DAMMEN: Dilemma Ghandi na snelle promotie
Ondanks het feit dat er nog een volle ronde te gaan is, viel afgelopen maandag al de beslissing in de hoofdklasse-competitie van de Provinciale Noord-Hollandse Dambond....
Daarmee voltooide de nog jonge vereniging een trotse trilogie: binnen
drie jaar werd het parcours van provinciale tweede klasse naar de landelijke afdeling doorlopen! Maar hoe paradoxaal het ook moge klinken: dit nieuwe succes plaatst voorzitter Mohamedjoesoef en diens
mede-bestuursleden tevens voor een groot probleem.
Waar namelijk tot dusver dankbaar gebruik werd gemaakt van de versoepelde KNDB-reglementering die spelers in staat stelt zowel voor
landelijk als provinciaal opererende teams uit te komen, dreigen diezelfde reglementen zich nu tegen Gandhi te keren. In elk geval zullen de meeste spelers van het eerste team, dat door de aanstaande remigratie van Raoul Alias (die terugkeert naar Curaçao) toch al een aderlating ondergaat, moeten kiezen of ze bij hun oorspronkelijke vereniging blijven danwel voor Gandhi gaan spelen.
Komt Hans Jansen met ingang van het nieuwe seizoen voor Gandhi uit, of blijft hij bij Priva/De Lier? Zou Kees Thijssen werkelijk weggaan bij Hiltex, het sterkste clubteam van Nederland? Zou ik het zelf kunnen opbrengen het Amersfoortse Wolter & Dros te verlaten? Het lijkt allemaal erg onwaarschijnlijk. En wat doen de van oorsprong Surinaamse spelers als Ramon Sakidin, Roep Bhawanibhiek, Glen Dumfries en Paul Day, die stuk voor stuk óók bij andere clubs actief zijn? De antwoorden op al die vragen zullen bepalen of Gandhi, althans het vlaggeschip van de vereniging, uiteen valt of niet.
Hieronder een drietal partijen uit de wedstrijd tussen Diemen en Gandhi. Nadat ik de score had mogen openen met een bliksemzege op Leo
Rosendaal, een speler die óók voor RDG/DIO (landelijke eerste klasse)
uitkomt, bouwde Hans Jansen de voorsprong verder uit. Dat deed hij in
een buitengewoon onderhoudende omsingelingspartij tegen Ton Eekelschot.
H. Jansen-Eekelschot
(clubcompetitie 1998/1999)
1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.41-37 7-12 4.46-41 1-7 5.34-30 20-25 6.31-26 25x34 7.40x29 19-23 8.28x19 14x34 9.39x30 22-27 10.32x21 16x27 11.44-39 10-14 12.50-44 5-10 13.45-40 18-23 14.40-34 14-19 15.30-25 10-14 16.33-29 13-18 17.37-31 9-13 18.31x22 17x28
Ondernemend gespeeld, maar niet geheel vrij van bezwaren.
19.36-31 12-17 20.42-37 4-9 21.35-30! 7-12 22.38-32 2-7 23.48-42 11-16?!
Dit maakt de zwarte stand er niet betrouwbaarder op. Beter was 23...17-22 en 24...11-17.
24.31-27! 17-22 25.41-36 22x31 26.36x27 6-11
Zie diagram 1
27.44-40
Als wit kon 'passen', zou hij zo goed als gewonnen staan. Maar dat mag nu eenmaal niet. En tot 27.43-38 voelde Jansen zich niet aangetrokken vanwege de vereenvoudiging 27...28-33, 28...14-20, 29...19x10 en 30...13x35.
27...14-20?
Hierna kan zwart niet meer aan verlies ontsnappen. Hij had echter, zoals Jansen na afloop aangaf, 27...12-17(!) 28.40-35 8-12(!) moeten doen. Het is onduidelijk wie er dan beter had gestaan.
28.25x14 19x10 29.40-35! 10-14 30.30-25! 15-20
Wat anders? Op 30...14-19 volgt niet eens zozeer 31.34-30 enz. als wel 31.29-24! 19x30 32.35x24 9-14 33.24-19! en 34.27-21 met winnende dam op 2.
31.34-30! 23x34 32.32x23 18x29 33.27-21 16x27 34.37-32 27x38 35.42x15
Zwart geeft het op.
