Charles den Tex

Charles den Tex schrijft niet alleen maar thrillers, hij schetst en passant ook een stuk geschiedenis.

INEKE VAN DEN BERGEN

Charles den Tex: De erfgenaam

De Geus; 382 pagina's; euro 19,95.

Als Breder Weltmann op die ochtend vanaf het terras naar beneden kijkt, ziet hij zijn dal, zijn terrein, grond die de basis van zijn bezit vormt. 'Buiten was het domein, binnen was het geld. Het huis zelf was de houdster, het bindend element, het bewijs van zijn afkomst. Steenkoolbaronnen. Adel van het zwarte gruis.' Dan hapert zijn blik, niet omdat hij iets ziet, maar hij voelt een aanwezigheid, waar hij de enige hoort te zijn. Weg rust, de omgeving kijkt terug, in die opengebroken, stille ochtend.

In zijn nieuwe boek, De erfgenaam, bewandelt auteur Charles den Tex een ander pad dan in zijn succesvolle Michael Bellicher-serie, en bewijst daarmee wederom dat hij zich niet in één stijl of sfeer laat vangen. Het genre is voor hem breed genoeg om uiteenlopende, spannende terreinen te onderzoeken, waarin de hoofdpersoon even hard met zichzelf geconfronteerd wordt als met de ander(en).

Zoals Weltmann, eind 30, statig landhuis in Zuid-Limburg, de Anstelhoff, meer dan 230 hectare grond. Vader en grootvader waren eigenaar van de steenkolenmijn Welko. 75 jaar lang een begrip, ze zetten de economie in dorp en regio naar hun hand, deden zaken 'onder de radar'. De mijn was gesloten toen de steenkool werd afgezworen. Zijn ouders waren twintig jaar geleden verongelukt.

Alles kwam hem toe. Ook het dorp met stille vijanden. Vaak zag hij het in hun blikken, de wrok van jaren, overgegaan in zwijgende woede. 'Dan wist hij het, zag hij de schimmen uit de tijd van zijn vader.' Hij had iets van hen. Grond, een huis, de verloren kansen van mannen en kinderen.

Vanuit zijn werkkamer, het digitale centrum van zijn beheer, neemt hij een teruggetrokken positie in. Zijn scherpe financieel assistent is in deze tijd van economische achteruitgang onmisbaar voor investeringsbedrijf Weltfin. Weltmann heeft de uitbreiding op zich genomen van het oude Hotel Centraal, waar hij twee keer per week overnacht, in kamer 31. Eigenaresse is Anna Canetti, die van haar onafhankelijkheid houdt, en met wie hij al zeven jaar een relatie heeft. Zijn levensstijl is sober, om de verleidingen van het geld op een afstand te houden.

Maar op die aanvankelijk gewone ochtend gebeurt er iets dat zijn leven zal veranderen. In een parkje, aan een picknicktafel, zijn scooter vlakbij geparkeerd, heeft hij uitzicht op zijn huis. Plotseling is er rook, een vlam, een knal, een ontploffende olietank. Het huis verdwijnt in een orgie van rook en vuur.

Dit verlies, de misdaad - de olietank is niet zomaar ontploft - dwingt hem de dader(s) en het motief te vinden. Daarvoor moet hij bovengronds, maar ook ondergronds zoeken, in de familiearchieven, in kluizen, naar geheimen en daden uit het niet zo frisse verleden.

Het verhaal krijgt een gewelddadige tik als drie jongens hem overvallen, aan de vloer vastpinnen, en een jonge vrouw, 1 meter 80, gitzwarte pruik, hem om 'de sleutel' vraagt, 'alles' van hem terugeist, en daarbij met haar hoge hak zijn mond uitscheurt.

Mooi geschreven. Over het verschuivende licht in het Limburgse heuvelland. Over de inktzwarte duisternis onder de grond, waaruit ooit het leven tevoorschijn kwam, maar waar ook gestorven werd. Over de hoofdpersoon die erachter komt wie hij is en vooral waartoe hij in staat is. En er is het beeld van Giacometti, dat de brand heeft overleefd. 'In de grote hal keek Breder naar het bronzen beeld van een lopende man, de mens teruggebracht tot een paar lijnen waar hij zijn hele leven in meedroeg.'

Trailer

Voor een trailer van De erfgenaam zie erfgenaam.submarinechannel.com

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden