In China daarentegen neemt de groei van het aantal slachtoffers gestaag af. Het dodental steeg gisteren met vier tot 271.

De bewering van een hoge functionaris van volksgezondheid dat de ziekte in Peking onder controle is, is echter tegengesproken door de hoofdvertegenwoordiger van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in China, Henk Bekedam. Ze is ook in strijd met de felheid van de campagne van de hoogste leiders tegen de ziekte.

Mensenrechtenorganisaties vinden de doodstraf niet alleen te zwaar, maar ook illegaal. De WHO vreest dat mogelijke SARS-dragers uit angst voor opsluiting of de doodstraf niet naar het ziekenhuis zullen gaan.

Streng zal ook worden opgetreden tegen functionarissen die hebben gelogen over SARS, met de gegevens knoeien, ze te laat doorgeven of de bestrijdingsmaatregelen niet uitvoeren, al komt de doodstraf op het lijstje van sancties op deze vergrijpen niet voor. Deze maatregelen botsen op de bestaande regel die epidemieën bestempelt tot staatsgeheim.

Berichten over geheimhouding van SARS-feiten houden echter aan. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie levert het leger veel te weinig informatie over militaire patiënten, rond 8 procent van alle gevallen.

De sterke man van het leger is nog altijd oud-president Jiang Zemin. Deze houdt zich, net als zijn vijf protégés in het negenkoppige Vaste Comité van het Politbureau, afzijdig van de door president Hu Jintao en premier Wen Jiabao aangevoerde strijd tegen SARS. In de stille machtsstrijd hebben Hu en Wen een stap terug gezet. Economische ontwikkeling, topprioriteit voor de groep rond Jiang, is nu voor hen even belangrijk geworden als hun dringendste taak tot nu toe, het bevechten van SARS.