Coalitie Hamas-Fatah onder druk
Het Akkoord van Mekka heeft maar een korte adempauze opgeleverd. Fatah en Hamas staan weer tegenover elkaar...
Het tandenknarsen van Mahmoud Abbas overstemde bijna het gekras van de vulpen waarmee de Palestijnse president drie maanden geleden het Akkoord van Mekka ondertekende. De overeenkomst was het fundament onder de eenheidsregering die zijn nationalistische Fatah-partij sloot met de islamistische Hamas-beweging. Maar veel had Abbas niet uit de onderhandelingen met Hamas-leider Khaled Meshaal gesleept. Alleen het gevaar van een burgeroorlog tussen de twee Palestijnse facties leek afgewend.
De 22 doden die in drie dagen tijd in de Gazastrook zijn gevallen, hebben die hoop doen vervliegen. Of de Hamas-Fatah-coalitie stand houdt terwijl de milities van Hamas en Fatah elkaar in hinderlagen beschieten, is een lastige vraag. Zeker is alleen dat de eerste poging tot samenwerking jammerlijk is mislukt – alleen de herinnering rest aan de fotogenieke wijze waarop Abbas en Meshaal in februari de eendracht in Saoedische pelgrimskledij hebben uitgedragen. Het Akkoord van Mekka lijkt niet meer dan een staakt-het-vuren te zijn geweest.
Het programma van de Hamas-Fatah-coalitie telt twee punten: het herstellen van de orde, en het beëindigen van de financiële boycot die Israël, de VS en de EU ruim een jaar geleden tegen de Palestijnse regering hebben uitgevaardigd. Met beide is nog geen tastbare vooruitgang geboekt. De onmacht van de regering heeft er vermoedelijk toe geleid dat de milities weer aan zet zijn.
Het verlichten van de financiële crisis van de Palestijnse Autoriteit had de verhitte machtsstrijd misschien wat kunnen temperen. Maar het regeerakkoord is te vaag voor Israël en de internationale gemeenschap om de boycot substantieel af te zwakken. Alleen voor een samenwerking tussen Fatah en Hamas was geen beloning uitgeloofd. De EU verkent weliswaar de mogelijkheden om de Palestijnse Autoriteit weer direct financieel te steunen, maar de snelheid van de Brusselse besluitvorming staat in geen verhouding tot de nood waarin veel Palestijnen verkeren.
Het coalitieakkoord geeft geen antwoord op de vraag hoe de orde moet worden hersteld. Hamas en Fatah kozen de onafhankelijke kandidaat Hani Qawasmi om een plan te bedenken en uit te voeren. Als minister van Binnenlandse Zaken wilde hij dat de strijders van Fatah en Hamas onder een commando komen. Het was onbegonnen werk. Gefrustreerd is Qawasmi maandag afgetreden.
President Abbas slaagde er in Mekka niet in om vergaande concessies van Hamas af te dwingen – zoals erkenning van Israël of het afzweren van terreur – omdat de islamisten hem in de tang hebben. De boycot is ingesteld om Hamas, dat volgens zijn handvest de vernietiging van Israël voorstaat, tot inkeer te brengen. Maar het is Abbas die in het nauw is gedreven.
De parlementsverkiezingen hebben de islamisten 17 maanden geleden een meerderheid in het parlement bezorgd, waar Abbas niet omheen kan. Bovendien zijn de Hamas-strijders in de Gazastrook beter getraind en beter bewapend dan de strijders van Fatah. Elke beweging die Abbas maakt in de richting van het uitschrijven van nieuwe verkiezingen wordt door Hamas uitgelegd als een staatsgreep.
Het is moeilijk te voorspellen wat de volgende stap is. Alle voor de hand liggende scenario’s lossen niets op, of zetten de verhoudingen verder op scherp – Hamas of Fatah kunnen uit de coalitie stappen, Abbas kan het parlement ontbinden. Soms opperen de wanhopigen de Palestijnse Autoriteit op te heffen en Israël als bezettende macht weer de volle verantwoordelijkheid over de Westoever en de Gazastrook terug te geven.
Welbeschouwd zit er weinig anders op dan de rivaliteiten te vergeten en samen de nationale zaak na te streven – de oprichting van een Palestijnse staat. Met in de ene hand de koran en in de andere hand een stapel VN-resoluties. Maar dat is makkelijk gezegd. De weerzin voor elkaar lijkt te groot.