De asielzoeker
WELKE RECHTSZAAK: Mishandeling.
WELKE RECHTBANK: De politierechter in Alkmaar.
SLACHTOFFER: Een medewerkster van de spoorwegpolitie.
Er zijn dagen dat de zittingen bij de politierechter ronduit chaotisch verlopen. Vanochtend is dat zeker het geval in Alkmaar, waar politierechter Haverkate zitting houdt. Zo was de verdachte die om 9 uur moest voorkomen te laat, omdat hij met het gedetineerdenbusje in de file stond. Een andere zaak duurde langer dan de geplande twintig minuten, omdat de advocaat een wijdlopig pleidooi hield. Daarentegen kwamen twee verdachten niet opdagen, waardoor enigszins op het schema kon worden ingelopen.
De volgende naam op het zittingsrooster is A. Safi, woonplaats Ter Apel. 'Ter Apel', bromt Haverkate. 'Die zal wel niet komen', vult officier van justitie Visser aan. Kennelijk is de kans niet zo groot dat verdachten uit het Groningse Ter Apel, waar een asielzoekerscentrum is gevestigd, afreizen naar een Noord-Hollands gerecht.
Net als Haverkate de volgende zaak wil laten afroepen, komt de bode binnen. 'Meneer Safi staat bij de balie.' Verbaasd kijken de officier en de rechter op van hun dossiers. 'Maar tot dusver komt er alleen maar dronkemanspraat uit', voegt de bode eraan toe. 'Laat maar komen', zegt Haverkate.
Met stramme passen stapt meneer Safi de rechtszaal binnen. Over een rode capuchontrui draagt hij een zwart vest en een versleten wollen jas, die hij gedurende de zitting aan zal houden. Voor hem op tafel legt hij een paar smoezelige wanten en een pet.
Volgens zijn personalia is hij 41 jaar, maar hij oogt tien jaar ouder. Zijn gezicht heeft milde trekken; zijn ogen staan afwisselend dof en schichtig. 'Waar bent u geboren?', vraagt de rechter. 'Jalalabad. Maar in Indonesia groot geworden', zegt hij in gebroken Nederlands. Tegenwoordig woont hij in Delfzijl.
'Weet u ook wat voor een huis? Is het een azc?', vraagt Haverkate, die spreekt met de dwingende dictie van een militair. Safi antwoordt bevestigend, maar wat hij precies bedoelt, is onduidelijk. Dat geldt voor veel van wat hij zegt.
Safi wordt verweten dat hij een jaar geleden een medewerkster van de spoorwegpolitie heeft mishandeld op het station in Alkmaar. Hij zou met een vuist tegen haar arm hebben geslagen. 'Mag ik wat zeggen?', vraagt Safi. 'Ik heb mijn hele leven nooit iets gedaan. Als iemand problemen maakt, ik stop.' Safi illustreert hoe hij dat doet en duikt onder de tafel met zijn handen over zijn oren. 'Nooit!', roept hij.
Dan haalt hij snel zijn kunstgebit uit zijn mond. 'Iw bin siek.'
Haverkate: 'Ik zou die maar weer in doen, dat praat volgens mij makkelijker.' Onverstoorbaar houdt hij Safi voor dat er naast de verklaring van de spoorweg-agente, een getuige is die haar verhaal bevestigt.
Safi, die zijn kunstgebit weer heeft ingedaan: 'Vrouw vraagt mij twintig, dertig euro. En dan begint probleem. Mijn hele leven, ik nooit stelen, niet ruzie maken, nooit!'
Vragen over het hoe en het waarom, leveren geen coherente reactie op. Wanneer Haverkate naar zijn persoonlijke situatie informeert, is Safi wel glashelder. 'Voor mij geen familie. Helemaal alleen. Niemand helpe me.'
Haverkate: 'Wat voor leven leidt u in Delfzijl?'
Safi: 'Normaal. Eten en slapen.'
Haverkate: 'Wilt u hier blijven?'
Safi: 'Ja. In de guldentijd ben ik gekomen. Nu is het 2012. Gelukkig NNeuwjaar. Volgens mij wonen in Nederland allemaal goeie mensen. Geen slechte mensen.'
Haverkate: 'Heeft u een dokter?'
'Ja, heb ik brief van psycholoog.' Safi verdwijnt onder tafel en haalt een stapel verfrommelde papieren uit zijn plastic Albert Heijn-tas. 'Beetje psychisch probleem, maar niet crimineel.'
Haverkate bladert door de brieven, die voornamelijk uit 2007 en 2010 dateren. 'Wordt u ook behandeld voor uw alcoholverslaving?'
Safi corrigeert: 'Psychisch probleem.' Hij wiegt zachtjes op zijn stoel. 'Maakt niet uit wat de rechter zegt. Is prima.'
Haverkate: 'Dank u voor het vertrouwen. Maar dat u zich nooit heeft ingelaten met criminaliteit, blijkt niet uit uw strafblad.' De rechter somt op: 'Vernieling, bedreiging en heel veel artikel 453, openbare dronkenschap.'
Officier Visser beaamt dat. 'Wat te doen met meneer Safi?', zegt ze, alsof die niet voor haar zit. Normaal gesproken wordt voor het mishandelen van werknemers met publieke functies al snel een werkstraf geëist van zestig uur. Maar in het geval van Safi heeft ze er weinig vertrouwen in dat hij die ten uitvoer zal brengen. Hoewel 'zijn financiële situatie niet rooskleurig zal zijn', eist ze een geldboete van tweehonderd euro plus vier dagen hechtenis, en als stok achter de deur twee weken voorwaardelijk.
'Mag ik?', vraagt Safi met trillende stem. 'Ik heb niet gedaan. Maar een man zei: 'Jij hebt gedaan!' Ik...'
'Goed, we moeten tot een afsluiting komen', kapt Haverkate hem af. Hij zucht diep en veroordeelt hem tot tweehonderd euro boete en twee weken voorwaardelijk.
Safi: 'Maar ik kan niet betalen. Ik krijg vijftig euro.' Hij gebaart naar zijn mond: 'Ik moet eten.'
Haverkate: 'In totaal heeft u een maand of drie om het geld bij elkaar te krijgen.'
Safi: 'Nee, is goed, dankjewel.' Hij propt zijn hebben en houwen weer in zijn plastic tas en roept bij het weggaan: 'Gelukkig Nieuwjaar.'
Stilzwijgend kijken de officier en de rechter hem na voordat ze zich over het volgende dossier buigen.
a.kranenberg@volkskrant.nl
Namen zijn gefingeerd, behalve die van professionals.
undefined