'Dan ga ik dood, want ik ben een verrader'
Hoogspanning in huize Polat. Vader kan al weken niet slapen, moeder stuurt vermoeid de kinderen naar buiten, op het bankstel staan twee plastic zakken; de een vol antidepressiva en kalmeringsmiddelen, de ander vol documenten die een asielstrijd van jaren samenvatten....
Het gezin Polat moet terug naar Turkije, waar Mustafa volgens justitie niets te vrezen heeft als Koerdische dienstweigeraar. Maar dan kennen ze Turkije niet, zegt hij. 'Het is een land van martelen en moorden. Op het vliegveld zullen ze me aanhouden. Dan moet ik het leger in. En dan ga ik dood. Want ik ben een verrader.'
Extra lastig: Polat is de oprichter van de vereniging voor Koerdische dienstweigeraars in Nederland. 'Heel Turkije kent mijn naam en gezicht dus uit de krant. Ze wachten op me.'
Vandaag is zijn laatste kans. De rechter in Den Haag moet beslissen of hij mag blijven, althans nog even, totdat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg klaar is met zijn zaak. 'Belachelijk dat het zo gaat', zegt advocaat G. Later. 'Deze man had al twee keer een verblijfsvergunning moeten krijgen.'
Polat (31) komt uit het dorp Kulukirkpinar, dat centraal in Turkije ligt. Als 19-jarige moet hij zich melden als dienstplichtig soldaat. Hij weigert. Want het Turkse leger vecht tegen Koerdische vrijheidsstrijders, 'en ik wil niet vechten tegen mijn eigen volk.' Polat vlucht naar Nederland en werkt jarenlang illegaal in de bloemenkassen van Delfgauw. Hij woont in een pension. Daar wordt hij opgepakt. Hij vraagt asiel aan. Dat mislukt. Hij probeert erkend te worden als witte illegaal. Dat mislukt. Nu zit hij op de bank naast de twee plastic zakken. 'Ik wil niet terug. Ik overleef het niet.'
Zijn angst is er alleen maar groter op geworden. Hij herinnert zich Aksoy en Cicek, Koerdische dienstweigeraars die ruim twee jaar geleden weg moesten uit Nederland. Nu zijn ze dood. Wat er gebeurde, is nog steeds onduidelijk. Zelfmoord, zei de Turkse overheid. Geschrokken stopte staatssecretaris Cohen van Justitie het uitzetten van Koerden. Maar zes maanden later concludeerde hij dat de Turken gelijk hadden; Aksoy en Cicek waren niet vermoord. Het bewijs daarvoor is nooit openbaar gemaakt, maar sindsdien geldt Turkije weer als veilig.
Wat mensenrechten betreft gaat het er steeds beter, schrijft het ministerie van Buitenlandse Zaken in het jongste ambtsbericht. Van oorlog in Koerdistan is nauwelijks meer sprake. 'De kans dat een Turks-Koerdische dienstplichtige nog in een dergelijk militair conflict betrokken raakt, is uitermate gering geworden.' Tegelijk waarschuwt het ministerie dat Turkije nog steeds verdachten foltert, zeker als het om Koerden gaat met sympathie voor de PKK.
De afgelopen twee jaar is Koerdische dienstweigeraars in Turkije niets overkomen, zei de huidige staatssecretaris van Justitie, Kalsbeek, vorige maand. Een ander beleid is dus niet aan de orde. 'Het klinkt cynisch, maar we zitten nu dus te wachten op een nieuw incident', zegt GroenLinks-Kamerlid Halsema. 'Er wordt gemarteld in Turkije, dat is overduidelijk. Vraag het Amnesty International. Er is een kans dat mensen als Polat wat overkomt. Je kunt als Nederlandse regering toch geen Russische roulette spelen met mensenlevens?'
Nederland is bang aantrekkelijk te worden voor gevluchte Koerden, meent Halsema. Daarnaast zijn de Koerden inzet van hogere politiek, zegt G. van Leemput van het Studiecentrum Turkije. 'Het land is net kandidaat-lid geworden van de Europese Unie. We willen het te vriend houden, zeker nu Turkije meedoet in de coalitie tegen terrorisme. Het opheffen van de uitzettingsstop was vooral een diplomatiek gebaar.'
Zo is er dus weinig hoop meer in huize Polat, waar zoon Hasan (4) trots aan komt zetten met zijn flippo-verzameling, en dochter Beritan (5) ingespannen haar naam schrijft. B-E-R-I-T-A-N. 'Dat betekent: iemand die gedoemd is te blijven zwerven', zegt vader Mustafa. 'Maar we gebruiken het woord ook voor een guerrillastrijder.' Hasan, Beritan en oudste dochter Hacer (12) zitten op de Paus Johannesschool, vlakbij.
Alleen Hacer spreekt goed Turks, de andere twee werden geboren in Nederland. Ze weten niet hoe Turkije eruit ziet. 'Pappa', roept Beritan als ze thuiskomt van school, 'nog veertien nachtjes slapen en dan komt Sinterklaas!'
Defense for Children schreef een rapport over de familie, en beschouwt uitzetting als schending van het recht op een gezinsleven. Dat zal vandaag de inzet zijn van de rechtszaak.
Hun advocaat Later behartigt ook de belangen van 'zeker zeventig' Koerdische dienstweigeraars. Naar schatting zijn er een paar honderd in Nederland. 'We doen hier net alsof er in Turkije niets aan de hand is, maar dat klopt niet', zegt ze. 'Turkije wordt regelmatig veroordeeld door het hof in Straatsburg, omdat het de mensenrechten schendt. Ik kan alleen maar hopen dat de rechter daar oog voor heeft.'
De kans is klein, geeft ze toe. Ook Halsema ziet het somber in. Reist het gezin-Polat straks terug naar Kulukirkpinar? 'Nooit', zegt vader Mustafa. 'We blijven hier. Ik vecht door. Dan maar weer illegaal. Er is geen andere weg.'