Clandestiene spoor-appelbollen

Appelbollen met honing en walnoten

LOETHE OLTHUIS

Je heb appels en appels. Bekende Nederlandse rassen, zoals elstar, jonagold of cox. Modieuze importappels zoals kanzi en fuji. Én je hebt de zogenoemde 'oude appelrassen', die nog her en der in oude tuinen en boomgaarden staan. Ik heb zo'n appelboom. Een gravensteiner. Bekend sinds 1669 en geroemd vanwege z'n sappigheid en verrukkelijke, rinse smaak. Waarom wordt-ie dan niet meer gekweekt?

Hierom. Mijn gravensteiner heeft de afgelopen drie jaar precies drie appels gegeven. Oké, die waren heerlijk. Maar de boom bloeit zo vroeg, dat één nachtvorstje volstaat om zijn voltallige toekomstige kroost te vermoorden. Het is een seksuele profiteur: wel zich lekker laten bestuiven door andere appelbomen maar zelf niks terugdoen, een soort appelfellatio. Een gravensteiner houdt van koel, maar niet van vocht of wind: dan vallen zijn appels. Hij heeft vette grond nodig, maar wel poreus. Enzovoorts. Niet meer gekweekt? Het is een godswonder dat deze appeldodo niet spontaan is uitgestorven!

Nee, dan het stokoude appelboompje dat hier langs het spoor staat, overblijfsel van een glorieus, door NS en Prorail gesmoord, volkstuinverleden. Ras? Onbekend. Maar gekromd en ongesnoeid, overwoekerd door de wurgvingers van kleefkruid en brandnetel geeft hij elk jaar een overvloedige oogst kleine, gele, fris-sappige appeltjes die mijn vriendin Christel en ik clandestien plukken onder het bestraffende geclaxonneer van de voorbijrazende treinen. De ideale appels voor taart, moes of om zó te eten. En voor lekkere ouderwetse appelbollen, al kunt u daar ook prima gekochte handappels voor gebruiken. Vullen met het klassieke mengsel van suiker en kaneel kan natuurlijk ook.

Verwarm de oven voor op 225 °C. Meng honing, kaneel en stukjes walnoot door elkaar. Laat het bladerdeeg ontdooien en rol de plakjes op een schoon, bebloemd aanrecht iets uit. Schil de appels en boor de klokhuizen er ruimhartig uit. Zet op elk plakje bladerdeeg een appel, ex-steelkant onder, en verdeel de walnotenvulling over de 'boorgaten'. Bevochtig de randen van de bladerdeegplakjes met wat water en vouw de plakjes rondom de appels zorgvuldig dicht. Draai de dichtgevouwen kant naar onder en bestrijk de bovenkanten met losgeklopt ei, bestrooi met suiker en prik er een mespuntgaatje in. Zet de appelbollen op een bakplaat met bakpapier en bak ze in 20-25 minuten goudbruin.

4 stuks

6-7 eetl. vloeibare honing

1-2 theel. kaneel

30 gr walnoten, grof gehakt

4 plakjes roomboterbladerdeeg

ca. 2 eetl. bloem

4 kleine handappels (bv.

elstar)

1 losgeklopt ei

2 eetl. suiker

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden