Nieuws
De balans na tien jaar stadsvernieuwing in Rotterdam- Zuid: de vooruitgang is er, maar nog lang niet genoeg
Rotterdam-Zuid is de laatste tien jaar enorm verbeterd dankzij miljoeneninvesteringen. Toch is de kans klein dat alle ambities om de ‘slechtste wijk van Nederland’ uit het slop te trekken, in de resterende tien jaar nog worden behaald.
Naar het zogenoemde Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) wordt sinds 2012 met argusogen gekeken in de rest van het land. Marco Pastors, voormalig wethouder van Leefbaar Rotterdam, kreeg de leiding over het miljoenenproject (30 miljoen euro per jaar) om dat deel van de stad overeind te trekken. Dat lukt redelijk, volgens een tussentijds voortgangsrapport dat maandag werd gepresenteerd.
Zo gaan er veel jongeren van school met een baangarantie op zak, hebben de meeste scholen ondanks het lerarentekort de schooldag verlengd, gaan de schoolprestaties omhoog, krijgen er meer mensen een baan, en gaat de kwaliteit van de woningen vooruit.
Het programma heeft inmiddels elders navolging gekregen: binnen het nieuwe Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid krijgen negentien achterstandswijken geld van het Rijk om hun problemen aan te pakken. ‘Het NPRZ is een groot goed: het dient als voorbeeld voor het vergroten van kansengelijkheid in heel Nederland’, concludeert Martin van Rijn, die het rapport als onafhankelijk beoordelaar opstelde.
Grootschalige aanpak
Het programma werd opgericht om de kluwen aan sociale, economische en maatschappelijke problemen van Rotterdam-Zuid in samenhang aan te pakken. Die problemen bestonden onder andere uit slechte schoolresultaten voor kinderen, hoge werkloosheid, hoge criminaliteit, en meer armoede dan in andere stadsdelen. Het Rijk en de gemeente Rotterdam sloegen daarop de handen ineen voor een grootschalige aanpak van de problemen.
De ambities van het NPRZ liggen hoog: zo moeten leerlingen in Zuid in 2030 op hetzelfde niveau scoren als het gemiddelde in de vier grote steden en moet de helft van de mbo-leerlingen een zorg- of techniekopleiding volgen, om de baankansen te vergroten. Ook zijn er ambities op het gebied van werkgelegenheid en het verlagen van het aantal uitkeringen. Tot slot is het plan om 35 duizend slechte woningen op te knappen of te slopen om ruimte te maken voor nieuwbouw.
Resultaten broos
De kans dat de veranderingen in de komende tien jaar volgens plan versnellen en op die manier de resterende ambities ook worden gehaald, is volgens het rapport ‘klein’. Tijdens de coronaperiode is namelijk gebleken hoe broos sommige resultaten zijn: niet alleen raakten veel inwoners hun baan kwijt, ook op scholen ging veel van de geboekte vooruitgang verloren. ‘Dat onderstreept het belang van het NPRZ’, zegt Van Rijn.
Ook op het gebied van huisvesting blijven er grote uitdagingen, niet in het minst omdat de ambities niet altijd overeenkomen met wat bewoners zelf willen. Zo wil de gemeente meer koop- en middenhuurwoningen op Zuid bouwen, om tot gemengde buurten te komen. Onder buurtbewoners is er weerstand tegen het slopen van woningen, bijvoorbeeld in de Tweebosbuurt, om ruimte te maken voor die nieuwbouw.
Oud-minister Van Rijn adviseert daarom in het vervolg van het programma het bondgenootschap met de bewoners te versterken. Ook raadt hij aan meer middelen in te zetten voor het verbeteren van huizen in de particuliere voorraad. Zijn andere aanbevelingen zijn om ook aandacht te besteden aan de ontwikkeling van kinderen voordat ze op de basisschool aankomen, en om meer initiatieven op wijkniveau te ontplooien.