Aan het derde bord won Kees Thijssen een instructieve halve hekstellingpartij van Jan van Amstel junior.
J. van Amstel-Thijssen
(clubcompetitie 1998/1999)
1.32-28 18-23 2.34-29 23x32 3.37x28 12-18 4.41-37 19-23 5.28x19 14x34
6.40x29 16-21 7.33-28 7-12 8.39-33 21-26 9.37-32 26x37 10.42x31 1-7 11.46-41 10-14 12.41-37 14-19 13.44-39 17-22 14.28x17 11x22 15.32-28 5-10 16.28x17 12x21 17.31-26 7-12 18.26x17 12x21 19.50-44 19-24 20.37-32 8-12 21.32-28 3-8 22.38-32 6-11 23.43-38 11-17 24.49-43 18-22 25.47-42 13-18 26.39-34 9-13 27.34-30 4-9 28.30x19 13x24 29.43-39 9-13 30.39-34 2-7
Zie diagram 2
31.34-30?
Dit hernieuwd achterlopen speelt zwart in de kaart. Volgens Thijssen zelf was er na 30.44-40(!) nog niets beslist geweest.
31...21-27! 32.30x19 13x24 33.32x21 17x26 34.28x17 12x21 35.45-40 10-14!
Met de thematische opmars van 10 naar 19 (en verder) trekt zwart winnend voordeel naar zich toe. De clou is dat wit zich na 36.40-34 14-19 niet kan inlaten op 37.34-30? 20-25! 38.29x20 15x24 39.48-43 25x34 40.44-39 vanwege 40...18-22/23!, 41...22/23-28! en 42...21-27 +.
36.44-39 8-12 37.42-37 21-27 38.40-34 24-30!
Een geestige tactische wending tot besluit. Wit mag niet met 34 slaan
wegens het vernietigende 39...27-31 en 40...18-22 +.
39.35x24 18-23 40.29x18 20x40 41.39-34 40x29 42.33x24 12x23
Wit geeft het op.
De vierde overwinning kwam op naam van Raoul Alias, die in een even rommelige als spannende partij Martin Kruyswijk de baas bleef. Alias'
tegenstander kende ik overigens al, evenals Van Amstel, van het Amsterdams jeugdkampioenschap 1962...
Alias-M. Kruyswijk
(clubcompetitie 1998/1999)
1.35-30 17-21 2.40-35 21-26 3.45-40 11-17 4.30-25 6-11 5.50-45 1-6 6.34-29 17-21 7.40-34 21-27 8.32x21 26x17 9.38-32 18-23 10.29x18 12x23 11.42-38 7-12 12.47-42 12-18 13.31-26 8-12 14.32-27 2-8 15.45-40 17-21 16.26x17 12x32 17.38x27 20-24 18.43-38 24-30 19.35x24 19x30 20.49-43 30-35 21.37-31 14-20 22.25x14 10x19 23.41-37 5-10 24.37-32 10-14 25.33-28 14-20 26.39-33 20-24 27.43-39 9-14 28.31-26 4-9 29.46-41 8-12 30.48-43 14-20 31.42-37 9-14 32.37-31 20-25 33.41-37 3-8 34.27-22 18x27 35.31x22 12-17 36.37-31 15-20? 37.31-27 8-12
Het heeft er alle schijn van dat zwart gewonnen staat (38.36-31? 12-18 +). Maar met behulp van een fraai offer maakt Alias duidelijk dat de kaarten inmiddels heel anders liggen:
38.22-18!! 13x31 39.36x27! 24-30 40.33-29! 12-18 41.27-22 18x27 42.32x12 23x32 43.38x27 19-24 44.29-23 11-17 45.12x21 24-29 46.43-38 29x18 47.21-17 14-19 48.26-21 20-24 49.27-22 16x27 50.22x31 18-22(!) 51.17x28 19-23 52.28x19 24x13 53.38-33 13-18(??)
Een blundertje in tijdnood (op provinciaal niveau wordt het speeltempo van 60 zetten in 2 uur gehanteerd). Na 53...6-11/13-19! was het wellicht nog remise geweest.
54.33-28!
Zwart geeft het op: tegen de dreiging 28-23x23! + valt niets meer uit
te richten.