Coalitie bevriest salarissen ministers op 130.000 euro

‘Een salarisverhoging is een verkeerd signaal’, verklaarde Balkenende donderdag na afloop van een coalitieberaad in het Catshuis. Hij riep vakbonden op hetzelfde te doen en met gematigde looneisen te komen.

‘Wij willen het goede voorbeeld geven en we hopen dat anderen iets vergelijkbaars doen’, aldus de premier. De plannen worden doorgeschoven naar een volgend kabinet.

De sessie op het Catshuis was al lang geleden gepland. Aanwezig waren de vicepremiers Wouter Bos en André Rouvoet, evenals de fractieleiders Pieter van Geel (CDA), Mariëtte Hamer (PvdA) en Arie Slob (ChristenUnie).

Het overleg was met veel geheimzinnigheid omgeven, omdat ook ‘onorthodoxe maatregelen’ op tafel zouden liggen, zoals de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar, het snijden in WW of AWBZ, de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, of het einde van het belastingvoordeel voor niet-werkende partners.

Maar volgens Balkenende is, ondanks irritaties in het kabinet over zijn uitlatingen over de hypotheekrenteaftrek, alleen gesproken over de ministerssalarissen. Het Centraal Planbureau komt dinsdag met nieuwe economische vooruitzichten. ‘Daarna is het kabinet aan zet’, stelde Balkenende.

De verhoging van de ministerssalarissen staat al lange tijd ter discussie. Het vorige kabinet besloot tot een verhoging van 30 procent. Dat werd vervolgens ook de norm voor het inkomen van topbestuurders in de publieke en semipublieke sector. De Balkenendenorm is 130 procent van het huidige ministerssalaris.

De oppositie was tegen. Vooral het CDA kreeg het verwijt te willen zakkenvullen. Dat was reden om de vraag voor te leggen aan een externe commissie onder leiding van oud-VVD-leider Hans Dijkstal. Die stelde voor het salaris uiteindelijk met 30 procent te verhogen en deze regeerperiode een eerste stap van 10 procent te zetten. Die stap gaat dus nu niet door.