China poogde invloed te kopen in Congres en Witte Huis
De FBI, de Amerikaanse federale politiedienst, beschikt over 'overtuigende bewijzen' dat China heeft getracht de presidents- en Congresverkiezingen van 1996 te beïnvloeden....
Van onze correspondent
Oscar Garschagen
WASHINGTON
Deze fondsen werden via banken, bedrijven en personen naar leden van het Congres en de Clinton/Gore-campagne gesluisd. De FBI weet nog niet welke afgevaardigden en senatoren hebben geprofiteerd van deze gelden. Evenmin is duidelijk hoeveel geld er naar de president en de vice-president is gegaan. De federale verkiezingswetgeving verbiedt buitenlandse regeringen, personen en bedrijven geld te storten in Amerikaanse verkiezingcampagnes.
Volgens The Washington Post waarschuwde de FBI afgelopen zomer zes senatoren dat zij op de lijst van de Chinese ambassade stonden om beïnvloed te worden. Een van de zes, de Californische Democrate Diane Feinstein, besloot vrijdag twaalfduizend dollar terug te sturen naar donateurs, omdat de herkomst van het geld onduidelijk was. Feinstein speelde als lid van de sub-commissie voor Oost-Aziatische zaken een belangrijke rol in de senaatsdebatten over het China-beleid.
De FBI waarschuwde ook de Nationale Veiligheidsraad, de staf van presidentiële adviseurs op het terrein van de buitenland-politiek. Maar deze zou verzuimd hebben de campagne-Clinton/Gore en de Democratische Partij op de hoogte te stellen. De Democraten hebben al meer dan drie miljoen dollar teruggestuurd naar fondsenwervers en donateurs die bij nader inzien worden gewantrouwd.
De nieuwe onthullingen over de resultaten van het FBI-onderzoek naar 'Asiagate' lijken bedoeld om minister van Justitie Janet Reno onder druk te zetten een onafhankelijke aanklager te benoemen die de opdracht moet krijgen de financiering van de verkiezingscampagne van 1996, de duurste in de geschiedenis van de VS, te onderzoeken. Volgens de minister zijn er geen overtuigende bewijzen dat verkiezingswetten zijn overtreden.
De senaatscommissie voor Juridische Zaken zal deze week een resolutie behandelen, waarin wordt aangedrongen op de benoeming van een onafhankelijke aanklager met vergaande onderzoeksbevoegdheden. De resolutie zal gesteund worden door een Republikeinse meerderheid, aangevuld met Democratische senatoren die in toenemende mate kritiek uitoefenen op de fondsenwervingsactiviteiten van Clinton en Gore.
Als de resolutie wordt aangenomen, wordt het voor Reno en de president moeilijker de benoeming van een onafhankelijke aanklager tegen te houden. Bovendien hebben de Amerikaanse media al zoveel materiaal over kwestieuze praktijken boven water gehaald, dat de bemoeienis van een onafhankelijke aanklager onvermijdelijk is geworden.
Vice-president Gore en vervolgens president Clinton hebben zich vorige week tijdens persconferenties verdedigd tegen de aanzwellende kritiek op hun fondsenwervingsactiviteiten. Clinton erkende, net als Gore, dat hij tijdens telefoongesprekken in het Witte Huis geldschieters heeft gevraagd hem opnieuw te steunen. De president wist zich alleen niet meer te herinneren hoe vaak hij dat heeft gedaan en zei overigens een grote hekel aan dit werk te hebben. Hij benadrukte niets illegaals te hebben gedaan, maar zei dat deze praktijken inmiddels wel zijn afgeschaft.
Amerikaanse politici mogen in federale gebouwen, zoals het Congres en het Witte Huis, geen fondsen werven. De president verdedigde Witte Huis-medewerkster Maggie Williams, de chef-staf van de First Lady. Williams had een cheque van vijftigduizend dollar aangenomen van een Chinees-Amerikaanse fondsenwerver en deze cheque doorgegeven aan de Democratische Partij. Ook dat is een transactie die niet is toegestaan, maar Clinton meende dat Williams niets te verwijten valt. De president, die in 1992 beloofde de 'meest ethische regering aller tijden te zullen leiden', zei te hopen dat het enorme kabaal over geld en politiek zijn tweede termijn en het wetgevende werk niet zal overschaduwen. Maar al weken lang wordt in politiek Washington over niets anders gepraat.