De ambitie van de NSA: iedereen altijd en overal kunnen volgen

Een nooit eerder gepubliceerde kaart maakt duidelijk hoe omvangrijk de digitale spionage door de NSA is. De geheime dienst infiltreerde in 50 duizend computernetwerken .

VAN ONZE VERSLAGGEVER MICHAEL PERSSON

AMSTERDAM - De Amerikaanse inlichtingendienst NSA is wereldwijd in 50 duizend computernetwerken binnengedrongen. Met geïmplanteerde software kunnen de analisten van een afstand in de aangesloten computers en smartphones meekijken.

Dat blijkt uit een NSA-document dat NRC Handelsblad zaterdag heeft gepubliceerd. De krant bracht de eerste Nederlandse verhalen op basis van informatie van NSA-klokkenluider Edward Snowden. Het belangrijkste nieuws staat in een wereldkaart met aftaplocaties, die laat zien hoe groot en divers de reikwijdte van de NSA is. Deze kaart is nog niet eerder openbaar gemaakt.

Volgens de kaart bevinden de meeste besmette netwerken zich in China, India, Rusland, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Brazilië en Mexico. Europa is niet geïnfiltreerd. Eerder werd wel bekend dat de Britse collegadienst van de NSA, de GCHQ, in Europa met hackers actief is.

Met zogeheten malware kunnen de spionnen via internet informatie vergaren van plekken waar zij fysiek niet bij kunnen. Ook is het een manier om de versleuteling te omzeilen. Berichten die gecodeerd worden verzonden, zijn bij zender en ontvanger ongecodeerd te lezen.

De NSA kraakte onder meer het computersysteem van de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras, werd deze zomer bekend. De GCHQ had het voorzien op het netwerk van de Belgische telecomaanbieder Belgacom, schreef het Duitse tijdschrift Der Spiegel twee maanden terug. Deze 'Operation Socialist' was gericht op de abonnees van Belgacom, waaronder de Europese Commissie en europarlementariërs. Ook zouden telecomproviders in Noord-Afrika en het Midden-Oosten via een dochterbedrijf van Belgacom kunnen worden geïnfiltreerd.

Op de overzichtskaart van Snowden, afkomstig uit het programma 'Boundless Informant' dat de NSA-datastromen in beeld brengt, staan twintig plekken waar onderzeese glasvezelkabels worden afgetapt. Uit meer dan tachtig diplomatieke posten worden gegevens ingezameld. Een aantal van die locaties zijn door NRC zwart gemaakt.

De NSA had vergaande plannen om zijn grip op de datawereld verder te versterken, blijkt uit een document dat dit weekend werd gepubliceerd door The New York Times. In deze 'Sigint Strategy 2012-2016' schrijven de cyberspionnen dat hun bevoegdheden geen gelijke pas hebben gehouden met de technologische ontwikkelingen en met de 'operationele verwachtingen'. De NSA wil 'agressief proberen' het wettelijke kader te verruimen, staat in de vijf pagina's tellende presentatie. Dit om 'anyone, anytime, anywhere' te kunnen volgen.

De presentatie stamt uit 2012. Inmiddels is door de Snowden-onthullingen het politieke draagvlak voor de gewenste verruiming van de bevoegdheden danig verminderd.

NRC schreef zaterdag ook over Nederland als doelwit van de NSA. De krant heeft van Snowden een document gekregen waaruit blijkt dat Nederland vanaf eind 1946 door de Amerikanen is afgeluisterd.

Dat afluisteren gebeurde echter al vanaf 1943, toen de Amerikanen het Nederlandse coderingssysteem Hagelin kraakten. In totaal onderschepten de Amerikanen al in het laatste oorlogsjaar ruim 17 duizend Nederlandse telegrammen, verzonden vanuit Londen.

Volgens de Nederlandse spionagehistoricus Bob de Graaff 'hoeven we ons niet te verbazen' over de vroege praktijken van de NSA. Al in 1996 schreef hij, op basis van ruim een miljoen net vrijgekomen pagina's uit het NSA-archief, een groot verhaal over de Amerikaanse afluisterpraktijken in Nederland, tijdens en na de oorlog.

De onderzoeksjournalist James Bamford beschreef aan de hand van de vrijgekomen NSA-stukken in zijn boek Body of Secrets dat de Amerikanen in de jaren veertig 39 landen afluisterden, waaronder Nederland.

Nederland had mol bij NSA

Nederland heeft jarenlang, tussen 1948 en 1954, een mol gehad bij de NSA. Deze Joseph Petersen, een Amerikaan, was in de oorlog bevriend geraakt met een Nederlandse cryptoloog. Na de oorlog stuurde Petersen via de Nederlandse ambassade in Washington zes jaar lang topgeheime documenten naar de Nederlandse geheime dienst.

In 1954 werd Petersen door de Amerikanen opgepakt en veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf.

De affaire, die wordt beschreven in het in 1983 verschenen boek The Puzzle Palace van de Amerikaanse onderzoeksjournalist James Bamford, laat zien dat Nederland zich al vroeg bewust was van de Amerikaanse spionageactiviteiten. Niet geheel toevallig veranderde het ministerie van Buitenlandse Zaken begin jaren vijftig van encryptie: er werd voortaan een nieuwe machine gebruikt om het diplomatieke verkeer te versleutelen. Die is overigens waarschijnlijk ook gekraakt.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden