Commissie van OM toetst politiemethodes
De controle op de bijzondere opsporingsmethoden van de politie wordt vanaf 1 januari aanzienlijk verscherpt. In het vervolg moet de politie alle voorgenomen omvangrijke infiltratie-operaties ter goedkeuring voorleggen aan een landelijke toetsingscommissie van het Openbaar Ministerie....
Van onze verslaggever
DEN HAAG
De commissie moet ook vooraf worden geraadpleegd als de politie bij onderzoeken naar misdaadorganisaties gebruik wil maken van dekmantelfirma's. Dat kunnen bijvoorbeeld ondernemingen zijn die bancaire diensten aanbieden aan criminelen die worden verdacht van het witwassen van uit misdadige activiteiten verkregen geld. Sinds ongeveer een jaar doet de politie al ervaring op met deze zogenoemde front stores.
De toetsingscommissie telt acht leden, allen afkomstig van het Openbaar Ministerie, en wordt voorgezeten door de Bossche hoofdofficier van justitie mr J. Jansen. Er zijn zes adviserende leden benoemd, van wie er vier afkomstig zijn van de politie.
De commissie, een uitvloeisel van de IRT-affaire, wil ook door de politie worden geïnformeerd over het inzetten van bijzondere apparatuur, zoals peilzenders en in een later stadium, na goedkeuring van de Wet Direct Afluisteren, het gebruik van richtmicrofoons.
Vanaf 1 januari geldt tevens een meldingsplicht voor inkijkoperaties, inbraken door de politie die bedoeld zijn om bijvoorbeeld te controleren of er ergens drugs liggen opgeslagen.
De toetsingscommissie krijgt straks inzage in gevoelige opsporingsinformatie over lopende politie-onderzoeken. De uitwisseling van deze hoogst vertrouwelijke gegevens tussen de korpsen, de parketten en de leden van de commissie wordt omgeven door strenge veiligheidsmaatregelen, waarover het ministerie van Justitie geen enkele mededeling wil doen. Zelfs de plaats waar de commissie vergadert, wordt geheim gehouden.