Daamen: geef minder musea subsidie
De rijksoverheid moet de subsidies aan musea voor moderne en hedendaagse kunst meer concentreren. In plaats van de twintig musea die nu geld ontvangen, zouden slechts vijf musea gelden van het Rijk moeten ontvangen voor aankopen, collectiebehoud en projecten....
Door de concentratie van middelen op minder musea, stelt Daamen, moeten Nederlandse musea voor moderne kunst 'een internationale marktpositie verwerven'. Daamen denkt aan musea als het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Van Abbemuseum in Eindhoven, museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, het Haags Gemeentemuseum en museum Kröller-Müller in Otterlo.
In zijn nieuwsjaarstoespraak van begin dit jaar pleitte Daamen voor structurele samenwerking van Nederlandse musea voor moderne kunst met collega-instellingen in het buitenland. Zijn pleidooi kreeg veel kritiek van betrokkenen uit de museumwereld. 'Nederlandse museumdirecteuren zijn kunsthistorisch wel internationaal georiënteerd', zegt Daamen, 'maar zodra het gaat over vergaande samenwerking wat betreft presentatie, uitwisselen van personeel en collecties, krijgen ze koudwatervrees.'
Melle Daamen is zeven jaar directeur van de Mondriaan Stichting en heeft in die functie jaarlijks dertig miljoen gulden aan subsidie te verdelen. Toch pleit hij voor een herziening van het subsidiestelsel.
'Ik ben niet tegen overheidssteun', zegt Daamen. 'Maar het probleem in ons huidige systeem is: hoe groter het tekort van een uitgever of van een museum, hoe groter de bijdrage van de overheid. En dat is eigenlijk een premie voor slecht gedrag. Het weerhoudt mensen ervan na te denken over vragen als: hoe trek ik meer bezoekers? Of: Is er überhaupt vraag naar dit soort werk? Een beetje marktwerking in de kunst is niet slecht.'
Daamen meent dat de overheid 'het soms wel wat te makkelijk' maakt voor kunstenaars. 'Het is bepaald niet iets om trots op te zijn dat je als land kunstenaars moet subsidiëren.'