Courier vermoedt al langer dat collega's EPO gebruiken

Van onze verslaggever

John Volkers

MELBOURNE

De Amerikaan, die zaterdag al het hoogste woord had bij de bijeenkomst van spelersorganisatie ATP, bracht na zijn overwinning op de Nederlander Peter Wessels een nieuwe verdachte stof ter sprake: EPO. Erytropoëtine valt met de huidige urine-tests niet te traceren. 'Daarom ben ik het meest bezorgd over deze vorm van bloeddoping.'

Sporen van anabole steroïden zijn wel te vinden in het plasje van een tennisser. Bovendien, opperde Courier, waarom zouden spierversterkers worden gebruikt in een sport waarin 'brute kracht' lang niet alles kan oplossen. 'Dan zouden we er in de kleedkamer allemaal als gewichtheffers uitzien. En dat is niet het geval, kan ik jullie verzekeren.'

Steroïden worden wel gebruikt bij herstel van een blessure en het doorstaan van zware trainingen. Maar het vergroten van de zuurstofcapaciteit door bloeddoping is de voornaamste sluipweg naar succes, meent Courier. 'Ik heb al langer het vermoeden dat tennissers EPO gebruiken. Maar bewijs heb ik niet.'

Couriers argwaan en achterdocht zijn gewekt door tennissers die negen maanden per jaar op tournee zijn. 'Ik weet uit tien jaar ervaring wat mijn lichaam aankan. Ik kan geen 35 weken per jaar toernooien spelen. Dat kan, denk ik, geen enkele andere speler. Maar er zijn er die het wel doen.'

De beschuldigende vinger van de Amerikaan ging naar de Europeanen. Volgens insiders zou hij op de Spanjaarden doelen. De tennissers uit Spanje, een land waar EPO door een ruimhartig apotheekbeleid vrij verkrijgbaar is, spelen de meeste toernooien en vallen op door hun onvermoeibare speelwijze.

Daar moet, vermoedt menigeen, een chemische component aan ten grondslag liggen. Sinds de Ronde van Frankrijk van vorig jaar wijst volgens Courier alles op EPO en Europa. 'Als de helft van de deelnemers aan de Tour de France wordt buitengeschopt, dan is het duidelijk dan dit een probleem is van de Europese sport.'

Jan Siemerink, een van de Europeanen die gisteren ongewild in het verdachtenbankje mocht plaatsnemen, reageerde cynisch: 'Zo, zo. Die Amerikanen denken van ''hou ons er effe buiten''. Maar heus, ik heb nog nooit gehoord van tennissers die aan de EPO zitten.'

Tot voor kort was de meest verdachte Europeaan in het tenniscircuit Thomas Muster. De Oostenrijker reageerde na zijn nederlaag in vier sets tegen de Nederlander Schalken furieus op de beschuldigingen van Courier. 'Heeft Jim een bewijs? Nee, dan moet hij zijn mond houden. Hij is er hard mee bezig deze sport te vernietigen.'

Muster, al sinds 1985 in het circuit, werd ooit door Boris Becker van een bedenkelijk uithoudingsvermogen beschuldigd nadat de Duitser in Monte Carlo de finale had verloren. Er kwam op aandrang van de Oostenrijker in Parijs een plasje aan te pas. Daaruit bleek de onschuld van de Oostenrijker. De Duitser moest daarop zijn verontschuldigingen aanbieden.

Muster verwierp de onmogelijkheid om 35 weken per jaar te spelen. 'Allereerst, Courier is in zijn grote jaren ook heel wat weken onderweg geweest. Maar bovendien speel je niet elk toernooi uit. Ik ben hier bijvoorbeeld al na twee dagen klaar. Ik heb juist veel wedstrijden nodig om in vorm te blijven.'

Het dopingreglement van de ATP werd vorig jaar met instemming van alle spelers veranderd. Er werd extra recht gedaan aan de tennisser die mogelijk 'geflikt' zou zijn, maar er is een elf maanden procedure uit geboren. Het heeft de tikkende tijdbom van de zaak-Korda opgeleverd.

Iedere speler bij het toernooi om de open Australische kampioenschappen, van thuisfavoriet Rafter tot dark horse Krajicek, heeft inmiddels al verklaard dat de Tsjech niet had mogen spelen.

Het dopingbeleid verdient bijstelling. Siemerink ('nu hij 70ste staat komt hij plotseling met dit verhaal') viel gisteren Courier bij met diens verzoek om bloedcontroles. 'Ze kunnen nu alles vinden op groeihormoon en EPO na. Alle spelers willen strengere controles.'

De huidige opzet is lankmoedig. Er wordt per jaar slechts op de vier Grand Slams en zeven ATP-toernooien gecontroleerd. Siemerink: 'Van de tophonderd zijn 89 spelers gecontroleerd, ik zelfs acht keer, maar elf man helemaal niet. En er zijn vijf out-of-competition controles geweest. Dat is echt te weinig.'

Siemerink ging niet mee in de verwondering van zijn jongere collega Schalken. Die werd net als iedere speler gisteren ondervraagd over wat hij van doping in tennis wist.

'Ik weet dat er spelers komen bij doktoren die ook met wielerploegen te maken hebben. En nou ik er over denk: ik ken spelers die lui zijn en die plotseling wel heel breed en met dikke poten in het circuit verschijnen. Onze jongens die bij Van Hulst al vier jaar keihard trainen, komen nooit een gram aan', aldus Schalken.