Daktuin is gezond voor het stadsklimaat
Een tuin, dat is een lapje grond achter het huis, met een stukje gazon en een schuurtje voor de fietsen....
Als wij vroeger op het platte dak van de schuur klommen, kregen we het aan de stok met vader: van erop lopen raakte het dak lek. Kun je tegenwoordig dan wel op daken lopen? Niet helemaal, datzelfde schuurdak is nog altijd even kwetsbaar, melden Groenbedrijf Overbeek in Woerden en Tuinarchitecten en hoveniers Van der Tol in Amsterdam. Beide bedrijven hebben van daktuinen hun specialiteit gemaakt.
Gewone daken en platjes kunnen met verschillende materialen belegd zijn, leggen ze uit. Met zinken platen bijvooorbeeld, aan elkaar gelast op de naden. Door uitzetten (warmte), krimpen (kou) of wrikken (belopen), gaan die naden op den duur barsten, waardoor het dak gaat lekken. Of het dak is belegd met bitumen, een zeer sterk asfaltpapier, waaroverheen vaak kiezels zijn gestrooid. Bij belopen kan het asfaltpapier beschadigen, waardoor het lek raakt.
De grap is, aldus Overbeek, dat zelfs dat soort traditionele dakbedekking minder kwetsbaar is en geschikter voor een daktuin. Een voetstap op een 'kaal' dak betekent druk op een klein plekje. Begroeiing spreidt die druk over een groter oppervlak. Toch moet de dakbedekking wel geschikt zijn voor 'begroening', zoals dat in hoveniersjargon heet. Overbeek waarschuwt voor zink dat zo oud is dat het dun is geworden, en bros op de naden. Asfaltpapier moet voor het aanleggen van een daktuin worden vernieuwd.
Van der Tol in Amsterdam vindt zink per definitie een ongeschikte ondergrond voor een daktuin. En omdat zij daktuinen aanleggen met een basislaag tot vijftig centimeter dikte, die zeshonderd kilo per vierkante meter kan wegen, willen ze het bitumen ook eerst vernieuwen. De manier waarop het dak is gebouwd kan ook een hindernis zijn; de constructie kan zo licht zijn dat die het gewicht van een daktuin niet kan dragen.
Een daktuin aanleggen is iets anders dan een vracht aarde op het dak storten en afrikaantjes planten. Om te beginnen is aarde veel te zwaar. Ten tweede zouden bij een stortbui alle regenpijpen verstopt raken met aarde. En ten derde: afrikaantjes zullen op een dak verdrogen dan wel wegrotten. Professionals die een daktuin komen aanleggen, werken met toegespitste materialen en technieken. Elke hovenier heeft een eigen aanpak, met het oog op van hetzelfde resultaat: een duurzame begroeiing die weinig onderhoud vergt en het dak niet aantast.
Overbeek legt eerst waterdichte folie neer. Dat beschermt het dak, maar voorkomt vooral dat de wortels van de planten de dakbedekking ingroeien. Op die folie komt een drainagelaag van steenkorrels of een soort piepschuim, die maakt dat overtollig water kan wegstromen. Dan volgt een scheidingsvlies dat voorkomt dat het materiaal waarin de planten staan in het afvoerwater terechtkomt. Pas daarop komt substraat, heel licht materiaal dat tuinaarde vervangt.
Behalve dat tuinaarde te zwaar is, droogt het ook uit als het te warm wordt, en rot het weg als het te nat wordt. Bovendien verteert tuinaarde, omdat het organisch materiaal is. Bij elkaar worden de lagen minstens tien centimeter dik, zegt Overbeek. Dat is voor basale begroeiing genoeg. Willen we meer, dan moet de dikte van de bedekking daaraan aangepast worden, voor zover de draagkracht van het dak dat toelaat.
Van der Tol werkt grootschaliger, zij voorzien ook bedrijfsdaken van een tuin. Zij gebruiken speciaal ontwikkelde materialen. Ingenieus is vooral de basislaag van zwart bloempotmateriaal: bovenin zitten kuiltjes en kanaaltjes die met elkaar in verbinding staan, onderin zijn geultjes uitgespaard. Door die geultjes kan het overtollige water van het dak stromen. De kanaaltjes regelen de verdeling van het water, de kuiltjes houden het substraat goed vast. Het bloempotplastic waarvan de platen zijn gemaakt, beschermt het dak en voorkomt dat tuinmateriaal bij een bui de regenpijpen in spoelt.
Wonderlijk is dat een professioneel aangelegde daktuin eruit kan zien alsof het de begane grond is. Voor zithoeken en verhoginkjes wordt vaak gewerkt met hardhouten vlonders. Is er geen hek aan de dakrand, dan worden schuttingpalen verankerd op grote metalen platen, die voor omkiepen worden behoed door forse bloembakken op de voet te zetten. Belangrijk is, zegt Van der Tol, te letten op de verdeling van het gewicht. Bijna elk dak is in het midden het zwakst. Zet daar dus het lichte vlondertje voor het zitje, en plaats de zwaardere beplanting aan de dragende randen.
Sommige planten moet je op het dak niet willen hebben. Geen losgroeiende, modieuze bamboes en siergrassen, bijvoorbeeld, want de wortels daarvan kruipen overal tussendoor. Wil je zoiets per se hebben, dan raadt Van der Tol aan ze in dichte plantenbakken te zetten.
Gras behoort tot de mogelijkheden, al is het niet echt een verstandige keus. Niet alleen omdat het veel onderhoud vergt, maar vooral omdat het klimaat op een dak per definitie extreem is. Het wordt er bij zon heter en droger dan op de grond, maar bij regen ook heel veel natter. Hoveniers werken liever met plantenzoden. Kokosmatten waarop vetplanten zoals sedum worden gekweekt. De matten worden als graszoden opgerold, vervoerd en op het dak uitgerold. Sedum kost bij Van der Tol tegen de zeventig gulden per vierkante meter. Zo'n daktuin vergt weinig onderhoud. Alleen bij heel droog weer wil de tuin extra water.
Weloverwogen daktuinen zijn voor de doe-het-zelver lastig aan te leggen. Over het algemeen zal de amateur-tuinier geen grootschalige bodembedekking in een aantal lagen aanleggen. Wie zelf klust, krijgt van de professionals een paar tips mee. Geen tuinaarde gebruiken, vanwege het gewicht. Ook niet in grote bloempotten, want die drukken permanent op één plek. (Wel mogelijk wanneer op die plaats in het huis bijvoorbeeld een dragende muur staat.) Liever geen grote terracotta potten gebruiken, want die zijn erg zwaar; vaak is de hals daarvan ook te nauw, waardoor het onvoldoende kan inregenen. Cruciaal is natuurlijk dat de ingangen van regenpijpen vrij blijven. Nog beter, zegt Overbeek: maak aan de dakranden een rand van kiezels. Dat werkt als een filter voor het plantenafval en het overtollige water loopt zo makkelijk weg.
Daktuinen zijn volgens hoveniers en milieubeweging een verstandige ingreep om het ecosysteem in grote steden te verbeteren. In een 'kale' stad spoelt al het regenwater direct het riool in. Daktuinen houden ruim tachtig procent van het regenwater vast. Daar kan het ook verdampen. Dat is gezonder voor het klimaat in grote steden.