onvrede over de sanering van de faculteit der Geesteswetenschappen niet op zichzelf staat. Eerder ageerden studenten tegen de voorgenomen fusie van de bèta-faculteiten van de UvA en de Vrije Universiteit en tegen een bestuurlijke ingreep op de faculteit rechtsgeleerdheid. De wrevel wordt, aldus Von der Dunk, aangewakkerd door nieuwbouwplannen die niet in een grote behoefte van studenten en medewerkers lijken te voorzien, maar die wel beduidend meer kosten dan de kleine letterenstudies die nu dreigen te worden wegbezuinigd.
Wat de huidige bezetting van het Maagdenhuis ook mag brengen en wanneer ze ook mag eindigen: het is onaannemelijk dat ze de bezetting van 1969 naar de kroon zal steken. Waar die haar reputatie aan te danken heeft? 'Omdat ze zich in Amsterdam afspeelde', vermoedt Von der Dunk. 'In Tilburg en Nijmegen vonden eerder bezettingen plaats en ging het er radicaler aan toe. Maar ja: wat achter de Utrechtse Heuvelrug gebeurde, was voor de overwegend Amsterdamse kranten niet interessant.'